De Regeeringsverklaring en de vele verkeersongevallen
De weg wordt met den dag hoe langer hoe meer onveiliger. De verkeersongevallen, waaronder er vele met doodelijken afloop zijn, nemen hand over hand toe. Zij zijn reeds aanmerkelijk hooger dan voor den oorlog. Zij bedragen niet minder dan ongeveer 500 dooden en zwaargewonden per maand, dat is 17 per dag. Dat is een ontstellend groot aantal. De Regeering is verplicht gestrenger en nauwgezetter de naleving van hare wetten en verordeningen te doen eerbiedigen, want daarmede nemen zeer velen het niet nauw. Er zijn toch verkeersdeelnemers te over, die meermalen zelfs tegen beter weten in, de verkeersbepalingen dag aan dag schromelijk overtreden. Zij overdenken daarbij heel weirdg of gansch niet, dat zij daarmede het eigen leven en dat van hunne naasten in groot gevaar brengen. En toch doen zij dat dooj de bestaande verordeningen niet nauwgezet en plichts getrouw in acht te nemen alsmede door hun groote lichtzinnigheid en haast door hun onachtzaamheid en ondoordachtheid alsook hun roekeloos egoïsme. Hetgeen zelfs maar al te vaak ten gevolge heeft, dat zij, naar den mensch gesproken, het leven hunner medemenschen of dat van hun zelf verkorten of ook al dat zij zelf of anderen zware verwondingen oploopen, zoo zelfs, dat zij of anderen daarvan heel het verdere leven de bitterste gevolgen moeten dragen. Ook is het plicht der Regeering de bestaande verordeningen op menig punt te verscherpen. Dronkenschap is toch menigwerf de oorzaak van verkeersongevallen. Zoo werd dezer dagen in den Haag een wielrijdster overreden door een dronken chauffeur, nog wel een eersten luitenant. Deze reed, nota bene, zonder zich om zijn slachtoffer ook maar in het minste te bekommeren, gewoon weg door alsof er niets gebeurd was. De 28-jarige gehuwde vrouw, die overreden was geworden, werd door an deren opgenomen en naar een ziekenhuis vervoerd. Zij bleek bij aankomst aldaar reeds overleden te zijn. Dit is wel een heel droevig geval. En zoo zijn er zoovele. Deze gevallen behoorden de Regeering er aanleiding toe te geven om veel scherpere bepalingen te ontwerpen tegen chauffeurs, die zich aan drankmisbruik schuldig maken. Aan deze personen diende onder meer niet zoo lichtvaardig en gemakkelijk een rijbewijs verstrekt te worden als thans gedaan wordt. Van de zijde der S.G.P. is daar in de Tweede Kamer meermalen op aangedrongen als ook op het ontwerpen van nog andere bepalingen, welke bevorderlijk zijn voor de veiligheid op den weg. Wij zijn er vast van overtuigd, dat van dien kant, als er straks de gelegenheid daartoe is, er weder krachtig bij de Regeering op aangedrongen zal worden. Een veilig verkeer is toch een groot volksbelang. Kinderen zoowel als volwassenen zijn daarbij betrokken. De Regeering heeft daarbij een dure roeping te vervullen, dewijl zij van Godswege verplicht is zooveel in haar vermogen is voor het welzijn en het leven harer onderdanen zorg te dragen. Dit klemt te meer, dewijl de verkeersongevallen thans zoo vele en schrikkelijk zijn. De Regeering heeft in de Troonrede verklaard: „aan de verkeerswetgeving en de bevordering van de veiligheid van het verkeer wordt bijzondere aandacht besteed". Zij moge het in dezen niet bij woorden laten. Wij wachten hare daden af en hope zeer, dat het van woorden tot die daden komt, welke paal en perk aan de groote onveiligheid op den weg zullen stellen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 november 1946
De Banier | 4 Pagina's