Ware geschiedenis van Willem Farel
42
Het volgende voorwerp van Bédier was Erasmus. Dit was niet omdat Erasmus een leeraar van het Evangelie was, integendeel, hij had juist tegen Luther en de Lu'fheranen geschreven. Maar Bédier wist, dat Erasmus hem en de priesters en de monniken in het algemeen om hun onwetendheid, domheid en hui. chelachtigheid verachtte. Boven, dien had hij de zaak van het Evangelie zonder het te bedoelen door de studie van het Orieksch en dus die van het Nieuwe Tes. tament aan te moedigen, voortgeholpen. Ook had hij het Nieuwe Testament vertaald en over het geheel genomen had Eras, mus meer gedaan om de nieuwe leer te verbreiden, dan te verhinderen en daarom, aldus Bédier, moet Erasmus ten spoedigste ver nietigd worden. Maar Erasmus deed om zich te beschermen een beroep op Keizer Karel V. Dit plan gelukte en een ander slacht, offer ontsnapte uit de klauwen van de Sorbonne. Een van de volgende personen die gegrepen werden, was een predikant van het Evangelie nabij de stad Nancy in Lorraine. Lorraine v«rd toentertijd bestuurd door een hertog Anthonie den Goede ge. naamd, maar Anthonie's goedheid begon en eindigde met 's Meeren gebed en de Ave Maria op alle mogelijke geschikte of liever ongeschikte gelegenheden te herhalen. Wanneer hij daar niet mee bezig was, dan gaf hij zich over aan ondeugden op zedelijk gebied of hij vervolgde het volk Gods. Hij en zijn biechfva. der, de monnik. Bonaventura grepen Schuch, om door den hertog gehoord te worden. Het verhoor geschiedde in het Latijn, doch dezo taal verstond Hertog Anthonie niet, maar 'hij werd ge. prikkeld omdat hij Schuch zoo kalm en gelukkig zag kijken. En (oen hij dacht, dat het verhoor lang genoeg geduurd had, stond hij op en veroordeelde Schuch om levend verbrand te worden. Schuch keek naar fiem en antv.'oordde rustig: „Ik was blijde toen men tegen mij zeide: „Laat ons in het Huis des Heeren in. gaan".
En hef was in Augustus 1525, dat Schuch en zijn Bijbel te Nancy verbrand werden. Maar daar waren nog meer slachtoffers op wie Bédier zijn oog gevestigd had.
De volgende die gegrepen werd, was de jonge student Jacobus Pavanne. U herinnert zich, dat hij in de gelukkige dagen van Meaux door Brigonnet uitgenoodigd werd met Faber en Parel in hef Evangelie.werk te komen helpen. Toen Brigonnet Christus den eersten keer verloochend had, werd Pavanne door de SorJDonne inge. rekend en gevangen gezet; dit was einde 1524. Arme jongen. Alleen in zijn gevangenis voelde hij, dat zijn moed hem begaf; en besloot om tot het pausdom terug te vallen, waarop hij vrij gelaten werd. Maar van dat oogenblik af was hij zeer ellendig. Ons wordt verteld, dat hij zijn tijd met huilen doorbracht. Nu kwam hij zichzelf melden en zeide datt hij tegen den Heere gezondigd had, begeerend gerekend te worden on. der diegenen, die in Christus alleen geloofden. Hij zeide niet in het vagevuur te gelooven en dal hij tot de heiligen niet bidden kon; hij wilde Christus als zijn Zaligmaker en Christus alleen omhelzen. Pavanne werd nu naar de Place de Grêve te Parijs ge. bracht om aldaar verbrand te M/orden. Maar zijn droefheid en vrees waren var, hem weggenomen; hij wandelde opgewekt en blijmoedig naar den brandstapel. Gedurende de weinige minuten, die er over bleven, predikte hij stoutmoediglijk. En de kracht van die kleine preek was zoo groot, dat één van de priesters zeide: „Ik zou liever gezien hebben, dat de kerk een millioen goudstukken betaald had, dan dat Pavanne gesproken had zooals hij gedaan heeft. Pavannes verbranden werd spoedig opgevolgd door een ander glorierijk getuigenis voor Christus. De arme kluizenaar van de Bosschen van Livry werd in de stad Parijs gesleept om door een langzaam vuur voor de ka. thedraal de Notre Dame verbrand te worden. De geheele stad stroomde samen naar de plaats van executie. De kluizenaar was kalm en vastberaden. De priesters verdrongen zich rond hem en hielden een kruisje voor zijn oogen, terwijl de doctors van de Sorbonne luide uitriepen. „Hij is verdoemd; hij gaat naa het heL sche vuur". De kluizenaar antwoordde slechts dat zijn vertrou. wen op Christus was en dat hij besloten was te sterven en dat hij alleen in Christus als Zijn Zaligmaker geloofde.
(Wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 mei 1946
De Banier | 4 Pagina's