EEN TERUGBLIK
op het bewind van het kabinet Schermerhorn-Drees
Het is al weder meer dan een jaar geleden, dat Prof, Schermerhorn door de radio in eene uitvoerige rede de plannen van zijn aanstaand Regeeringsbeleid aan ons volk bekend maakte, Grootsche voornemens werden daarin aangekondigd. Rijke beloften werden er in gedaan. De komende Regeering zou herstel en vernieuwing vrijwel op elk gebied brengen. Ontzaggelijk veel hooi werd er op de vork genomen. Wij hebben destijds direct na de aankondiging dezer Regeeringsplannen al opgemerkt, dat het met de uitvoering van al die plannen op eene bittere teleurstelling moest uitloopen. De uitkomst heeft ons in dezen volkomen ir het gelijk gesteld. Wij willen hierbij billijkheidshalve niet uit het oog verliezen, dat het Kabinet-Schermerhorn—Drees zich geplaatst zag voor een uiterst moeilijken staat van zaken. Wij twijfelen ook niet aan de goed gemeende bedoelingen, die bij dit kabinet voorzaten. Doch met dat al kunnen wij met den besten wil der wereld niet anders constateeren dan, dat de teleurstellingen, welke het Kabinet gebracht heeft, groot en vele zijn. Door zijn leden is er veel, zeer veel zelfs gepraat. De premier, Prof, Schermerhorn kreeg door zijne redevoeringen op de brug zelfs een zekere vermaardheid. Was de zaak met praten alleen goed te maken geweest, dan zou het Kabinet met de uitvoering van zijne plannen zeker geslaagd zijn. Bij al dat praten was het te meer ergerlijk, dat de Kamers, de aangewezen plaats, waar de Regeering het volk wel in de eerste plaats heeft voor te lichten, maar steeds niet bijeengeroepen werden, Hoe lang heeft het niet geduurd, alvorens dit Kabinet de noodige maatregelen trof, om de Kamers weder te laten functioneeren. En toen deze dan eenmaal ten langen leste weder konden functioneeren, hoe weinig keeren riep het Kabinet ze toen nog bijeen. Deze handelwijze der Regeering moest in breede kringen des volks ergernis verwekken, vooral, waar het voor iedereen duidelijk werd, dat de Regeering in zulk een gewichtige aangelegenheid als de Indische kwestie is, de Kamers de noodige inlichtingen onthield. Hierbij kwam dan nog, dat het Kabinet den tijd en ook al de Kamers gebruikte om de partij-politiek ten eigen bate te dienen. Had de Regeering Schermerhorn— Drees dan nog maar de noodige kracht ontwikkeld om krachtig tegen de onder haar beleid veelvuldig voorkomende Duitsche methode's, corruptie, omkooperij eri willekeur op te treden, dan zou zij althans daarmede veel goed gemaakt hebben, Doch hierin bleef het Kabinet jammerlijk in gebreke. Zij erkende wel de schromelijke misstanden, onder meer de beruchte geldsmijterij, welke er ónder haar beleid plaats vonden, maar zij trad er niet afdoende tegen op. Daar kwam nog bij, dat het ministerie de ambtenarij en de bureaucratie OB zulk een geweldige wijze bevorderde lijdens haar regeerings-periode '• gen wij niet minder dan één amh naar op negen burgers. Dit heeft vf menigen Nederlander de deur du' gedaan. Dit heeft er zeker ontzagj lijk veel toe bijgedragen, dat velen, d-^ het kabinet overigens nog welg^. üi». waren, het bij de stembus hunne stem onthouden hebben. Het falen van het ministerie moet echter tot een grondoorzaak teruggeleid « worden. Het is in grond en wezen daarin gelegen, dat het uit een on I deugdelijk beginsel leefde. Het leefde uit de vermenging van dus genaamd Christelijk-humanistische beginselen, uit het socialistisch-revolutionnair inzicht onzer dagen. Daarom alleen reeds kon het niet sla I gen. Niet slagen ten aanzien van het |5 bestuur van de zuiver Nederlandsche , belangen als evenmin met betrekking i tot de regeling van de Indische aange | legenheid. Ook in het optreden van dit Kabinet zien wij als in dat van zoo vele andere bewaarheid, dat, hoe bekwaam de bewindslieden ook mogen zijn, zij in hun bestuur moeten falen, indien zij zich daarin niet naar Gods Wet en Woord richten. Het Profetisch vermaan, „O land, land, land, hoort des Heeren Woord" kan geen enkele minister of magi 5 straatspersoon ongestraft verwaar- I loozen. I Wat anders dan teleurstelling op teleurstelling, misslag op misslag hebben wij te verwachten, indien de ordinantiën Gods niet nageleefd worden. f I I I ( , I I |z J. |
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1946
De Banier | 4 Pagina's