Hoe rijdt de koets dier coalitie?
e koets begint al vervaarlijk te mmelen en dreigt zelfs te kanten. De paarden voor de Regeerings-^f*s worden af en toe schichtig, eigeren geweldig, doen zeer wild, ^^^ naar rechts en naar links en ^dragen zich zoo, dat dr. Beel ze aar moeilijk in toom kan houden, '. 't heeft er somtijds alles van weg, s^t de stuurmanskunst van dr. Beel kort'schiet en - de koets met pasgiers en al om zal slaan,
ïeds twee malen in het korte tijds-; stek, dat de coalitie tusschen omsch en jood formeel gesloten "6eft het er wel bijzonder gespann. Het regeeringsrijtuig was bijna ''^°es gekapseisd,
i eerste keer was dat het geval - t de bekende interpellatie van mr. ekes. Deze trok toch daarbij zoo M en heftig tegen den Roomschi'holieken minister, die enkele ibtenaren ontslagen had, te keer. t het er op ging li/ken of het einde n de coalitie toen al reeds nabij is. De leider van de Kamerfractie n de Partij van den Arbeid wist hter nog juist bij tijds de noodige e op de fel bewogen wateren te i'pen, zoodat heel die interpellatie 1 slotte als 'n storm in een glas waverliep. Niettemin kan men wel t stellige zekerheid aannemen, dat
die interpellatie aan de goede ver standhouding der nieuw-gebakken bondgenooten volstrekt geen goed gedaan heeft en bij menigen roomsch katholiek kwaad bloed gezet heeft. En men was dat evenement bij lange na nog niet vergeten, of een nieuwe onweersbui ging zich over de coalitie ontladen. Ditmaal niet in de Tweede Kamer, maar nu in de Eerste Kamer. Dit had plaats op 27 December laatst leden bij de behandeling van het zoogenaamde conversie-ontwerp van minister Lieftink. De Roomsch-Katholieke Eerste Kamerleden stelden zich nu op hun beurt scherp tegen den socialistischen minister te weer. Dat verzet was even raak! Het had maar weinig gescheeld, of heel het ontwerp was gekanteld en daarmede allicht heel de Regeeringskoets. Het zou dan zelfs sterk 'te bezien geweest zijn, of men de koets met vereende krachten weer recht overeind en aan het rijden had gekregen. Dit zou stellig niet zoo gemakkelijk gegaan zijn. als, toen prof. Romme bij de behandeling van de ontwerpovereenkomst van Linggadjati met lijmen en krammen een deraillement van de Regeeringskoets wist te voorkomen.
V/at was toch op 27 December jongst leden in de Eerste Kamer het geval? Minister Lieftinck werd als toen voor een eclatante nederlaag behoed omdat slechts vier roomschkatholieke Eerste Kamerleden in hun verzet tegen zijn ingediend wetsvoostel bleven volharden. Prof. van den Brink en drie andere roomsch-katholieke Kamerleden met hem bleven zich ten einde toe halsstarrig verzetten, hadden al de leden varf diezelfde kleur zich tot het slot toe eveneens zoo onverzettelijk betoond, dan had het er voor minister Lieftinck zeer bedenkelijk uitgezien. Prof, Lieftinck droeg ten slotte nog de zege v/eg, maar het was een Pyrrhiis-overwinning, welke hij wist te behalen. De-roomsch-kathok'eke leden, die na lange aarzeling op het laatste oogenblik vlak voor de stemming nog omzwaaiden, deden door den heer Kropman 'n verklaring afleggen, dat zij voor 't wetsontwerp van min. L'.eftinck zouden stemmen, omdat zij in de huidige omstandigheden het wel zeer moeilijk verantwoord achtten, , , de samenstelling van het kabinet in gevaar te brengen op een zoo belangrijk punt all de financiën", daarbij echter nadrukkelijk verklarende, dat zij zich geheel los wilden maken van hetgeen de minister heeft gezegid over den staatsinvloed in de toekomst op kapitaalinvesteeringen".
De lezers kunnen hier uit opmerken, dat 't er geducht in de Eerste Kamer gespannen heeft. In de Tweede Kamer betrof het een interpellatie, maar in de Eerste Kamer een diepgaand politiek verschil. En dit is voorwaar niet het eenige diepgaand politieke geschilpunt, dat er tusschen de roomsch-katholieken en de Partij van den Arbeid is. Er zijn er zelfs van dien aard, dat, indien deze naar voren komen, het weinig zal baten, al komen prof. Romme en mr, van der Goes van Naters elk van hun kant met de lijmpot/aandragen.
Het kon op den duur nog wel eens blijken, dat de leden van de Partij van den Arbeid niet zulke trouwe en dienstvaardige bondgenooten voor Rome zijn als de Christelijke Partijen, de Christelijk-Historischen en inzonderheid de Anti-revolutionnairen dit jaren lang geweest zijn,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 januari 1947
De Banier | 8 Pagina's