Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Landbouwbegrooting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Landbouwbegrooting

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

Pleidooi voor de belangen van den Landbouw

REDE ir, VAN DIS

De op Dinsdagavond 19 Nov, aangevangen behandeling van de begrooting voor Landbouw werd Woensdagavond 20 Nov. voortgezet. Daarbij kwamen verscheidene onderwerpen aan de orde, welke voor de Landbouw van groot gewicht zijn. Verschillende sprekers voerden hierbij het woord, doch door geen hunner werd gepleit voor de afschaffing van de crisismaatregelen, hoewel het voor de Landbouw toch van zeer groot gewicht is. dat tot een spoedige. geleidelijke. afschaffing hiervan wordt overgegaan. Daarvoor wordt op het oogenblik een krachtige actie gevoerd, waarvan het secretariaat gevestigd is te Bameveld, Personen van allerlei godsdienstige en politieke richting uit verschillende deelen des lands nemen er aan deel.

Alleen de afgevaardigde der Staatkundig Gereformeer*de Partij, ir. van Dis kwam met nadruk voor de afschaffing op. Behalve dit onderwerp bracht hij nog tal van andere zaken, welke voor de landbouw van belang zijn, ter sprake. De rede luidt als volgt;

Mijnheer de Voorzitter! Mij aansluitend bij de volgorde in het Voorloopig Verslag en de Memorie van Antwoord, wensch ik allereerst een enkele opmerking te maken over hetgeen in de genoemde stukken wordt behandeld ten aanzien van de quastie. of de Minister van Landbouw er wel voldoende voor op de bres heeft gestaan, dat op andere Departementen genoegzaam rekening is gehouden met de belar, < ? en van boeren en tuinders. Ik heb hierbij voornamelijk het oog op de Departementen van Oorlog, van Wederopbouw en van Financiën, Wanneer ik. wat het eerste betreft, afga op hetgeen ons ter kennis werd gebracht, dan moeten wij wel tot de conclusie komen, dat men aan het Departement van Oorlog er te we'nig van doordrongen is, dat het land- en tuinbouwbedrijf voor het volk in zijn geheel van vitale- beteekenis is. Het onttrekken toch van

arbeidskrachten,

aan landbouwbedrijven, welke in dezen tijd met zijn enorm tekort aan landarbeiders, onmogelijk gemast kuimen worden, acht ik beslist onverantwoord. Ik zou hier tal van gevallen naar voren kunnen brengenook van zeer recenten datum, waaruit den Minister zou kunnen blijken, dat het oproepen in militairen dienst oorzaak is. dat het betreffende bedrijf ernstig getroffen werd, ja zelfs geheel moest worden stilgelegd. Wij hebben reeds tal van die gevallen op het betrokken Departement behandeld en aangedrongen op vrijstelling, of in elk geval op uitstel, en wij zullen dit blijven doen. omdat wij er van overtuigd zijn, dat daarmede de voedselvoorziening gediem. is. Wij hopen dan ook, dat de Minis ter van Landbouw er het zijne toe zal bijdragen om krachtig voor de belangen van den landbouw bij zijn ambtgenoot van Oorlog op te komen. Het gaat toch niet aan om door hett oproepen van iemand in militairen dienst en het ontbreken van een geschikten plaatsvervanger de voort zetting van een landbouwbedrijf gewoon onmogelijk te maken. Ik zou in dit verband nog een anden quaestie ter sprake willen brengen, namelijk het verleenen van uitslel van militairen dienst aan l l l

leerlingen van landbouwscholen,

In landbouwkringen heerscht tocli a de stellige meening. dat deze leerlin­ W gen worden ten achter gesteld bi' leerlingen van andere scholen. Nu i deelt de Minister in de Memorie van Antwoord dienaangaande mede. dat J aan leerlingen van de hoogste klas- J sen van land- en tuinbouw(winter)- [ scholen en van lagere land- en tuin- j bouwscholen uitstel van militairen t dienst kan worden verleend, mits zij b nog geen oproep om onder de wa­ O penen te komen, hadden ontvangea s Dit zou volgens ons verstrekte inlichtingen hierop neerkomen, dat deze leerlingen vóór Juli 1946 uitstel zouden moeten hebben aangevraagd, Nu werd ons dezer dagen een geval ter kennis gebracht van een leerling e k • 3 s T uit de hoogste klasse der Rijksland- z bouwTvinterschool te Dordrecht, die jh inderdaad vóór Juli 1946 een ver V zoek om uitstel heeft gedaan, nl. op w 5 Juni, doch wien desniettemin uit o^ stel geweigerd werd. Wij bevelen ''^i^M geval, dat zeker niet op zichzelf^ staat, in de aandacht van den Minis-jy^ ter aan en hopen, dat dezen jongenij^ man alsnog uitstel zal verleend wor-i^ den. Ik besef ten volle de moeilijk M heden, welke zich hier voordoen- p daar het landsbelang het noodig t maakt, dat er voldoende jongeliedenljjg" voor den militairen dienst beschik-iyQ baar komen, maar dit mag ons tocbj niet beletten om deze quaestie, ! welke voor den landbouw en tevens Iv voor ons geheele volk van zoo groote D leteekenis is, nog eens onder het oog r^an den Minister te brengen. Mijnheer de Voorzitter! Met betrekcing tot den

wederopbouw van boerderijen,

'^^^^'^ ^^^ gevolge der oorlogshan- ^^^iiiéen vernield zijn, bestaan ook {al van klachten. Zoo wordt bijv. terk geklaagd over de huidige schaievergoedingsregeling, welke zulke iware lasten op het bedrijf zal gaan eggen, dat het uitoefenen daarvan arendabel zal worden,

en andere klacht, welke te onzer ennis werd gebracht door een land- )0uwer uit A. J. Polder, in Zeeland, leeft betrekking op het feit, dat deen man, die in geen enkele verze- : ering is, de e'sch werd gesteld, dat lij de hem verstrekte noodboer»derij n de verzekering moest doen. Ik bht dit een groote onbillijkheid. > eze man is reeds zoo zwaar getrof- ^n, doordat zijn eigen boerderij jor de Duitschers werd afgebroken, h nu gaat men van Regeeringswege lezen man nog al harder treffen loor hem tot

verzekering

e dwingen. De Minister wende toch tl zijn invloed aan bij zijn ambtgenoot den M'nister van Openbare Werken en Wederopbouw, opdat er an dien dwang een einde wordt genaakt. Tevens werd geklaagd over iet lang uitbUjven van eenige medeleel'ng omtrent het bedrag der schadevergoeding, benoodigd voor het > t> bouwen van een nieuwe boerderij. Ook ten aanzien h'ervan ware jg^ j^g - wenscheliik. dat de Minister lij ziin ambtdenoot den Wn'ster van Openbare Werken en Wederopbouw staonen zou doen, waardoor een einde wordt gemaakt aan de onzejgj.|^g; j_ -waar dece onder de boe- renbevolking o"itrcnt den wederooouw der boerderijen nog mocht befetaan.

(Ten slotte, Mijnheer de VoorzHter, zou ik nog even willen aanstippen het brengen van de landbo'1-^^fbRd^iien onder de ondernemersbelast-nt? , waardoor wederom een n'euwe last 0D de landbouwbedrijven 7"! gaan „, i^j^p„ j^a^^^. hierover echter een af^onderlii'k wetsontwem bos^^at, y^t welUcht binnenkort in behandeintf ^^1 komen zaT ik het bij deze g^^^lg opmerking laten, Vliinheer de Voorzifter! Fen tw^ode unt, dat in de gewis.selde s+ukkcn ej. zorake wortlt Gebracht, betreft , gt beschikbaar stellen van schoeisel, ooral ook rubberlaarzen,

rifvrielbanden en textiel

oor de land- en tuinbouwbedrijven. e land- en tuinbouwers, alsmede vooral de land- en tuinarbeiders, moeten dagelijks menigmaal lange afstanden per fiets door weer en wind afleggen. Kleeding, laarzen en banden zijn bij hen wel aan zeer sterke slijtage onderhevig. De Minister moge toch alles in het werk stellen om er voor te zorgen, dat deze menschen geholpen worden. Mijnheer de Voorzitter! Ik kom thans tot een zeer gewichtig onderwerp, n.l. de

crisismaatregelen.

Het kan de Kamer bekend zij, n dat wij altijd sterke tegenstanders dezer maatregelen geweest zijn. En dat des te meer, omdat de boeren daarbij indertijd gedwongen werden om zich bij een crisisorganisatie aan te sluiten, waarbij van hen nota bene verlangd werd een stuk te onderteekenen, waarin de voorstelling werd gegeven, alsof zij zelf verzochten om lid van 'die organisatie te mogen worden en waarbij van hen geëischt werd, niet alleen om zich aande destijds ingevoerde maatregelen te onderwerpen, doch ook aan maatregelen, welke nog genomen moesten worden en die hun dus nog volslagen onbekend waren toen zij dat stuk moesten onderteekenen. In land- en tuinbouw is dit steeds door velen als een groot onrecht aangevoeld en bovendien zag men in deze maatregelen, aan welke een tijdelijk karakter werd toegekend, een poging om het geheele land- en tuinbouwbedrijf onder de leiding van

Vader Staat

te brengen. Dat die crisismaatregelen sedert lang bij de landbouwende bevolking in miskrediet zijn, bleek mij dezer dagen nog, toen ik een artikel las uit de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" van 5 December 1938, waarin werd vermeld, dat de landbouworganisaties destijds reeds al te goed beseften hoe impopulair de crisismaatregelen bij den land- en tuinbouw zijn. Dat waren zij inderdaad. Mijnheer de Voorzitter, en dat zijn zij heden nog in zooveel te sterker mate. Zij worden als een knellende band gevoeld, viraarvan men zoo spoedig mogelijk wenscht verlost te worden. Meter nog dan ooit wenschen de land- en tuinbouwers, de veehouders en de pluimveehouders hun vrijheid terug. Dit blijkt genoegzaam uit de beteeken'svolle actie, welke nu reeds sedert ruim een jaar bezig is zich te ontwikkelen onder de boerenbevoJkiing van onderscheidene godsdienstige en politieke overtuigng. Deze acte heeft zulk een groeten bijval gevonden, dat zij reeds tot een

landelijke vereeniging

met een eigen bestuur is uitgegroeid. Deze actie draagt allerminst een revolutionnair karakter. Integendeel, de leiders der actie hebben zich van meet af op het standpunt geplaatst, dat al het mogelijke gedaan moet worden om langs den geordenden weg het zoozeer verlangde doel, n.l., •de afschaffing der crisismaatregelen, te bereiken.

Het is dan ook volkomen onjuist, hetgeen de geachte vorige spreker, de heer Droesen zooeven zeide, dat deze menschen reeds van hun doel om tot afschaffing der crisismaatregelen te komen, hebben afgezien, en dat hun actie nu nog alleen maar gericht zou zijn tegen den crisis-controledienst, terwijl de meeste boeren bij betere voorlichting zich van deze actie afkeeren.

Integendeel, Mijnheer de Voorzitter, zij weten, dat dit doel door duizenden bedrijfsgenooten wordt verlangd, ja, indien slechts aan allen een goede voorlichting werd gegeven, houden zij zich er van overtuigd, dat 95 pet. der boeren, tuinders en pluimveehouders achter hen zouden staan.

Van deze actie zal de Minister ongetwijfeld kennis dragen. Het is mij althans bekend, dat de leiding der actie zich reeds meer dan eens tot den Minister heeft gewend en ze.lfs om een persoonlijk onderhoud heeft verzocht. Tot op heden heeft de Minister echter nog geen gevolg willen geven aan het onzes inziens rechtmatige verlangen der betrokkenen om hun de oude, zoo zeer gewenschtef

vrijheid van bedrij!

terug te geven en hen te verlossen van den voor hen ondraaglijken crisis-controledienst. Waarom, zoo zou ik den Minister willen vragen, wordt aan dit verlangen dezer menschen toch niet voldaan? De Minister zal wellicht op dezen vraag ten antwoord geven, dat dit tot gevolg zou hebben, dat dan de prijzen zouden gaan stijgen. Doch dan zou ik den Minister willen wijzen op hetgeen door hem in zijn Memorie van Antwooid wordt medegedeeld ten aanzen van den handel in paarden en vee.

Deze handel is vo/lgens den Minister vrijgegeven. Het zal Zijne Excellentie echter bekend zijn, dat, voordat men daartoe wilde overgaan, ook al gezegd werd, dat die handel niet kon vrijgegeven worden, omdat dan de veeprijzen zouden gaan stijgen en dat er nog jaren een tekort aan paarden zou zijn. Toen men echter den handel in vee en paarden vrijgegeven had en de crisismaatregelen, welke te dien aanzien bestonden, had afgeschaft, bleek van een stijging der rundveeprijzen niets en tevens bleek, dat er paarden genoeg waren. Ook van de b

verplichte veelevering

zouden de boeren daarom gaarne verlost willen worden. Volgens hen zou afschaffing van den veeleveringsdwang het zeer gunstige gevolg hebben, dat de consument veel beter vleesch zou krijgen dan thans menigmaal het geval is. Voorts wordt door de boeren uitgezien naar het oogenblik, dat de varkensteelt en de varkensslachtingen geheel vrij zullen zijn. De ontevredenheid over de desbetreffende crisisbepalingen onder de landbouwende bevolkng neemt met den dag toe. Wat in Lunteren kort geleden gebeurd is, is daar wel een zeer duidelijk symptoom Vcin. En j n m dit is zeker niet het eenige geval vaui verzet tegen de bestaande crisismaatregelen. De Minister stelle zich toch terdege op de hoogte van wat er ten deze onder de boeren, tuinders en pluimveehouders leeft. Ook ten aanzien van de

graanlevering

wenscht men opheffing van den maatregel, waarbij verplichte inlevering wordt geëischt. Volgens de leiders der actie zou deze opheffing ons heele volk ten goede komen. Het resultaat der verplichte graanlevering is toch. dat het z, g, „beschot", dat is de slechtste qualiteit, geleverd wordt, omdat men toch den vastgestelden prijs krijgt. Wanneer echter de graanleveringsplicht zou afgeschaft worden, dan zou daardoor volgens hen de qualiteit van het brood aanmerkelijk stijgen. In

tuinbouwliringen

wordt met verlangen uitgezien naar de afschaffng van de verplichte veiling. Men deelde mij mede, dat, indien de Minister daartoe zou overgaan, het effect daarvan zeer gunstig zou zijn. doordat het fruit goedkooper zou worden, omdat er fruit genoeg is.

Mijnheer de Voorzitter! Ik moge er bij den Minister op aandringen, toch niet voort te gaan op den weg. welke thans wordt bewandeld. Hij geve aan de boeren en tuinders de oude vrijheid terug door afschaffing van •de zoo knellende crisismaatregelen. Dit zou tevens ten gevolge hebben, dat de ambtenarij en bureaucratie sterk ingekrompen zou kunnen worden. Wij leven immers thans niet in een tijd van overproductie, zooals het geval was toen de crisiswetgeving in het leven geroepen werd. Daarbij komt, dat in den

bezettingstijd,

genoegzaam is gebleken, dat die crisismaatregelen een sta in den weg waren voor de voedselvoorziening, want in den bezettingstijd is de voedselpositie juist op peil gebleven doordat de crisismaatregelen op. groote schaal ontdoken werden. De Minister sla dan ook het verzoek van de nijvere boerenbevolking niet in den wind. Hij grijpe spoedig in opdat de druk van de bedrijven geleidelijk worde opgeheven, Zooals het nu toch gaat, gaat het niet langer. De onrust onder de boerenbevolking neemt schier dagelijks toe. Het bestuur der door mij genoemde actie doet al het mogelijke om daden van verzet te keeren, doch heeft te kennen gegeven, dat het geen kans ziet om dit op den duur tegen te houden. Ik zal het bij deze opmerkingen laten. Mijnheer de Voorzitter, Ik hoop, dat de Minister tot een ander inzicht moge komen, dan waardoor hij zich tot op heden liet leiden en dat hij den vurigen wensch van land- en tuinbouwers, veehouders en pluimveehouders om van het zware en knellende juk der crisismaatregelen spoedig verlost te mogen worden, in vervulling zal doen gaan.

Mijnheer de Voorzitter! Ik wensch thans nog iets te zeggen over de

kleine boerenbedrijven.

Ik zou er toch met allen nadruk bij den Minister op willen aandr'ngen om toch niet — gelijk hij verleden jaar te kennen heeft gegeven — desoods met behulp van dwang tot saenvoeging van kleine boerenbedrijven tot groote over te gaan. Bij uitvoering van dit plan zou daarmede aan de kleine boeren een groot onrecht geschieden. De Minister zou in toch wel zeer diep in oe eigcndomsrechten en in de maatschappelijke verhoudingen ingrijpen. De Minister steune liever de kleine boeren in hun pogen om als zelfstandige werkers in het onderhoud van zich zelf en hun gezin te voorzien, Hij bewerke. dat ook voor de kleine boeren, gronden van 8 a 10 ha in den

Noord- Oostpolder

ter beschikking zullen worden gesteld, opdat het niet zal öaan gelijk in den Wieringermeerpolder plaat' had. waar veelal groote bedrijven werden ingericht.

Alle bezwarende bepalingen voor de kleine boeren om zich in den Noord- Oostpolder te kunnen vestigen, als daar zijn de eisch. dat men bepaalde diploma's moet hebben, dat men een borgstorting van f 700 per ha moet doen, dat men daar eerst minstens drie jaar moet werkzaam zijn geweest, behooren te vervallen. Bij handhaving er van wordt het een kleinen boer gewoon onmogelijk gemaakt om zich daar te vestigen en zijn ds kleine boeren opgeschreven om uit te sterven.

Wanneer de Minister er zijn medewerking toe zou willen verleenen om al deze voor de kleine boeren zoo bezwarende bepalingen uit den weg te ruimen, dan zou daarmede den kleinen boer en vooral ook hun zoons, die nu geen uitweg zien om een boerderij te beginnen, een hoopvol vooruitzicht bieden.

De Minister moge dan ook voorkomen, dat het voortgaat als op de manifr, zooals in

Staphorst

is geschied, waar de ruilverkavelingscommissie zoodanig te w^erk gegaan is, dat de kleine boeren er een ramp in zien voor het kleine boerenbedrijf. Ook de enorme hooge pachtprijzen tot bedragen van f 300 a f 400 per bunder en dat voor een jaar, gelijk o.a. in de buurt van 01debroek door de betreffende pachtkamer goedgekeurd zijn, zijn een bron van groote ontevredenheid onder de boerenbevolking. Ten aanzien van de verdeeling der kunstmest, gelijk die thans geschiedt, bestaan bij de kleine boeren al evenzeer ernstige grieven. Zij meenen n.l., gelijk ze ons hebben medegedeeld, dat de

kunstmest

niet billijk wordt verdeeld, terwijl ook op dit terrein de zwarte handel in stikstofbonnen al welig tiert. Ik zou den Minister v/ülen vragen of hij aan deze quaestie eens zijn volle aandacht zou willen schenken en zorgen, dat zoowel de kunstmest billijk verdeeld wordt, alsook dat de zwarte handel krachtig wordt bestreden.

Ten slotte wil ik er den Minister nog op wijzen, dat ook voor de kleine boeren het afschaffen van de crisismaatregelen, vooral ten aanzien van het houden van kippen en varkens, zeer gunstig zou zijn, daar immers juist de kleine bedrijven voor de teelt van kippen en varkens wel in hoofdzaak in aanmerking komen. In verband met land- en tuinbouw beveel ik de belangen van de

bloembollenkweekers.

ook van de kleine en jonge kweek rs, die toch ook een bestsaan moeten hebben, in de aandacht van den Minister aan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1946

De Banier | 8 Pagina's

Landbouwbegrooting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 november 1946

De Banier | 8 Pagina's