Ware geschiedenis van Willem Farel
On- 34 middellijk nadat Wj arriveerde, gaf bij allen met - wie hij in a»r.raking kwam de gezegende boodschap, waarmte God hem uitgezonden had. Zooals hij het in Parijs en Meaux deed, zoo de«d hij dit ook in La Farelle en Gs'P en de omliggende dorpen. Kij predikte in de straten en velden, in fabrieken en hofsteden, op de rotsen aan de rotsen aan de zijde der rivieren en op de berghellingen. Waar er maar twee of drie menschen vergaderd vyaren, was hij met zijn Bijbel en zijn doirderstem om te prediken. Het duurde matr zeer kort ivoor zijn broeders DiST.iël, Jaeob, Walter en Claudius geloofden en bekeend werden. De priesters vlogen op van woede: een jonge man, niet eens een geestelijke, zoo te preeken! ket. terijen te preeken! en overal te prediken! „Hij is noch priester, noch monnik", zei de bisschop van Gap. Faral werd voor den bisschop en de magistiaat van Gap gedagvaard en uit het district vtrbaTnen; maa^r het Woord Gods kon niet verbannen worden- Behalve zijn vier broers, bleek het dat in dezen tijd velen tot God bekeerd waren. Onder hen bevond zich een jongen, Anthonie Boyve genaamd, die in Dauphiné woonde. Onthoudt deze jorgen Anthonie. ü zult, opnieuw van hem hooren. Wie was deze jongen? Niet ver van he< t kasteel van Les Farelles was het oude kasteel Chastelaid, alwaar een familie woonde, Coct genaamd. De oude Heer van Chastelard had verscheidene zoons; zijn tweede zoon Anemond was een ridder, (Jie blijkbaar heen en weer trok en op zijn reizen Willem Farel ontmoette. Zeer waarschijnlijk kenden zij elkatider reeds als jongens en hadden elkaar in Parys ook ontmoet en het was door middel van Wilkm Farel dat Anemond den Htere Jezus Christus had leeren kennen. Hij k€ € rde daarop in DaupOiiné terug, waar hij de goede tijdingen aan de huisgenooten overbracht. Onder degenen, die geloofd an, behoorde een priester van Grenoble, Petea: Sebville genaamd. Deze priester predikte het E'vangelie reeds met groote kracht, toen Willem Farel in Dauphiré aankwam. Ons is v-erteld dat hij een prediker was, met groote welsprekendheid, met een eeilijk en goed hart en die niet te rade ging met vle«sch en bloed. Maar de jonge ridder Anemond was daar niet langer; juist ongev-eer den tijd dat Willem Meaux verliet, was Anemond naar Wittenberg in Dujtschland vertrokken, om kennis met Luther te maken. Vandaar was hij naar Zurich in Zwitserland geieisd om Zwingli te ontmoeten. •Wie was Zwingli? Wij kunnen natuurlijk niet de geteele geschiedenis gaan vertellen, maar willen alleen in een paar dl aal van Züridh geweest is. woorden zeggen dat hij sinds 1518 de prediker in de kathe- Hij had zooals Luther iin Duitschland, leeren verstaan, dat zoTidaren zalig wonden door den dood van Christus en daar hij bij mate h«t licht uit Gods Wooid ontvangen had, had hij stoutmoedig gesproken tegen sommige goddelooze leerstellingen van het pausdom. Een jaar later, in 1519, werd Zwingli door een geyaarlijke ziekte aangetast. En deze ziekte nu {leeft God willen gebruiken Zwingli vam blind ziende te maken. Juist in dsn tijd dat Fa. rel de stad Meaux verliet, werd het nieuws verspreid, dat Zwingli al de beelden en reliquieën in de kerken van Zurich en omliggende dorpen had laten wegnemen en vernietigen. Hij had dus een groote stap gedaan en toch bediervde hij de mis nog en nam andere pauselijke vormen waar. Dit deed hij niet zoo zeer, omdat hij dacht dat het op zichzelf goed was, maar uit vrees de priesters aanstoot te geven, door het na te laten. Hij bezat veel ongemeene kwaliteiten, waa'i'voor velen hem toen en ook in later tijden prezen en bewonderden. Zij noemiden het wijsheid en gema-. tigdheid, maar Farel 'zou het „voorzichtigheid van h^t vleesch" noemen. In dit opzicht stonden Zwingli en Farel lijnrecht tegenover elkaar. Zwingli was altijd in groote mate jopulair en tracihtte de menschen niet tot toorm te verwekken. Zwingli handelde voorzichtig en met mate- Maar Bédier en Dup-iat hadden Farel „dat vuurbra'nd van tweedracht", die hun in Parijs ontsnapt was, niet vergeten. Zjj zonden waarschuwingen naar den bisschop van Gart en men begcun ijverig naar ketters en predikers te zoeken, maar Willem Farel was onvindbaar.
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1946
De Banier | 4 Pagina's