Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volk en Staat

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volk en Staat

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Staatkundig Gereformeerd

1.

^7"an verschillende zijden is er bij V ons op aangedrongen om onze artikelen over de beginselen der Staatkundig Gereformeerde Partij, welke wij destijds door de verkiezingsdrukte en mede door plaatsgebrek in „De Banier" hebben moeten afbreken, weder voort te willen zetten. Wij wenschen, in zoo verre plaatsruimte in ons blad en de omstandigheden ons dat toelaten, gaar- „e aan dat verzoek te voldoen. Wij maken daarmede dan thans een aanvang, als wij aan , , Volk en Staat" onze beschouwingen wijden, Ten aanzien van , , Volk en Staat" neemt de S.G.P. een eigen standpunt in. Daarin onderscheidt zij zich wel zeer in het bijzonder van de revolutionaire opvattingen dienaangaande, Deze opvattingen zijn diep in ons volksleven doorgedrongen, Zij beheerschen veler denkwijze en inzicht geheel en al.

Letten wij op den grooten aanhang, die de revolutionaire theorieën verkregen hebben, dan behoeft het geen verwondering te baren, dat zeer velen in de meening verkeeren, dat deze de eenig juiste zijn en dat zij ook immer in Europa de algemeene denkwijze vertolkt hebben. En toch is dit niet het geval. Laten wij de heidensche zienswijze op dit punt buiten beschouwing, dan zijn deze van betrekkelijk laten datum. Wij treffen ze het eerst bij Hugo de Groot aan. Niemand minder dan deze wijd vermaarde auteur is er de grondlegger van. Hij heeft de kiem van de Revolutie-leer in zijne geschriften gelegd.

Al is het waar, dat de verderfelijke kiem in zijne werken door hem niet ontwikkeld is geworden, toch heeft hij het eerst in een vrij laat tijdperk in Europa het zaad er van gestrooid De ontwikkeling van de kiem vinden wij straks in de geschriften van wijsgeeren en staatslieden, die na hem zijn opgetreden. Wij treffen ze aan bij de Engelsche Deïsten, bij Locke en Hobbes, bij de Duitsche wijsgeeren als Kant en bij de Fransche Encyclopedisten, inzonderheid bij Rousseau in zijn Contrat Social en bij den communist Proudhon.

jjoch daarmede wenschen wij ons •'-^ thans niet nader in te laten. Wij w^illen ons in dit artikel bij Hugo de Groot en diens inzichten aangaande Volk en Staat bepalen. Hij leerde in zijn door hem nagelaten geschriften;

dat de Staat een lichaam is van vrije menschen, die zich vereenigd hebben ten algemeenen nutte; dat elke Staat is een associatie, een vereeniging van vrije burgers, welke in overeenkomst haar oorsprong en in het algemeen belang haar richtsnoer en haar doel heeft;

dat de Staat is de vereeniging van vrije en gelijke menschen, waaruit de gansche bevolking is samengesteld; dat de opperste macht bij het volk berust.

Het lijdt niet den minsten twijfel, dat deze stellingen van Hugo de Groot vierkant indruischen tegen hetgeen onze Gereformeerde voorvaderen te dien opzichte beleden hebben en derhalve ook tegen hetgeen de S.G.P. belijdt en voorstaat. In de werken en belijdenisschriften onzer Gereformeerde voorvaderen lezen wij met geen enkel woord over een mensch, die vrij is. Juist het tegendeel leeren zij ons daarin. Daarin treffen vwj den mensch aan als gebonden en wel door zijn val in Adam, gebonden aan de machten der duisternis. Het denkbeeld, dat bij de revoiutionnairen van alle gading zoo geliefd en het hoovaardige hart van elk natuurlijk mensch welgevallig is, namelijk, dat hij van nature vrij is en vrij geboren is, wordt daarin ten eenen male verworpen. Het idee, dat ook bij de Farizeërs en het Joodsche volk, dat hen volgde zulk een diepen wortel had geschoten en wel dit: , , wij zijn vrij en wij hebben nog nooit iemand gediend", wordt daarin juist met alle kracht bestreden. Dit komt wel heel sterk uit in artikel 36 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis, hetwelk ons leert: , , van de verdorvenheid van het menschelijk geslacht".

Doch daar is meer. De volken zijn als het ware zoo maar niet uit de lucht gevallen. De Staten zijn niet bij eigen wilsbeschikking ontstaan. Deze. zoowel volk als staat, zijn onder Gods bestuur en leiding geworden tot wat zij geworden zijn. Zij hebben in den loop der historie overeenkomstig Gods besturing hun aanzijn verkregen. Deswege zijn zij aan Hem onderworpen en daarom ook aan Zijn Woord en Wet volstrekte . gehoorzaamheid verschuldigd. De Heere is hun Schepper, Wetgever en Weldoender, naar Wiens ordinantiën zij zich onvoorwaardelijk hebben te gedragen.

Daarom moet het eerste gedeelte van de stelling van Hugo de Groot ook onvoorwaardelijk worden veroordeeld, waarbij hij stelt, dat elke staat eene associatie, eene vereeniging van vrije burgers is, welke in overeenkomst haar oorsprong heeft. En niet minder dient het laatste gedeelte van zijne stelling, waarin hij beweert, dat de Staat in het algemeen belang zijn richtsnoer en doel heeft. als geheel onschriftuurlijk van de hand worden gewezen. Het algemeen belang van de burgers van eiken staa't toch — gelijk de Heilige Schrift ons helder en klaar leert — is gelegen in het onderhouden van Gods geboden, in de eere

(Vervolg pag. 2, Ie kolom onderaan) (Vervolg van pag. 1)

Gods. Daarmede slechts is het algemeene belang wel gebaat. Daaraan heeft de Heere Zijn gunst en zegen verbonden. Daarin is het heil van eiken Staat en van elk volk gelegen.

En wat de stelling van Hugo de Groot aangaat, dat de opperste macht bij faet volk berust — deze kan voor de rechtbank des Allerhoogsten al evenmin bestaan. Dit is een majesteitsschennis Gods van den ergsten graad. Deze stelling loopt ook lijnrecht in tegen wat het ongewijzigde Art. 36 der Nederlandsche Geloofsbelijdenis dienaangaande leert. Het is in het geheel niet met de Heilige Schrift en de Belijdenisgeschriften der Gereformeerde voorvaderen te rijmen, als gesteld wordt, dat de oppermacht bij het volk berust en het gezag enlcel op de onderstelling rust, dat de uitoefening dier oppermacht door een overeenkomst, die ook stilzwijgend plaats heeft, aan den Vorst of aan de Republikeinsche Overheden werd opgedragen-

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1946

De Banier | 4 Pagina's

Volk en Staat

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1946

De Banier | 4 Pagina's