Wederopbouw - Buitenvisschers

Rede van In van Dis

in de avondvergadering van 26 November kwam bij de tweede Kamer hootdstuk Vil B. dat over de tman- ^^^^ ^^^^delt, in behandelmg. Hel ^^^ ^^^^^^ hoofdstuk der Rijksbe- ^ . ^ - i ^ u i ^^^^^'^^ uitvoerig besproken was. ; ^^^°^ ^/'^'^^^ "^^^^ ^""^^^^ , '^iJ^°° dere onderwerpen ter sprake gehr^chi, waarvan wel een der voor- "laamste was de financieeie regeling j^et betrekking tot den wederopbouw in de zwaar getroffen gebieden. De regeling, welke daartoe door den Minister van financiën in het Ieven is geroepen, is voor de wederopbouw zeer bezwarend, Zij legt op de slachtoffers een schuldenlast, welke niet te dragen is. Met een sprekend voorbeeld werd dit van Staalkundig- Gereformeerde zijde aangetoond door ^^_ ^^^ ^-.^^ ^le onlangs het zoo zwaar f£> t^„ff„„ nnh< .„«Ht.n heyocht heett getrotten Upüeusden oezocnr neeii. Ds. Zandt, die ook uitgenoodigd was. was ^^^^^^^ helaas ^^^^ door ^^ gaan. ongesteldheid We behoeven ver j UiA7P< !tip niet meer te ver- ^^^nTaar de rede duideljk genoeg weergeeft welke gegronde bezwaren weeigeeit WC rvc s g i „.< u„^t, o« er tegen de huidige regehng bestaan. Bovendien komt dit onderwerp nader f an < de orde, wanneer het desbetreffende wetsontwerp m behandelmg komt. We laten daarom de rede van ir. van Dis thans volgej. Zij luidt aldus: Mijnheer de Voorzitter! Bij dit hoofd- ., , •, ^ .. ^, - n , , stuk der begrooting wensch ik alleri • X . 1 j eerst iets op te merken over de schadeloosstellingen ten behoeve van

schadeloosstellingen ten behoeve van de

oorlogsslachtoffers. e Minister heeft te kennen gegevenwa in de Memorie van Antwoord, dat binnen korten tijd he* reeds sedert lang aangekondigde wetsontwerp lea deze van hem te verwachten is. Ik zal daarom met m den breede op dit onderwerp ingaan, omdat dit beter weip gescnieden kan, \Vel zou ik gaarne van den Mimster willen vernemen ot Aijne h-xcellentie van plan 18 om op het standpunt te blijven staan, dat Üe

vergoedingen

aan de oorlogsslachtofters gebaseerd moeten worden op de waarde yan 1940. indien dit 't geval zou zijn, zou dit voor verreweg de meeste betrokkenen practisch beteekenen, ^at wederopbouw van verloren geg^^e eigendommen, zooals huizen en boerderijen, gewoonweg onmogeüjk ^aj zijn Klachten hierover krijgt men. waar- ^^^^ ^^^ ^^^h ook wendt, waar ge- .^oiten gebieden zijn. Om uit de vele i, u^ - • x klachten maar een te noemen, wijs -^^ ^^ ^^^ g^^^j ^an iemand, dien ik sprak bij een bezoek te

Opheasden.

Y^^-^— . De betrokken persoon deelde mi, f'^^^' ^^' ^^° "^V^ ^'^' ^."^^^'^ ^^^ebrand waren; de waarde van die ^^^.^^^ ^^^ ^ ^^^^ ^ 21.000, De te- ^^^^^.^^g^ ^^^^j^ i3 ^^^ter ^ ^^QQ^Q ^g^dat die man zich in een ^^^^^^ ^^^ ^^^^ ^ g^ Q^Q ^^^ ^^^j^^^ ^^^^^^^ waarbij hij dan van f 45, 000 ^^^^^ aflossing zou moeten beta- . .. ; , , , . j^„ ^„, „„ „o^ r> r, vrijwel Zulk een last is door dezen man on- _, , .., gesteld ., met . al Tr„ de , „„ slachtoffers • L„X mogelijk te dragen. En zoo is net uit : : T.._I de getroffen ^_„I_IJ _„X gebieden. „I J_ _I Niet ut„ft„-„ het minst ook in

W£dcheren,

ar de Minister zelf is geweest en waar Zijne Excellentie heeft kunnen kennis nemen van de onoverkomelijke bezwaren, welke tegen de regeling bestaan. De bestaande regeling komt toch hierop neer, dat velen, die hun vernielde eigendommen willen laten herbouwen, hun heele leven onder een zware schuld gebukt zouden moeten gaan. Is deze regeling dus op zich zelf al 'n groote teleurstelling voor deze oorlogsslachtoffers, nog erger wordt de situatie, wanneer men bedenkt, dat dezen menschen voortdurend in den bezettingstijd door middel van de»' Oranje-zender te Londen is mel_ gedeeld, dat ze zich over de gelee.., .., oorlogsschade geen zorgen behoefden te maken, omdat alle schade hoofdelijk over het gekeele volk omgeslagen zou worden. Nu de bevrijding echter gekomen is, wordt den menschen een regeling voorgelegd, welke het hun onmogelijk tiaakt om hun vernielde eigendommen weder op te bouwen zonder zich een

ontzaglijken schuldenlast

op den hals te halen. Ik hoop dan ook, dat de Minister alsnog e< en andere regeling in het leven zal roepen, waarbij de indertijd gedane beloften uit Londen op een betere wijze worden ingelost dan thans het geval is. Ook worden er tal van bezwaren ingebracht tegen de omslachtigheid, welke verbonden is aan den weg, welke bewandeld most woiden om vergunning tot aanbesteBing van een of ander eigendom te verkrijgen. Een berg van voorschriften, formulieren schetsplarmen, architectsovereenkomsten, vooradviezen (alle in 4-voud) teekeningen, bestektcekeningen, ook in 4-voud, detailteekening in 3-voud, enz. moet doorwandeld worden vóórdat de betreffende afdeelingen goedkeuring tot den bouw verleenen. Een getroffene uil Opheusden deelde mij mede, dat hij

23 reizen

naar den Wederopbouwdienst te Tiel had moeten maken! Een ander bezwaar betreft het trage proces der uitbetalingen, waardoor menigmaal de wederopbouw moet worden stopgezet. De aannemers toch moeten de kosten der uitgevoerde werken ontvangen van de huiseigenaren en dezen zijn afhankelijk van het Rijk. Doordat de uitkeeringen zoo langzaam plaats hebbenmoeten de aannemers menigmaal hun eigen kapitaal aanspreken of naar de banken gaan om de benoodigde gelden te krijgen. Deze kunnen dat ook niet blijven doen. zoodat ten slotte de loonen niet uitbetaald kunnen worden, met het gevolg, dat de arbeiders

het werk neerleggen

en naar andere streken trekken. Naar aanleiding hiervan zou ik den Minister willen verzoeken om ook in dezen een verandering ten goede te willen aanbrengen en te bevorderen, dat de uitbetalingen der Rijksuitkeeringen vlotter plaats hebben dan tot nu het geval is. Mijnheer de Voorzitter! Thans wensch ik nog een enkele opmerking te maken betreffende de

buitenvisschers

die voorheen een visschersvaartuig in bezit gehad hebben, doch die dit ten gevolge van oorlogshandelingen verloren hebben, doordat ze door den vijand zijn weggevoerd. Er zijn er onder deze menschen nog steeds die geen schip terugbekomcn hebben. Ik zou ten aanzien van deze mer schen bij den Minister willen bepleiten om toch alles in het werk te Snellen, dat deze raenschen alsnog hun schepen uit het buitenland terugkrijgen, indien ze daar nog liggen of anders degenen, die er prijs op stellen, te willen helpen in den > orm van een

renteloos voorschot.

V ervolgens zou ook ik bij den Minister er op willen aandringen, dat *^t beursverkeer weder op normale 12 ze geopend wordt. Ik acht het •^"^ör het land van groot belang, dat de handel in effecten daar weder als vroeger kan worden gedreven. Ten slotte zou ik er bij den Minister op willen aandr'ngen om toch niet voort te gaan op den weg. die blijkbaar door de Regeering maar al te zeer gevolgd wordt, nl. om de grondbelasting .•iteeds hooger op te drijven. Dit

blijkt o.a. wel zeer duidelijk uit den dwang, welke op de provincies wordt uitgeoefend om het maximum aanted opcenten op de grondbelasting te gaan heffen, evenals noodlijdende gemeenten verplicht worden om een straatbelasting te heffen, hetgeen eigenlijk me* een verhooging der grondbelasting gelijk staat. Wat door mij gezegd is. geldt in het algemeen voor a' degenen, dje grondbelasting hetalen moeten, doch wel in het bijzonder ook voor de

landbouwbedrijven,

welker aanslagen in de grondbelasting in den bezettingstijd verdubbeld zijn. Het zou daarom alleszins billijk zijn, indien de Minister den aanslag In de grondlasten voor den landbouw verlagen en op het oude peil terugbrengen zou. Te meer geldt dit waar het plan bestaat om ook den landbouw straks te brengen onder de ondememersbelasting, welke ook op de andere bedrijven zulk een zwaren druk legt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen