Het Nationale Welvaartsplan
I.
Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp ter voorbereiding van de vaststelling van een nationaal Welvaartsplan ingediend. De Regeering beoogt met dit wetsontwerp te kom.en tot een verantwoord beleid op economisch, financieel en sociaal gebied. Zij is - zooals zij in haar Memorie van Toelichting te kennen geeft - van oordeel, dat het Overheidsingrijpen zich niet tot enkele maatregelen van sociale bescherming mag beperken, doordat, indien zij zich daartoe beperkte, de bevolking aan groote sociale onzekerheid en het bedrijfsleven aan voortdurend verstoringen van het economisch evenwicht zouden blootgesteld worden. Daarom blijft volgens de Regeering overheidsingrijpen geboden, sociaal gezien om de bevolking te vrijwaren voor de gevolgen van het vrije spel van blinde economische krachten, economisch gezien om het economische leven in banen te leiden, waardoor binnen het kader der internationale mogelijkheden de grootste nationale economische prestatie kan worden verkregen. De Regeering wil alzoo door dit wetsontwerp de bevoegdheid verkrijgen om ter bevordering van de nationale welvaart van boven af regelend en Ordenend op economisch, financieel en sociaal gebied te, kunnen optreden. Dit heeft een geweldige uitbrei- * ding van de regeerings-macht in zich.
Op zichzelf genomen hebben wij tegen het regelen en ordenen in zaken geenerlei bezwaar. Wie overeenkomstig de Heilige Schrift wenscht te leven, kan daartegen geen bedenking hebben. In den Bijbel toch wordt ons nadrukkelijk geleerd, dat de Heere een God van orde is en dat Hij heel de wereld naar Zijn eeuwig voornemen met welbe wuste doeleinden geschapen heeft en onderhoudt. Wanorde en bandeloosheid m.oeten dan ook onvoorwaardelijk afgekeurd worden. Nochtans hebben wij tegen dit wetsontwerp zeer ernstige, principieele bezwaren.
Wat ons bij de hedendaagsche planmakerij in het algemeen en tegen dit Welvaartsplan in het bijzonder zoo tegen staat, is, dat hierbij geenerlei rekening gehouden is met Hem, Die alles bestuurt en geheel naar Zijn welbehagen regeert. Het Woord des Heeren: „Mijn raad zal bestaan en Ik zal al Mijn welbehagen doen", is hierbij geheel uit het oog verloren. De nietige mensch beeldt zich hierbij maar al te gemakkelijk in, dat hij de plaats en den stoel kan innemen van Hem, Die zegt: „Zonder Mijn wil kan geen muschje ter aarde vallen" en wederom: „Al de haren uws hoof ds zijn geteld".
Nogmaals, tegen regelen en ordenen gaan op zichzelf genomen onze bedenkingen niet. Ons bezwaar begint daar, waar de mensch zich in staat acht, zonder den Schepper en Bestuurder aller dingen in erkentenis te houden, de zaken zelf wel te kunnen regelen en ordenen. Daar waar de planmakerij opgezet wordt zonder op den levenden God en Diens geopenbaard Wpord acht te geven, ontstaan daartegen van stonde aan onze zeer ernstige bezwaren. Het staat van tevoren toch reeds onomstootelijk vast, dat alle plannen, welke opgemaakt en uitgevoerd wiorden, zonder dat men daarbij opziet tot Hem en in afhankelijkheid leeft van Hem, in Wien wij zijn, leven en ons bewegen, tot een volslagen mislukking gedoemd zijn.
Deze alles beslissende factor nu missen wij in het Nationale Welvaartsplan der Regeering. Wij vinden daarin met geen enkel woord melding van gemaakt. Geen spoor of wezen valt daarin dan te bekennen. De mensch, die zelf alles vermag, is daarin aan het woord. Men proeft den jammerlijken geest van onzen tijd in dit wetsontwerp. Het vertoont een socialistisch revolutionair karakter.
Dit treedt al heel duidelijk aan den dag, indien wij zien, dat de Regeering het besturen, regelen en ordenen op economisch, financieel en sociaal gebied in de handen van Vadertje Staat gelegd wil zien.
Wij zijn geen liberalen, dat wij het stelsel van „laat maar gaan" huldigen. Wij zijn kinderen der Refcimatie. Daarom wijzen wij alle overheidsbemoeienis krachtens beginsel niet van meet af van de hand. Ons staat voor oogen, dat Calvijn dit destijds in Geneve ook niet gedaan heeft. Integendeel, hij heeft niet geschroomd, toen in een groot gedeelte van Geneve en vergaande zedeloosheid heerschte, daar van overheidswege krachtig te laten ingrijpen. Daar was destijs ook alle reden voor. De eere Gods was er mede gemoeid. De eisch van Gods Woord gebood het. Ten aanzien van het onderhavige wetsontwerp staat de zaak geheel anders. Hierbij ontbreekt de nadrukkelijke eisch van Gods Getuigenis. Hierbij grijpt de Staat eigenmachtig in, als hij op het economisch, financieel en sociaal gebied regelend en ordenend wil optreden. Hierbij heeft niet Gods Woord, maar het revolutionaire inzicht onzer dagen de beslissende stem. Hierbij wordt de zaak beslist naar het revolutionaire stelsel van de meerderheid plus één, waarbij de minderheid of het recht of onrecht is, zich heeft neer te leggen. Hierbij heeft de revolutionaire vrijheid, welke immer in revolutionairen dwang eindigt, de zeggingschap. Hierbij treffen wij die revolutionaire staatsalbemoeienis aan, welke alle particulier initiatief en bedrijfsleven in de Staatsboeien slaat en daarmede alle particulier initiatief en bedrijfsleven zoo al niet om hals brengt dan toch in zeer ernstige mate belemmert.
Deze keer, ook al opdat dit artikel niet al te lang zal worden en te veel plaatsruimte zal innemen, willen wij het hierbij laten. Wij hebben ons in dit artikel opgehouden met de bespreking van het wetsontwerp. In een volgend artikel hopen wij in nadere beschouwing over de bijzonderheden daarvan te treden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juli 1946
De Banier | 4 Pagina's