Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ware geschiedenis van Willem Farel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

31

Wij moeten niet alleen openlijk Christus en Zijn Evangelie beiyden, maar wtj moeten ook openlijk den anti-Christ en de samenkomsten des satans verzaken en wanneer wij dit niet prompt en openlijk nakomen, dan behooren wij voor God te erkennen, dat wij gezondigd hebben, en moeten wü Zijn hulp afsmeeken in het volgen van Zijn heilige geboden met ziel en hart en geest en lichaam.

„Maar'. was het argument van Faber en de gebroeders Roussfcl. „kan het niet goed zijn, dat de menschen zulke uitwendige vorm ter eere Gods uitvaardigen, zoodat God met rreer heiligheid en eerbied gediend wordt dan h€ t anders het geval zou zijn? "

„Het vleesch", antwoordt Willem, „wil God soms openlijk lasteren, maar het is ook het vleesch — het verdorven hart — dat bedenkingen maakt en nieuwe middelen uitdenkt om God te dienen en Hem te aanbidden. Het vleesch is op den bodem van alles, dat aan Gods Woord toegevoegd of in dat Woord niet gevonden wordt. Het vleesch maakt sekten en regelen en instellingen en is een leugenaar en bedrieger in alles dat het doet, al beweert het, dat het heiligheid is en dat de liefde Gods er het motief van is. Het bedriegt ons door dit werkelijk te gelooven. Daarom moeten wü zeer voorzichtig zijn niet te volgen wat voorwendt van God te zijn ol ons schijnt van God te wezen. Wij moeten de geesten beproeven om te weten of zij uit God zijn, want satan kan veranderd worden in een engel des lichts, en zijn dienaren eveneens. Daarom moeten we uit Gods heilig Woord beviestigen en onderzoetcen of het werkeiyk, uit God is of uit het vleesch."

„Maar als onze bedoeling nu werkelijk goed is. als we werkelijk oprecht zijn, maakt dat de daad niet G< )de aangenaam"?

„Onze bedoeling", antwoordde Willem, „kijk naar Petrus me: zijn goede bedoeling; het was de reden waarom God hem satan noemde. Kijk naar koning Saul en de andere koningen, die God aanbaden op de hoogten. Behaagde dit God? Zulke goede bedoelingen zijn de wijsheid en de voorzichtig, heid van het vleesch, dat altijd begeert den boventoon te voeren. De Geest daarentegen zal geen enkel ding doen, dan op het uitdrukkelijk gebod Gods. De Geest zal niet zeggen: nu de tijden veranderd zijn, moeten wij onzen koers veranderen. Neen, neen, de geest houdt vast, zonder één haairbreedte aan het zuiver Woord Gods te veranderen".

Willem Farel moest spoedig ervaren, wat het beteekende voort te gaan op het eenzame pad vian gehoorzaamheid. In het eerst was het hard geweest, zich van vader en moeder, priesters en leeraren die hen in de paden der sifgodery geleid hebben, af te wenden. Maar het was veel harder ziCh van meester Faber af te keeren, die een van Gods dienstknechten was om licht en vrede in zijn hart te brengen. Maar als God duidelijk gesproken heeft, moet Hü ten koste van alles worden gehoorzaamd. Er staal geschreven: het fundament Gods staat, hebbende dezen- zegel: De Heere kent degenen, die de Zijnen zijn. Meester Faber erkende de waarheid met blijdschap. „Kan ik niet in Rome zijn, dat hij en niet van Rome? De Heere weet, zelfs temidden van de kwaden, de Zijnen te onderscheiden. Maar Willem Farel herinnerde hoe dit vers verder luidt; daar is een tweede opschrift op het zegel Gods: „Laat iedereen, die den naam van Christus noemt, afstaan van ongerechtigheid". Wij moeten ons zelf niet alleen afscheiden van een zondige loopbaan, maar in dit verband worden wij verder bevolen speciaal hen te verlaten, die vaten ter oneer zijn. Indien meester Faber het geloof en den moed om aldus te handelen, niet bezat, dan was het duidelijik dat hg en Willem Farel niet langer konden samen wandelen op denzelfden weg — het heilige pad van de afscheiding van het kwaad. En dus moest Willem voortgaan zonder hem.

XIV De donkere dagen te Meaux.

Inti.Eschen kwam een storm opzetten. De Franciscaner-monniken begonnen luidkeels te klagen over de nieuwe leer. Het was een droevige tijd voor hen toen het geld besteed werd voor het Evangelie, welk geld anders in hun zakken gevloeid zou ryn.

(Wordt vervolgd»

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1946

De Banier | 4 Pagina's

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 maart 1946

De Banier | 4 Pagina's