Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wederopbouw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wederopbouw

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Rede van Ds. Zandt

Bij het hoofdstuk over ..Openbare Werken en Wederopbouw" van de Rijksbegrooting, voerden onderscheidene sprekers het woord. Over het algemeen werd er kort bij gesproken, wat ook geen verwondering behoeft, daar het onderwerp bij voortduring in de Kamer ter sprake is gekomen en t.z.t, nog weer uitvoerig zal worden behandeld. Ds. Zandt voerde hierbij het woord. Hij kwam voor den bitteren woningnood, voornamelijk in de geteisterde streken, op. Hij wees daarbij op den uiterst tragen gang, welke bij den wederopbouw allerwege valt waar te nemen. Ook besprak hij de veelvuldifge onaangenaamhöden, welke met de bureaux opgedaan worden. Tevens kwam hij op tegen de schrikkelijke bemoeizucht der ambtenarij, alsook tegen het lukraak afbreken van hetgeen voor opbouw van school of behuizing nog zeer wel bruikbaar is. Als een typisch geval hiervan bracht hij naar voren hetgeen met de school der Geref. Gemeente te Opheusden is voorgevallen. Eveneens brak ds. Zandt een lans voor de dringende voorziening in den bitteren woningnood in laatstgenoemde gemeente. Ook bepleitte hij. dat aannemers bij den wederopbouw zullen betrokken worden Het gebeurt toch, dat aannemers, hoeveel pogingen zij daartoe ook doen, voor geen werk daarbij in aanmerking komen, doordat steeds aan dezelfde, meestal groote maatschappijen, het werk gegund wordt. Na deze korte inle^'ding plaatsen wij de rede van ds. Zandt hieronder. Zij luidt als volgt;

Mijnheer de Voorzitter!

De klachten over de woningtoestanden zijn veelvuld'g. De Minister heeft in zijn Memorie van Antwoord toegegeven, dat daartoe gegronde aanleidingen bestaan. Inderdaad is dit het geval. Er bestaan toch voornamelijk in de geteisterde gebieden ten aanzien van het woningprobleem

schrikbarende misstanden.

Velen moeten daar nog wonen in kelders, kippenhokken, schuren en voorts in allerlei verblijven, die niet afdoende tegen weer en wind beschut zijn. Ook komt het niet wein'g voor, dat een gezin, man en vrouw met kinderen, onder wie jongens en meisjes van omstreeks 20 jaar zijn, in één vertrek moeten huizen. Zoo is ons een geval bekend, waarbij vader met dochter en schoonzoon en kind op één kamer moeten slapen, hetöeen herhaaldelijk aanleidintJ geeft tot allerlei onaangenaamheden. Tevens zouden wij eveneens een gezin van 7 personen kunnen aanwijzen, hetwelk in een schuur, waarin het erg Ipkt, moet wonen. De vrouw des huizes verwacht daar binnenkort haar viifde baby. Zulke jJevallen zijn er talloos vele. Bedenkt men daarbij, dat bij al die ellende h-t no!? veelvuHig voorkomtd^t da daken kat> ot zijn, de deuren niet sluiten en de ramen er nit zijn, dan kan men zich gemakkelijk voor­ stellen, hoe dringend noodig het is, dat in deze toestanden een afdoende verbetering wordt aangebracht. Komt men dan ook in deze streken, dan regent het letterlijk klachten en wel zeer gegronde klachten. Hierbij komt nog, dat

menige veehouder en boer

met het onderbrengen van zijn vee geen raad weet. En dit ook al uit gebrek aan verblijfsruimfe. En daar, waar men nog eenige ruimte ter beschikking heeft voor het vee, sukkelt men al evenzeer met lekkage en met verblijven, waarin wind en weer vrij spel hebben. Dit was in den zomer en in den herfst al heer erg, doch wat moet het in den winter wel zijn. Het is schier onnoodig om het te zeggen, dat zulks uiterst schadelijk is voor de volksgezondheid en zeer bevorderlijk is voor het uitbreken van allerlei ziekten, inzonderheid van de terecht zoo zeer (gevreesde tubercu'ose. Men zou met het oog op deze zeer ongewenschte toestanden mogen verwachten, dat alle voortvarendheid betracht werd, opdat er spoedig een groote verbetering zou kannen intreden. Doch hiTbij sch"nt men geen haast te hebben. De "klachten

over den uiterst tragen gang

ten aanzien van het zoo bitter noodige herstel toch zijn legio. Als voorbeeld van d'en zoo jammerlijk tragen gang wil ik wijzen op een persoon uit Opheusden, die zegge 25 maal naar een opbouwdienst, buiten zijn gemeente gelegen, moest reizen. Ook is men op de bureaux kwistig met het geven van schoone beloften, die maar al te vaak haar vervulling missen. Een voorbeeld daarvan wil ik hier mededeelen. Een veehouder werd toegezegd, dat zijn behuizing vóór den winter klaar zou zijn. De man was echter, zooals achteraf zou blijken, met een doode musch blij gemaakt. Vóór den winter zag hij zijn behuizing niet verrijzen, maar werd 'hem van de zijde van den wederopbouwdienst aanéezegid, dat er voor d'e streek geen materiaal beschikbaar kon v/orden gesteld. En daar bleef het nog niet bij. Den betrokkene werr! b'i-< '< »"^-en aariffezegd. •'-'at ^v vóór 15 September Pen bedrstj van f 113*? 70 voor bestek en teekening aan den architect had te betalen. Dit is toch wel een hoogst ergerlijk geval. En zulke (Sevallen zim er on'fe+wiifeld ve'e. Het behofift tfeen verwondering, dat zoo iets bij de betrokken personen örno+e onts^'emmin'ï verwkt.

Miinhper de Voorzitter! In verband met de gpval'en, d'e ik re^ds heb o'-.fJenoemd, wensch ik nog even in te gaan

on h< ^t schrijven van den Minister,

dat wij naar aanleiding van een bezoek van een onzer te Opheusden hebben ontvangen. Wij ziin den Minister zeer erkentelijk voor d't antwoord, hetwelk ook in Opheusden zeer gewaardeerd is geworden. Wij spreken d" hoon uit, dat de Minister, die zelf ook overtuigd is van dén verschrikkelijken nood, welke

in Opheusden

heerscht. alsnog alles in 't werk zal stellen om, zoowel door het bouwen van noodwoningen als door het verrichten van alle noodige reparaties, in den aldaar nog schrijnenden nood te voorzien. Daartoe wenschen wij nog enkele punten onder de aandacht van den Minister te brengen. In de eerste plaats zouden wij iets willen opmerken met betrpkking tot hetgeen de Minister heeft geschreven ten aanzien van den bouw van noodwoningen. De Minister heeft in zijn schrijven dienaangaande opgemerkt, dat het voormalige gemeentebestuur onder den vorigen tijdelijken burgemeester weinig voor den bouw van noodwoningen heeft gevoeld en den bouw daarvan sterk heeft geremd. De zaak zit toch niet zoo eenvoudig in elkaar als uit het schrijven van den Mmister valt op te maken. Wij hebben hedenmorgen nog een particulieren brief van het gemeentebestuur van Kesteren, waaronder Opheusden ressorteert, ontvangen. Daarin wordt wel een eenigszins ander l'cht on deze aangelegenheid geworpen. Wij zijn bereid den Minister alle door hem gewenschte inlichtinrfen te verschaffen en beple'ten bii Zijne Excellentie, alles in het werk te stellen om lenié^ing )Ti den b'tteren nood te brengen! De Minister moge er daarbij vooral oog voor hebben, dat de menschcn daar ter plaatse er groote waarde aan hechten om bü hun woning een schuurtje te bezitten, waarin zij hun kleinvee als varkens, kipnen. kor"'nen en geiten k"nnen herbergen. Hü verlieze daarbij niet uit het oog. dat de

toestanden ten plattelande

gansch andere zijn dan in de steden. Ook zag de gemeenteraad destijds vanwege de hooge kosten, welke er mede gemoeid w^aren, tegen den bouw van een tweede honderdtal noodwoningen op, hetgeen niemand behoeft te verwonderen, daar de kosten van honderd noodwoningen meer dan een half millioen bedroegen. En dit geldt temeer, daar destijds door middel van radio en pers er groote ophef van gemaakt werd. dat de opbouw spoed'g en krachtig ter hand zou worden genomen. Daardoor werd in Opheusden en ook bij het gemeentebestuur de indruk gevestigd, dat ook aldaar de nieuwbouw een zaak van betrekkelijk korden tijd zou ziin.

Mijnheer de Voorzitter. Ook nog op een ander punt zou ik de aandacht van den Mmister willen vestigen. Het betreft de school der Gereformeerd'? Gemeente aldaar. Volgens het inzicht van

het bestuur dezer school

en ook volgens dat van het hoofd van den technischen dienst was deze school, die door het oorlogsgeweld beschadigfd was, wel te herstellen geweest. In plaats daarvan heeft de D'enst van den Wederopbouw de school afgebroken en opr geruimd. Dat is gebeurd en dat is niet te herstelden. Het schoolbestuur zit nu leelijk mej de gevolgen. Dat zal nu een nieuwe school moeten laten bouwen. De kosten daarvan zijn op n'et minder dan f 150.000 begroot, met het gevolg, dat het sch'^o^bestuur een waarborgsom van f 22.500 heeft te storten. Daarbij komen dan nog 3e kosten van een woning voor het hoofd der school.

as er tot herstel van school ef schoolwoning overgegaan, dan haf men naar schatting kunnen volstaa met een bedrag van circa fóO.OOl waarbij dan het bestuur niets ha behoeven te betalen. Door een on , ' verantwoordelijke daad wederopbouwdienst. waarbij ^^° '^' maa afgebroken werd wat nog zee wel bruikbaar was, zal dat school bestuur zich in een schuldenlas moeten gaan steken, welke schieS niet te dragen is. Wat die schuldenlast geldt ook voor den betreft, dil y u!B

particulieren woningbouw dien der boeren.

De thans geldende schaderegeling if toch zoo, dat deze menschen bij Wef deropbouw zeer zwaar onder schuli komen te zitten. Bij hoofdstuk VII heeft de heer van Dis daarovel reeds meer in den breede gesprof ken. Ik kan er dus kort over zijn, Ilg wil alleen nog opmerken, dat bij d| huidige schaderegeling, wat dl boerderijen betreft, op iedere H.Ai f 50 extra komt om de uitgaven vai 'n opgebouwde boerderij te kunnei dekken. Dit maakt het vrijwel iede ren boer onmogelijk om zijn boerde rij weder op te bouwen. Hij koml daardoor te staan voor het aanvaari den van een schuldenlast, die tot if het tweede en derde geslacht ziji noodlot+if^en invloed zal doen ge voelen. En wat voor de Betuwe geld geldt in dezen ook

voor alle geteisterde streke

in ons land, b.v. om er maar een paa te noemen, ook voor Walcheren ei Zeeuwsch-Vlaanderen. Dit wil ze^ gen, dat ind'en er geen andere, beten schaderegeling wordt getroffen, he voor de meeste boeren onmogelij zal zijn hun verwoeste boerderijsi weder op te richten. Ik bepleit dai ook bij dezen Minister met allei aandrang een betere regeling voo schadevergoeding.

Mijnheer de Voorzitter! Een ander klacht, welke in de geteisterde g bieden veelvuldig wordt gehoon betreft den zeer tragen gang

van de uitbetaling aan d aannemers. <

Dit heeft meermalen ten gevolge dat de loonen der arbeiders niet tij dig uitbetaald kunnen worden. Dez leggen dan het werk neer en zoekei elders werk, waarbij zij wel op tij uHbetaald krijgen. Ook zoeken d aannemers werk bij menschen, di hen wel op tijd betalen. Ook moe ten zij om aan hun verplichtingei te kunnen voldoen meermalen ge! tegen hooge rente bij de banken op nemen. Deze bezwaren zijn reed bij den Minister van Financiën on zerzijds naar voren gebracht, maa wij vinden ze van zulk een belaïij dat wij de vrijmoedigheid genomei hebben om ze ook nogmaals bij de zen M'n'ster ter sprake te brenfSe» Wij zouden het zeer op prijs stelle» ind'en de Minister deze aanp"ele< 5c!i he'd met ziin ambtgenoot, den Mi nister van Financiën, wil bespreteii Voorts zou ik nog ter sprake willei brengen de veelvuldige klach'en welke bij d^ze aang'^le^enhe'd o ambtenar'ï en bureaucrati geslaakt worden. Zij zijn legio. Oo al in het bijzorder over de vele hu reaux en paperassen, we^ke mei noodig heeft vóór men tot opbotn over kan gaan. Ook de hooge kos ten, welke h 'ermee fJepaard gaan leveren menig gerechtvaandigd bc zwaar op en staan vooral bij minde gegoeden den wederopbouw sterk in den weg. Ik hoop. dat de Minister ^al bevorderen, dat deze ambtenarij ivordt beteugeld, hetgeen dringend loodig is. ^iij^heer de Voorzitter! Ik kan niet - ^«^ ^^"°^^ protesteeren

tegen den bouw van dancings.

Qp ^ich zelf genomen hebben wij jaartegen onze principieele bezwaren. Maar in 'n tijd als deze, waarin ^^g 200 velen in kelders en kippenihokken moeten wonen, vind ik het f^^^ schandaal als dancings, zooals in den Haag, en bioscopen, zooals in de Betuwe gebouwd worden. j^Ook bepleit ik, dat

kleine aannemers

liet bij de grooten ten achter geteld zullen worden en dat inzonderleid daarbij bedacht zullen worden jidegenen, die niet voor de Duitschers igewerkt hebben, aTevens wij. ik bij den Minister voorjstaan, dat de ambtenaren bij den lWaterstaat, zoo veel maar eenigs- ^zins mogelijk is, een vaste aanstelling zullen bekomen, Ten slotte zou ik mij willen aansluiten bij die leden, die bepleit hebben, dat

de gemeentebesturen en ge-, meentenaren

meer in den wederopbouw moeten gekend worden, en die er op aangedrongen hebben, dat de Minister sr alles op zal zetten, dat meer mate- "^^1 voor den opbouw beschikbaar ^al worden gesteld en dat noodwodingen geen blijvende woningen zul- Jen worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1946

De Banier | 7 Pagina's

Wederopbouw

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 december 1946

De Banier | 7 Pagina's