Amblenarij een op negen
Voorop sta, dat wij geen vijanden zijn van den a, mbtenaar als zoodanig. Wij erkennen volmondig, dat hij niet gemist kan worden. Wij geven zelfs onvoorwaardelijk toe, dat hij somwijlen ten onrechte over den hekel gaat. Wij weten bij ervaring dat er nog altijd vele goede ambtenaren zijn, die in stede van blaam lof verdienen.
Dit neemt echter niet weg, dat ij ons er ten sterkste tegen móeten verzetten, wanneer wij ls 't ware onder ambtenaren beraven worden. Volgens een offieieele mededeeling, die ons op officieuse wijze verstrekt werd, bestaat 11 a 12 % van onze bevolking thans uit ambtenaren. Dat wil zeggen, dat er één op negen burgers een ambtenaar is. Dit nu achten wij funest. Dit beteekent toch dat elke negen Nederlandsche burgers een ambtenaar hebben te onderhouden. Dat legt op onze bevolking een veel te zwaren financie'elen last. Dit verwekt terecht eene gerechtvaardigde ergenis. Daarom spreekt man dan ook onder de mcnschen, dat men schier geen .stap kan verzetten of men komt den een of den anderen ambtenaar tegen en hoort men onder onderscheidene categorieën van nienschen klagen, dat de eene ambtenaar nog nauwelijks bij hen is weggegaan of de ander is al weder gekomen. Zulks wordt een voor het zaken- en bedrijfsleven niet te dragen plaag. En toch vreezen wij dat er nog heel wat water door den Rijn moet loópen eer wij van dien last-verlost zijn. De geweldige staatsbemoeienis, v/elke het huidige staatsbestel kenmerkt, roept de ambtenaren als paddestoelen uit den grond. F; !ke nieuwe staatsbemoeienis brengt noodzakelijkerwijze een nieuwe schare ambtenaren met haar mede. Daartegen moeten wij ons uit alle macht verzetten. Het is toch tot onnoemelijke schade van lands welvaren, als het corps van ambtenaren, gelijk thans het geval is, tot een machtig heir uitgroeit, dat voor een groot deel de inkomsten des lands tot zich trekt. Dat kan en mag niet voortgaan. Te meer niet waar daardoor het zakenen bedrijfsleven in belangrijke mate belemmerd worden. DaarTh moet verandering komen. Het Kan geen uitstel lijden. De algenieene verarming is te jrroot dan dat zulks gedragen kan worden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1946
De Banier | 4 Pagina's