Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Stichtelijke overdenking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Stichtelijke overdenking

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HET LIJDEN VAN CHRISTUS

Matt'. 26 : 14—16

Wij overdenben in deze dagen •weer het lijden van den Heere Jezus. Welk een lijden is dat toc'i geweest! Vooral als we bedenken dat Hij het niet had behoeven te dragen, maar dat Hij het vrijwillig heeft willen ondergaaiï voor anderen! Den ganschen tyd Zyns levenff op aarde heeft Hij geleden onder den toorn "Gods tegen de zonde, maar bijzonder aan het einde Zijns levens (op aarde). Welk een lijden i.s ook dat verraad van Juda.s, waarvan we lezen in de hierboven aangehaalde Schriftwoorden, voor den Heiland gewee.st! Wat een smaad! Dat Zijn heilige persoon efl zaak verlaten 'werd door een van de Weinigen en intiemsten. Dat Zijn vijanden zich konden verheugen en zeggen: „daar zie je mi wat er van die zaak . des Nazareners aan is; als ze deugde en hemelsch v/as, zou dan één van de meest ingev; ijden h-ar verlaten en verzaken? " Ja, dat behoorde óók bij Christus' lijden! De smaad en die schande! „Toen ging een van de twaalve, genaamd Judas Iskarioth, tot de overpriesters, en zeide: wat wilt ge mij geven en ik zal Hem XL overleveren ? "

Juda.s, een man uit het plaatsje Karioth, was één van de 12 discipelen, liij was één van de twaalf mannen die Jezus had uitverkoren. Veel liefde van Jezus had hij ondervonden. Gemeenzaam had hij met Christus omgegaan. Hij had Hem zoo krachtig hooren spreken en zooveel wonderen zien verrichten. Zelf had h\j in 's Heeren Naam het koninkrijk der hemelen verkondigd, wonderen gedaan en duivelen uitgeworpen. En zie, diè inan verraadt nu Jezus !T)at was erg voor Jezu.s, maar het was óók verschrikkelijk erg voor dien Judas zelf! Wat een snoode ondankbaarheid! Wat een gruwelijke boosheid! Wat kan het toch véel schijnen, terwijl het in werkelijkheid niets is! Het ware dJsn .mensch beter, nooit geboren te zijn geweestj

Die Judag, is een huiveringwekkend voorbeeld voor ons allen. Judas, de' naam kan goed en Èchoón zijn, "t^wijl toch het wézen verkeerd i, s en slecht. Een mooie naam zegt op zichzelf nog niets. Judas, z'n naam beteekent lover, belijder des Heeren, maar hij is in wezen een verlater, een verrader en verwerper des Heeren. Laten we dus niet in wat oppervlakkige godsdienst maar voortleven, onszelven vleiende met schijn, met een mooien vorm. 't Isi niét alles Israël wat Israël heet ! 't Wordt ons hier op aangrijpende wijze geleerd, hoe het altijd in de Kerk, in de gemeente Gods hier op^arde is. D'r is altijd kaf onder 't koren, 't Is niet allemaal goud wat er blinkt. Zelfs onder de 12 discipelen was een Judas Iskarioth! In de heiligste vergaderingen is een duivel. Wie dus meent dat zyn kerk of kring zonder vlek en rimpel is, en' bestaat uit allemaal ware christenen, vergist zich jammerlijk. Zulk een vergi.s, 8)ng heeft schrikkelijke gevolgen. Men ga8, t zich verheffen op z'n. kerk of kring, men denkt dat men er is, er komt, een God-onteerende en zielverdervende zelfgenoegzaamheid! '

„En zij hebben hem toegelegd dertig zilverlingen. En van toen af zocht hij gelegenheid opdat hiJ - Hem overleveren mocht."

Judas gaat Jezus verraden en overleveren voor 30 zilverlingen.

Dertig zilverlingen. Dat was de prijs die men - betaalde voor een slaaf. De overpriesters hadden voor Jezus niet meer dan 30 zilverljngen over, niet meer dan voor een slaaf! En • Judas óók niet! Judas had nog niet eens 30 zilverlingen voor Christus over. Ze achten den Heere dus als een slaaf en nog minder dan een slaaf! Dat wil dus met andere woorden zeggen: ze achten Hem niet! Hij, de achtenswaardigste, is veracht in hun oog! Het woord, door Jesaja" gesproken, gaat. in vervulling: „Hij - was veracht en de onwaardigste onder de ménschen." O, welk een lijden voor Christus! Hij moest .kliagen: „zelfs de man mijns vredes, op wien ik vertrouwde, heeft de verzenen tegen mij opgeheven." De overpriesters hebben Eem veracht, maar ook Judas heeft Hem veracht. En wij ? Ook vrij hebben Hem niet geacht! Ons aller natuarlijke gezindheid komt uit in die 30 zilverlingen. Ook wij achten God niet méér, ja, nog minder dan een slaaf. Wat hebben wij van nature over voor den Christus Gods, voor onze zaligheid, voor Zijn goddelijk onderwijs, dat ons wijs kan maken ^^^ zaligheid? Wordt de Heere j ^ ^ ^ ^ ^^^^^ ^^^ ^^j^^. begeerd? Stellen we veel prijs op Hem, op Zijn gemeenschap, op 2^31 Woord? Helaas moet gezegd worden dat bij ons menschen van nature alles vóór gaat. We zijn zoo ongeestelijk, zoo vleeschelijk. Onze geestelijke behoeften zien, gevoelen we niet! Daarom is Christus ons in den grond der zaak verachtelijk I O, dat we met ware droefheid bekennen leerden, dat wij van onszelven géén waarde stellen op Christus, op ijn Woord, op Zijn vergoten loed, op ^ijn zoen- en kruisver-dienste!

Allen die oog krijgen voor de beteekenis, de waardigheid, de dierbaarheid Gods, zullen weenend belijden: „O Heere, ik heb U altijd veracht en versmaad; hoe heb ik het toch kunnen doen!" Dan leeren we verstaan dat wij onwaardig, ja, straf- en do«mwaardig zijn, dat wij verdiend hebben door den Heere versmaad en ver.stooten te-worden! Zalig, wie dat mag verstaan. Want voor een onwaardig, verwerpelijk, 'van zich zelf doem- en heiwaardig volk wordt nu die Jezus zoo heerlijk, die Jezus, die zich als een onwaótrdige heeft laten behandelen, dié versmaad, veracht, verworpen, uitgestoten werd! Ja, voor zulk een volk wordt die lijdende, die gesmade en verra< len Christus zoo' heerlijk gepast! De liefde des Hebren in dien. Borg en Middelaar wordt dan zoo zoet, als het verstaan wordt hoe Hij in de plaats van dezulken is gaan staan! Hij verworpen, ' opdat verwerpelij'Len zouden worden aangenomen. Hij veracht en versmaad, opdat verachtelijken zouden worden geerd en gekroond! O, dan blijkt de liefde van Christus waarlijk de" kennis te boven te gaan! Dan zwemt de onwaardige zondaar in de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus, ' onzen Heere. Dan wordt het ondervonden dat Jezus' lijden, ook Zijn lijden van smaad en scharde en verachting, een rèddeiril. ver!" - j-e-td, plaats verzoenend tn p ants bel: léedend lijden is. En we z'ngen, in bewonderende aanbidding:

„Wij steken % hoofd omh#og en zullen d'eerkroon dragen, Door U, door U alleen om 't ceuwig''welbehagen."

Giessendan; .. Ds. STELWAGEN

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1946

De Banier | 4 Pagina's

Stichtelijke overdenking

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 april 1946

De Banier | 4 Pagina's