De verkiezing van de leden der Eerste Kamer.
Zooals te verwachten, verkreeg de S-G.P. geen afgevaardigde in de Eerste Kamer- In Zuid-Holland bestond er nog de meeste kans dat een S.G-P.-er tot lid der Eerste Kamer verkozen zou worden. Aldaar was aan de fracties der Antirevolutionnaire en Christelijk-Historische Statenleden van de zijde der S.G.P. — gelijk ook in andere gewesten gedaan is — voorgesteld geworden om de lijsten van de candidaten voor de Eerste Kamer ten aanzien van die der A.R-P-, C.H. Uni een de S-G.P. te verbinden. De A-R. zijn in Zuid-Holland op dat voorstel niet ingegaan- Twee van hun Staten-leden brachten bij de verkiezing van de leden der Eerste Kamer hunne stem. men uit op de lijst der R-K. In ruil daarvoor hebben in Noord- Holland drie R.K. Statenleden op de A-R- lijst voor de Eerste Kamer gestemd. Het overschot van de lijst der CJï., die zich tot verbinding der lijsten bereid verklaard hadden, was te klein, dan dat daardoor een zetel voor de S-GP- in de Eerste Kamer verkregen kon worden. Hierin is een zekere onbillijkheid gelegen, als men met het feit rekening houdt, dat het stemmenaantal der S-G-P. bij de Tweede Kamerverkiezing 2,14 pet- en bij die voor de Prov. Staten zelfs 2,16 bedroeg. Daarnaar gerekend had de S-G.P. alle recht op een zetel in de Eerste Kamer, echter kreeg zij die niet, waar zij feitelijk recht op had. Lezers, hier ziet gij dan tevens, dat er van het aanbod, dat de S.G.P. ann Antirevolutionnairen deed, niets is terecht gekonien.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 juli 1946
De Banier | 4 Pagina's