Twee nieuwe minisiers?

Volgens berichten, welke in de pers circuleeren, staat de benoeming van twee ministers te wachten. De eene zal benoemd worden in de vacature van oud-minister Dr. Ir. Ringers, die uit het kabinet getreden is, dewijl hij zich met het Regeeringsbeleid inzake Indië niet kan vereenigen; de andere zal de portefeuille van Binnenlandsche Zaken van Dr. Beel ten deel vallen. Dr. Beel zou zich geheel wijden aan de algemeene leiding van diens ministerie. Deze moet reeds op zoek naar een functionnaris van diens tegenwoordig departement zijn. Op het oogenblik dat wij dit schrijven, schijnen zijn pogingen om een geschikten plaatsvervanger te krijgen nog niet met succes bekroond .te zijn. Met de benoeming van den opvolger van Dr. Ir. Ringers moet Dr. Beel reeds geslaagd zijn. De heer J. Bommer, oud-wethouder van Publieke Werken en Woningdienst, thans nog lid van den Amsterdamschen gemeen-^ teraad en Rijksadviseur voor de Volkshuisvesting, ^ zal de portefeuille van Opeatare Werken en Wederopbouw te beheeren krijgen. De heer Bommcr is, gelijk bekend kan zijn, lid van dr. Partij van den Arbeid. Diens benoeming vervultƒons wel met een zekere vrees. Het is broodnoodig, dat bij den Wederopbouw eindelijk eens een einde gemaakt wordt aan den administratieven rompslomp bij de aanvraag van herstel en opbouw. De talrijke ingeschakelde instanties, welke men daarbij aantreft, zijn toch een groot obstakel voor een goeden gang van zaken. Daardoor al mede verloopt bij den wederopbouw alles even traag. Het is daarbij een rechte sukkelgang. Ook hebben wij er weinig verwachting van, dat de nieuwe minister de ongemotiveerde eischen, welke thans op het gebied van 'landschapsschoon gesteld worden, zal willen intrekken of ten nutte van den landbouw althans, zal helpen wijzigen. De landbouwers hebben toch in de geteisterde streken dringend behoefte aan bergruimte voor oogst, vee en allerlei benoodigdheden, welke zij voor de uitoefening van hun bedrijf niet kunnen missen, terwijl de eischen op het gebied van landschapISchoon een belemmering vormen, dat deze gebouwd kunnen - worden, zooals de landbouwers die begeeren.

Menigeen zal het allicht verwonderen, dat er thans twee ministers staan benoemd te worden. Dit heeft een eigenaardige oorzaak. Niet het landsbelang schijnt dit in de eerste plaats te vereischen, doch het schijnt plaats te hebben om het evenwicht in het ministerie tusschen de ministers van de Partij van den Arbe& i en die van de Katholieke Volkspartij te bewaren. Indien het inderdaad het geval is, zien wij dat partij-belang hier weder boven het landsbelang gesteld wordt, wat toch niet anders daiMcherp afgekeurd kan worden, daar het voor het algemeen welzijn de funeste gevolgen heeft. Maar heel vreemd zou dit niet zijn, want het gebeurt maar al te veel, In vroegere dagen en ook thans wel zeer in het bijzonder.

Daar is in ons land een tijd geweest, dat men een liberaal moest zijn, wilde men voor het ministerambt of eenige betrekking bij het Rijk in aanmerking komen; ook is er al een periode geweest, dat men-een aanhanger van de zoogenaamde Christelijke-Coalitie-partijen moest zijn, wilde men in 's landdienst geplaatst worden. Thans is het zoo gesteld, dat slechts de roomschen en de rooden aan bod komen. Men kan toch zien hoe op tal van plaatsen thans de roomsche en roode burgemeesters benoemd worden, zelfs daar waar redelijkerwijs de benoeming van een burgemeester van eenig ander gezindte verwacht mocht worden.

De benoeming van den Roomsch-Katholieken burgemester van Arnhem levert daarvan een sprekend bewijs. En dat is volstrekt niet het eenige geval. Het hgt voor de hand, dat wij daar in de toekomst, bedroevend genoeg, nog wel meer van te zien zullen krijgen. Schreven wij, dat de benoeming van den heer Bommer tot minister van Openbare Werken en Wederopbouw allicht voor de deur staat, dan dient daarbij toch wel eenig voorbehoud gemaakt te worden. Geheel zeker schijnt het op het oogenblik toch niet te zijn, dat genoemde heer inderdaad minister zal v/orden. Onder het departement van Openbare Werken en Wederopbouw ressorteert heden ook de Waterstaat. De heer Bommer is geen Ingenieur. De afdeeling Waterstaat kan daarom door hem moeilijk beheerd worden. Wij zullen dus den afloop dezer kwestie nader hebben af te wachten. Anderzijds doen de 'geruchten over de benoeming van den heer Bommer en de overdracht van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken zoo ardnekkig de ronde, dat wij ons volkomen gedekt achten als wij over de zoo belangrijke aangelegenheid een klein artikel schrijven, het gelden hier toch hooge landsbelangen. Niemand mag daaromtrent onverschillig zijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen