Stichtelijke overdenking
HEMELVAARTSDAG En als Hij dit gezegd had, ^ werd Hij opgenomen terwijl ] ' ' zij het zagen, en eéne wollc riam Hem weg van hunne oogen, , Handel. 1 : 9.
Wederom mag Gods Kerk op aarde het Kroningsfeest van Koning Jezus herdenken O, dat onze harten vervuld worden met de heerlijkheid van Sions eeuwigen Koning, en dat wij Hem prijzen mochten. Hem die alle lof. eer en aanbidding toekomt in den hemel en op de aarde. Van nature is ons oog voor Christus gesloten. Wij kennen Hem niet krachtens onzen diepen val in Adam, noch in Zijn Persoon, noch in den staat Zijner vernedering, noch in den staat Zijner verhooging. Christus moet ons ontdekt worden door dèn H. Geest. Paulus schreef: „Wanneer het Gpde. behaagd heeft Zijn Zoon in niij te openbaren". Gal. 1 : 55.
Hij is de van eeuwigheid verordineerde van den Vader tot Borg, Middelaar en Hoofd Zijner Kerk. ^ •
De Kerk is in Hem verkoren van vóór de grondlegging der wereld. Ef. 1 : 4. Daar in de stille eeuwigheid werd Christus verbonden met Zijn Kerk, maar ook de Kerk met Christus. Tot de verheerlijking en opluistering van Gods deugden, maar ook tot de zaligheid van de uitverkorenen, •werd Christus door den Vader in de wereld gezonden. In Gen, 3 : 15, in de moederbelofté, werd Christus in Zijn strijd en overwinning reeds bekend gemaakt. Maar ook iri de volheid des tijds heeft God Zijn Zoon uitgezonden, geworden uit eene vrouw, geworden onder de wet Gal. 4 : 9. Uitgenomen een enkel voorval in het leven van Christus op aarde, heeft Hij de eerste dertig jaar verborgen geleefd in Zijn woonplaats te Nazareth. Toch zijn ook die jaren Bogtochtelijk geweest en tot zaligheid en profijt van de Kerk. Geen stap deed Hij op de aarde, en geen zucht slaakte Hij of het was ten nutte van de Zijnen.
Dat volk dat hier doorleven mag:
. Eenzaam ben ik en verschoven. Ja, de ellende drukt mij neer krijgt de ondersteuning en vertroosting uit dat dierbare leven van den. Borg des Verbonds., Oneindige diepten liggen er in verklaard, wanneer het God behaagt om er ons in te leiden. Doch inzonderheid dat openbare leven van den Middelaar is van het allergrootste belang. Telkens en telkens moeten wij maar gewaar worden, hoe blind en arm wij zijn. Christus heeft als de knecht des Vaders volvoerd het welbehagen des Vaders, en voleindigd het werk waartoe de Vader hem in de eeuwigheid had geroepen. Aan het Goddelijke recht heeft Hij voldaan. De laatste kwadraatpenning heeft hij betaald, en tot de laatste druppel den beker van Gods toorn en gramschap geledigd. Voor Gods heil bleef er niets meer over om te betalen, dan alleen de varren onzer lippen. De straf die ons den vrede aanbrengt was op Hem, en door Zijne striemen is ons genezing geworden. In de opstanding uit de dooden heeft Christus de kwitantie ontvangen dat voor al de zonden der uitverkorenen was voldaan. De vloek was weggenomen, het leven verworven, en een eeuwige gerechtigheid aangebracht.
In de hemelvaart maakt de Hoogepriester zich op naar den tempel daarboven, de Koning gaat naar Zijn troon, en residentie, het kind keert terug naar den Vader. Op een zeer eenvoudige, maar toch zulk een waardige wijze wordt de hemelvaart van Christus ons meegedeeld door Lucas.
Tusschen de opstanding van Christus en Zijn volheerlijke hemelvaart ligt een tijdperk van veertig dagen. In die veertii^agen heeft de Heere Jezus door vele gewisse kenteekenen Zijn discipelen onderwezen van het Koninkrijk Gods. Reeds drie jaar hadden-zij zulk een kostelijk onderwijs ontvangen, maar nu kregen zij lessen, die zij nog nooit hadden gehad, en die zoo onmisbaar waren voor hun gewichtvol werk als apostelen des Lams. Zij zouden straks optreden als de grondleggers van de Nieuw- Testamentische Kerk
Christus bereidt Zijn discipelen voor, en zendt hen niet onvoorbereid de wereld in. Zeker het onderwijs zou met die veertig dagen niet geëindigd zijn, want zoolang Gods knechten en kinderen op de aarde zijn, worden zij door den Heiligen Geest onderwezen. De profetische beotiening van Christus blijft hun van noode, zoolang zij in deze bedeeling zijn. Niet langer dan veertig dagen bleet Christus - op aarde, om Zijn discipelen te spenen aan Zijn lichamelijke tegenwoordigheid. Het was in die veertig dagen toch al zoo geheel anders dan tevoren. Vóór Christus stierf, gingen de discipelen eiken morgen naar Christus Zij wisten steeds waar, Hij vertoefde. Maar in het tijdperk van die veertig dagen openbaarde de Heere Jezus zich maar een enkele maal aan hen. En ze moesten maar steeds wachten, lot. dat Hij nog eens kwam. Zijn komst was steeds zoo verrassend en verblijdend. Het leven van Gods kerk wordt steeds afhankelijker. Zij moeten uit genade zalig worden De hemelvaart Christi was onder het Oude Testament voorzegd o.a. in Ps. 24, Ps. 47, Ps 68. Jesaja 53 : 13. Ezech. 44 : 2—3. Maar ook zinnebeeldig afgeschaduwd door den ingang van den Hoogepriester die telken jare op die grooten Verzoendag met het bloed van kalveren en bokken inging in het aardsche heiligdom, om voor zichzelf en het volk verzoening te doen
Christus had zelf Zijn hemelvaart voorzegd, ook vooral tegen Maria Magdalena in Joh. 20 : 17. Ik vare op tot Mijnen Vader en Uwen Vader, tot Mijnen God, en Uwen God
Als de dag is aangebroken heeft Christus Zijn discipelen mee genomen naar den olijfberg. Het land der belofte, dat Hij had doorgegaan, goeddoende en genezende, alle.ziekten en kwalen, ja ook allen die van den duivel overweldigd waren, en waarin Hij den vollen raad Gods had verkon. • digd. Zag Hij nog eenmaal van den top van den berg voor zich, Jeruzalem, de bloedstad, waarin Hij ter dood veroordeeld was, en waaruit Hij, dragende het kruis, uitgeleid was, lag beneden, ten Westen aan Zijn voeten, De heuvel Golgotha, alwaar Hij den dood des kruises was gestorven, verhier in 't Noorden Zijn kruin. Gethsemane, alwaar Zijn ziel bedroefd was geweest tot den dood toe, en Hij den toorn Gods tegen de zonde gedragen had, maar ook den zwaarsten strijd had gestreden, bevond zich in de nabijheid aan den voet van den berg. Dat aan dat alles door Christus gedacht is, is buiten alle tegenspraak. Het lag nu echter alles achter Hem. Het keert nooit meer terug. Met ééne offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen die geheiligd worden
God is nu verzoend met den uitverkoren Zondaar, en Satans voor eeuwig vermorzeld. Zegenend breidt Christus Zijn handen uit over Zijn jongeren. O zij hebben nooit meer te vreezen. In Zijn beide handpalmen zijn zij gegraveerd. Onder Zijn bescherming en besthutting zijn zij veilig. De poorten der hel zullen Zijn gemeente niet overweldigen. En, missen zij alles, door Hem worden zij gezegend en bediend. Uit Zijne volheid ontvangen zij genade voor genade
Christus neemt wel afscheid van hen, maar toch Hij blijft eeuwiglijk bij hen. Met Zijn Godheid, Majesteit, Genade en Geest, wijkt Hij nimmermeer van nen. Er is geen reden mer om bedroefd te . zijn. Hij verlaat hen nooit.
Zijn goedheid is in nopd en dood. Voor ons Zijn volk oneindig groot.
O wat is de wereld arm, en wat is Gods volk rijk. Neen die armoede vgn de wereld is nooit uit te spreken, maar ook de rijkdom van Gods kinderen is nooit uit te drukken.
Als de zon maar schijnt, en onze oogen zijn open, wij mogen een geloof oefenen als een mosterdzaad, dan is er geen wolkje aan de lucht.
Wat is het dan voor die oogenblikken dan toch ruim. Dat wij er in deze dagen iets van mogen hebben in ons hart.
De discipelen zijn aanschouwers geweest van Christus lijden, aj zullen het nu ook zijn van /iijn heerlijkheid De heerlijkheid van deze beschouwing zou de smadelijkheid van Zijn lijden verzetten, en al de ergenis van Zijn kruis in hunne zielen uitwissen. Met welk een beshstheid zullen zij dan ook straks er getuigenis van geven, als zij tot de volle bediening zijn ingegaan Joh. 19 . 35. 1 Joh. 2 : 1-2.
, . Zoo moesten deze geesteiijse Zonen van Israel hunnen vader Jacob van zich zien scheiden. •ïoo moesten deze geestelijke Eliza's den van hemeisehen ijver braadenden Elia, wel niet in esn onweder, maar op een sierlijke wolk zien ten hemel varen
O neen, 't was de eerste maal niet dat een wolk Christus ten dienste stond Denk maar aan Sianie, in de woestijn, in den tabernakel en - enipel. op den berg der verheerlijking De Wüik was zooveel als een wagen, die Hem ten hemel indroeg. In t's. 104:3 worden de wolken '«K Gods wagenen genoemd. Op een prachtigen triumfwagen werden de oude helden na de overwinning binnen gehaald Zoo ook hier de Leeuw uit Juda's stam naar de plaats van zegepraal en rust van zijn heerlijkheid, toen op een wolk. Wat glans wat Majesteit hebt Gij .dien Vorst bereid!
Bij Christus geboorte waren er engelen, in Zijn 'even, in Zijii lijden, in Zijn opstanding, ook na bij Zijn hemelvaart Stralen zuilen Zijn kern vergezellen bij Zvn komst ten oordeel Christus is het hoofd van de hemelsche ieg-: rscharen, en zij nebben Hem altijd omringd om Hem eere en heerlijkheid te geven.
O. dat onze ziele er ook toe veiwaardigd werd dr is het waafiig dat alle tong Hen zal belijden- Christus is opgencmen van 'Ie aarde in den lemel De Valer heeft den Zoon verheerlijkt Gurts recht was voldaan de schuld veTzoend. de vloek weggenomen De hemel wordt geopend; de afstand weggenomen God zal nooit meei toornen of schelden - jr- Zijn volk God daalt in hurne harten met Zijn Geest en genade Goüs- ki.ideren mogen nu opKlimmen rot Gods altaren. Ja, omdat Christus hun Hoofd opgenomen werd i, \'ilen zij hier ook riip*- al^ij'' m^efc^r' blijven " neen. Gt)ri zal u lie'' vergeten, en laten zwerven, ware Sionieten. Uw : ieilzon is aan "* cagen. Straks nr-oogr g'' thuis komen en dan eeuJiiti thuis i-.ni-tTi.
De hemelsche ^ezant mag weei terugkeeren in > ; .• n Vaderland; toen Hij alles volbracht had. v.-at te volbrengen was Gods volk komt ook eenmaal thui.- O houdt moed. godvruchte schaar De zaliuheid ligt in Gr.d vast
En wat een ontvangst he< ; ft Christus in den acme; gehad üe Koning der eere geweldig in dea strijd, is ontvang.^r door den Vader en 'den H. 3eest met onuitsprekelijke blijdsc lap De hempifii hebben weergaim'- van de aani-idding der heilige engelen en - inn vankelijk verlosten. Christus kwam binnen - tis overwinnaai maar ook met Zijn verheerliii^-tï menschelijke natuur die Hij fevo ren niet had gehad.
Wat dat binnenkomen gewe-^.-ït is. gaat alle beschrijving en l-e vatting te boven God de Vadei heeft Hem de heerlykheid gege ven, die Hij nao eei de werr^iu was als God. - naai heeft öem ook verheerlijkt als Middeiaai God heeft Hem uitermate verhoogd
Christus voer ten hemel en kwam de troonzalen des hemeis binnen om als de lOddelijke Pro feet Zijn geesteUiken leerstoe! co te richten
Om als hoogepriester voor het aangezicht van 3oö met Zijri offerbloed voor ons te verschijneu Aldaar moest deze gloriewaardige Koning den troo-a Zijner heerlijkheid in vollen aaoruk beklimmen En nog veel mes.- zoi.den wij er aan toe kunnen v; ; Fgen maar wij zouden te uitgeo'eid "vordeii foor deze korte overdenking. Allerwege wordt in de kerken dat heugelijk teir 'lerdacht. En ir mijn gedachten ^-i- ik nier en d i.ir op ziekbedden, en ..n huisgezinnen, een preek betrekking hebbend op de hemelvaart Christi in de banden van degenen die nog bslang stellen in ae hemelvaart Christi
Wij mogen iczcu dag nog upleven. Hoevelen we; oen afgesnedec uit den familiekring voor wie het eeuwigheid is geweiden O wat aal het onderscheid groot zijn.
De meesten zicu Christus met verschnkkmg, Goaf- uitverkoreiieii rnel blijdschap - a vreugde, Ma.4i hoe staat het met ons. mederü-'igers iiaar de dsuwigheid? Hemelvaartsdag is VOO, jeien een lutgaans-dag, en voor velen een zonae-dag, zuoals ae leestdagen Q.jor velen daarvoor gebruikt worden. Jonge menschen brengt den HKmeivaartsdag cOi; !) niel door m ds ijdelheid en m de zonden.
Zoovele jonge nienschen weroen afgesneden op atl ooriogsveiü. U> gevangenissen oi» concentruiiekampen. Ook m Indie vleien er reeds zoovelen, die nooit meer terug zuilen keeren MI hun üieroaie betrekkingen. Ook aan die ailen. die thans m rouw zitten, den, i ïk. De Heere mocht hen ondersteunen en de diepe wegen heiligen aan hun nart. Hiei op de weiud is het teleurste.ding op teleurstelling en smart .jp smart. Chiislus nam Zijn discipelen mede uit bsihanié, uit het treurbuis naar don Olijtberg. O» dat velen er toe verwaardigd werden
Wat zal het zijn vreemdeang •van Christus te olijven en geen deel te hebben aan Zijn Persoijü en werk. Buiten Chrisius is net een eeuwig omkomen Wij zunevi geen dageraad nebben, als wil moeten sterven gelijk wij geborBU zijn. O bedenk toch nog in. de? *i»i dag vvat tot uwen eeuwigen vrece is dienende.
Het pardon van den hemel wordt thans nog uitgeroepen aju degenen, die iicn als dood fcn doemschuldigen voor God leeroon kennen. Wij heiiBen in A'dam ons van God los gescheurd, den hemel gesloten en de aarde verwoest Christus opende den hemel ea nam den vloeit van de aarde at. Dat wij door wederbarende jjenade en verniejwing des Heilig< -> a Geestes, door hat geloof vereenigd worden met Christus. In Hem iiyt alles wat wij tot het leven en de godzaligheid van noode hebben Gedrukte en naergebogene zieleu, die daar onder den last van iiw schuld en zonde aanvechtingen en bestrijdingen over de aarde gaat. dat die verheerlijke Chii: stus u eens opricntte.
Hij heft zeer fijn op uil den stot De kleine, tot Zijn eer en lof. Uit den asch verhoogt hij den armfn. Dat Hij hem bil den Vorsten groot. Ja, bij den Vorsten Zijns volks bloot Verheffe na Zijn groot on tf armen. Ps. 113 4
Christus geboorte, leven, sterven, opstanding en hemelva-art moet door den Heiligen Geest worden toegepast en bevindeiyk doorleefd, zullen wij het nut en het profijt, maar ook de troost er van ervaren in ons hart. De oppervlakkige Beschouwing er van zal ons niet baten voor de eeuwigheid, en het zal hier in den tijd geen vrucht afwerpen tot zaligheid. O. dat wij alles «nochten verliezen, om Christus te bezitten en Hem als ons persoonlijk eigendom te omhelzen Volk van God, ziek of gezond, dat wij in dezen dag werden opgewekt om Christus te mogen aanschouwen door het geloof. Hij is toch al onze defde waardig. De Vader gaf Hem uit souvereine gt; nade. De Zoon gaf zichzelf en ging na Zijn volbracht BorgwerK terug naar den hemel, 't Was uit enkele liefde en ontferming. Dat wij Hem verheffen mochten als het hoogste onzer blijdschap. Hij voer ten hemel, ook opdat Hij voor 11 plaats bereidde. Wat een eeUvig wonder.
Hij daalde neer ter heUe. om dan ten hemel in te gaan. HJ neemt ook u straks op in Zijn. eeuwige heerlijKheid O dat onze ziele hemelsgezind, dien kroningsdag en triumfdag met blijdschap tegemoet moge Zien. Met groot verlangen, om Zijn Naam eeuwig
te prijzen. Amen.
Ds. L.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 mei 1946
De Banier | 4 Pagina's