Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Vermogensheffing ineens

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vermogensheffing ineens

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het wetsontwerp, waarbij de vermogensheffing ineens gsregeld wordt, is zéér belangrijk. En dit niet alleen •voor de vermogenden zelf, maar ook voor heel ons maatschappelijk leven, De gelden, welke toch opgebracht zullen moeten worden, zijn waarlijk net gering. Zij worden op twee milliard guldens geschat. Indien de belastinggelden onttrokken moeten worden aan eenig bedrijf of beroep, zal dit niet nalaten zijn ongunstigen invloed op het maatschappelijk leven ult te oeienen, zoodat niet slechts de daarbij onmiddellijk betrokkenen direct getroffen zullen worden, maar bovendien nog zoovele anderen, die er niet rechtsstreeks bij betrokken zijn. In - dit opzicht kan het 'n hoogst nadeeligen invloed op de werkgelegenheid uitoefenen. Na den vorigen wereldoorlog heeft de Regeering vanwege de veelvoud'ge bezwaren dan ook niet tot een vermogensheffing ineens durven overgaan.

Men mag zich verwonderen, dat de Minister van Financiën het wet3ontwerp n'et veel eerder heeft ingediend. Daar was toch een tijd, dat ons volk veel warmer voor een vermogensheffing ineens gevoelde dan thans. Vooral in de dagen vlak na de bevrijding was ieder er van doordron gen, dat er ter verbetering van 's lands financiën iets gedaan moest worden. Toen hoorde men weinig bezwaren opperen tegen een vermogenshelfing ineens.

De gang van zaJ-en echter heeft die stemm'ng heel wat vers echterd. Men heeft algemeen met eigen oogen kuniien zien, dat - -wat Minister-President Prof, Schermerhorn destijds ook openlijk erkend heeft — er met de landsgelden gesmeten is geworden. Eenige zuin'gheid werd er gansch niet betracht. Het had er veel van weg, dat de Regeering het geld v maar voor het opscheppen had, zoo werd er mee gesmeten.

De geweldige uitbreiding van het ambtenarenkorps wekte in zeer breede kringen des volks terecht groote ergernis op. Hier sneed het mes aan twee kanten. Niet alleen ergerde men zich er aan, dat de schatkist des lands daardoor op ztdk een ontzettende wijze geplunderd werd, maar ook ondervonden talloos velen in hun bedrijf den grootsten hinder en last van de ambtenarij en bureaucratie. Men had gehoopt, dat men met het eindigen van den oorlog van de ambtenaarsplaag af zou zijn, maar men zag het tegendeel. Het ambte_ naarskorps werd, alsof er volop geld m de schatkist was, door de Regee-ring op een ongehoorde wijze ver gioot. De ambtenaren verrezen ah paddestoelen uit den grond. Bov? ^'. dxn wekte het niet weinig de ontevrtdenheid op, dat men zeer velen hunner in auto's, soms pracht van auto's zag rijden, terwijl men zei' veelal voor het eigen bedrijf, hoewel men deze daarvoor broodnoodig had. maar geen auto, zelfs geen autoband kon krijgen. Ja zelfs hoe is niet om een fiets of fietsband gebedeld moeten worden! Zag men daarenboven nog, dat de ambtenaren allesbehalve zuinig met de rijksgelden omsprongen, dan gaf dat een nieuwe reden om geheel ontstemd te worden, Ongetwijfeld heeft het boven omschrevene er veel toe bijgedragen, dat de stemming is omgeslagen en men steeds minder voor een heffing ineens is gaan voelen.

Dit is zeer wel te verstaan. De Regeering heeft toch langen tijd met het geld laten smijten, alsof zij dit maar voor het oprapen had. De ambtenarij en de bureaucratie, welke de Regeering in zoo bijzonder sterke mate bevorderd heeft, hebben zeer terecht in zeer breede kringen des olks groote ergernis en sterke ontevredenheid verwekt.

Daarbij komt nog, dat de toestand zich na den oorlog veel slechter heeft ontwikkeld dan men wel gehoopt en verwacht had. En dit niet alleen. De even tevoren genoemde handelingen en maatregelen der Regeering waren niet de eenige, welke groote ergernis en ontstemming hebben verwekt en als een zware druk en last door een zeer groot deel van ons volk zij, n aangevoeld. Daar zijn er nog meer. Zoo ook, om er maar één te noemen, is door de geldblokkeering ons volk zeer zwaar belast.

Deze dingen wel inzonderheid, ofschoon er nog meer redenen daarvoor zijn aan te wijzen, hebben de evenaar geheel doen omslaan. In steeds breeder wordende kringen komt men tegen de vermogensheffing in eens in verzet. Te meer nog, daar er reeds door de vermogensaanwasbelasting een belangrijk vermogensoffer van velen gevraagd wordt, Die klimmende tegenzin tegen de vermogensheffing ineens wordt nog in zeer belangrijke mate versterkt door de niet geheel ongegronde vrees, dat de opgebrachte gelden in een bodemlooze put zullen geworpen worden.

Het staat dan ook wel vast, dat het ingediende wetsontwerp een veel beter onthaal bij ons volk gevonden zou hebben, indien het kort na de bevrijding bij de Kamer was ingediend.

Bezwaren iegen de vermogensheffing ineens

Er zijn niet weinig gegronde bezwa ren tegen de vermogenshefiing in eens in te brengen. De spaarders worden door deze heffing andermaal zwaar getroffen, vooral de bezitters van kleine en middelmatige groote vermogens. Het leven is voor hen zooveel duurder geworden dan het voor den oorlog was. Zij profiteeren niet van de algemeene stijging van loonen en prijzen. Integendeel, Zij moeten van een vaak nog verminderd inkomen leven, terwijl de Ievensstandaard zoo veel hooger is geworden. De verhooging van salarissen gaat h , n voorbij. Zij hebben daarbij niet alleen het toekijken, maar moeten in de belastingen hun aandeel daarvoor ook .ïiog opbrengen.

Dat de spaarders hierbij wel in het bijzonder zwaar getroffen worden, komt heel duidelijk aan het licht, als men hun toestand vergelijkt met diegenen, die een vast salaris hebben. In vergelijking met den stand van zaken van voor den oorlog hebben de genieters van een vast salaris een aanmerkelijke verbetering van salaris en pensioen verkregen, terwijl de vermogensaanwasbelasting hen vrijwel niet getroffen heeft.

Daarentegen moeten de spaarders zich met dikwerf zeer verminderde inkomsten tevreden stellen, terwijl zij straks ook bovendien nog door de heffing ineens menigmaal zeer zwaar getroffen zullen worden. De mannen van de vaste salarissen ontgaan — wat wij hun op zichzelf gaarne gunngn — in den regel de dans.

Dit is op zichzelf eene onbillijkheid, welke uit oogpunt van rechtvaardigheid niet te verdedigen valt. Temeer als men bedenkt, dat menschen met een gering vermogen vaak veel minder inkomsten hebben om er van te leven dan degenen, die een hoog salaris hebben,

De Regeering spoort telkenmale de bevolking tot sparen aan. Haar maatregelen werken daartoe echter gansch niet mee. Keer op keer toch kunnen wij waarnemen, dat de Re. geering zulke maatregelen neemt enl zulk een wetgeving invoert, dat juist de spaarders het gelag moeten betalen. De spaarders zijn juist de kip, welke de Regeering bij voorkeur slacht.

Het staat dan ook wel vast, dat het wetsontwerp va de Vermogenshei fing ineens den spaarzin onder om volk sterk zal tegenwerken. Het doodt de lust om te sparen. Niemand spaart toch om zijn gespaard geld strak-geheel of voor 'n zeer groot deel aan den Minister van Financiën en zijn ambtenaren af te dragen.

Ook kan men met zekerhed aannemen, dat de middenstand hierbij een J groote veer zal laten. Het is toch wel zeker, dat de betaling van de heff n^ vooral bij de kleine middenstanders niet kan plaats hebben, zonder dat het bedrijfsvermogen wordt aangetast. Talrijke middenstandsbedrijven hebben immers al sedert jaren te worstelen gehad met moeilijkheden ten aanzien van kapitaalvoorziening, Aangezien zij op de groote kapitaalmarkt niet terecht kunnen, zijn zij aangewezen op de hul" van particti-Heren, meermalen op die van familie, leden en vrienden of van de een oi andere bank. Vandaar ook dat hel gedurig voorkomt, dat het geheele vermogen van de middenstanders ii hun zaak of bedrijf is vastgelegd, Daar komt nog bij, dat er in het be-| drijfsleven van menigen middenstander een groote achterstand is ontstaan tengevolge van de slijtage in de jaren van de bezetting, waarin van een behoorlijk onderhoud en noj veel minder van een goede vervan ging door nieiiw materiaal geen spra-ff ke "kon zijn. Dientengevolge zal ei veel achterstand in menig middenstandsbcdrijf moeten worden inge-Ki haald. En dit gaat in dezen tijd ge| paard met het uitgeven van groo " bedragen. Zelfs daar, waar men dj zaak of het bedrijf om zoo te zegge! - ^at bijspijkeren wil, komt men voo^ groote uitgaven te staan, . Zelfs een I gedeeltelijk inhalen van den achter-j stand, een gedeeltelijke aanvuHinl* van de benoodigde voorraden tege* sterk gestegen prijzen, vereisdilr groote sommen gelds. Dit heeft ten gevolge, dat de liquidite't in tal va» bedrijven reeds thans belangrijk verminderd is. De aanwezige geldmiddel jgjj gijn vaak al reeds besteed of zijnl volslagen onm'sbaar om het be' "' in een goeden staat te brengen of tel houden. Onder deze omstandighedeji kan er hoogst moeilijk geld uit hef bedrijf gehaald worden. Dit zou tocl hoogst funeste gevolgen kunnen hebf ben. In sommige gevallen zou er ee gedeeltelijke of algeheele Hquidatie| van het bedrijf er het gevolg vai kunnen zijn; in andere - en dat zoiil den er wel eens zeer vele kunne] zijn - zou een acuut tekort aan bc drijfskapitaal ontstaan.

Dit zou niet alleen hoogst jammerlijke gevolgen voor den persoon inl kwestie, d'e het bedrijf in bezit heel maar dit zou ook ten gevolge kunne hebben, dat duizenden en duizenden mensch'en het brood uit den mon gestooten werd. Men denke daar nic! te licht over. Wij hebben nog maai enkele jaren geleden ten onzent è schr^kkeliike bezoeking van de wef keloosheid gehad, In Groot-Brittatl nië sukkelt men op het ooöenblik al reeds weder met het werkloosheids; / probleem. Niet minder dan tweeh derdduizend arbeiders in de sta industrie zijn aldaar reeds zon werk.

Men verlieze hierbij voorts voorf niet uit het oog, dat het ten onzei hard noodig is, dat de productie veii W hoogd wordt. Er heerscht aan tal vat Producten nog een zeer groot gebrek an dien kamt bezien staat hierbij een groot algemeen belang op het spel.

Daarom heeft het stellig en zeker 'n zeer bedenkelijken, zelfs gevaarlijken kant, indien de Regeering thans door de vermogensheffing ineens geilden aan de bedrijven gaat onttrekfcen, waardoor vele middenstandsbe-Urijven deerlijk in het gedrang zullen ikomen.

De schade kon uiteindelijk wel eens Iveel en veel grooter blijken te zijn [dan de baat.

Geldt het laatste door ons te berde Igebrachte bezwaar inzonderheid 'de finiddenstandsbedrijven, het kon van achteren in de toekomst zeer wel [blijken, dat deze heff.ng ineens, welke ter verbetering van 's Rijks financiën wordt ondernomen, heel het be-Idrijfsleven in zijn zoo noodzakelijke opleving en ontwikkeling belemmerd heeft. En dat zou toch verschrikkelijk zijn. Voorzoover het in het menschelijk vermogen ligt. dient voorkomen te worden, dat niet andermaal een zop schrikkelijke werkeloosheid intreedt, als wij die kort voor den oorlog gekend hebben en , dat de loonen niet weer het sluitstuk Ider economische mogelijkheden worden.

Hoeveel beter en juister had de Regeering gehandeld, indien zij er alles [op gezet had om tot verlaging van uitgaven te komen en ind.en zij door jhet nemen van krachtige maatregelen een einde gemaakt had aan de zoo ergerlijke geldsmijterij en ook an de bureaucrat.e en de ambtenaij, welke onnoemelijke sommen geld ^^ ^® schatkist des lands vorderen, ii^^^ ^^ ^^^^ allernoodzakelijkst, dat et Rijk weder een sluitende begrooing krijgt en de tekorten op de rijksegrooting, kapitalen waarvan men uizelt, finaal ophouden,

Het moet daarbij vooral voorkomen orden, dat de opbrengst van deze effing slechts gebruikt wordt om de anzienlijke begrootingstekorten te ekken. Dan zouden wij, het is waar, at alsdan de loopende tekorten op e begrooting voor een jaar of enkele aren gedekt zijn, tenslotte in nog rooter moeras terecht komen, dan aarln wij thans reeds gekomen zijn, an zou het volksvermogen allerjamerlijkst gedaald zijn, het Rijk nog onder een geweldigen schuldenlast iebukt gaan en dan zou een inflatie iet al de daaraan verbonden ellenpen onvermijdelijk zijn.

Het moet in geen geval den kant op, eiken de Regeering met de vermoensaanwasbelasting is ingeslagen, e opbrengst daarvan zal besteed orden om het begrootingstekort an het jaar 1945 te dekken. Deze pbrengst zal dan grootendeels nooig zijn om het tekort over 1945 te ekken, terwijl het thans reeds zeker s, dat hetgeen mocht overblijven, ten enenmale onvoldoende is om over 946 hetzelfde doel te bereiken.

Hoe b tter noodzakelijk is het, dat e Regeering er eindelijk eens toe vergaat, om metterdaad de ontzagelijk hoog geklommen uitgaven in te erken! Hoe zeer is het vereischt, at zij aan het dure leven van den taat finaal een e'.nde maakt!

Het gaat toch niet op, dat de Reeering ons volk met de eene heffing a de andere en met de eene belas-»'"^ "^ de andere het geld uit zijn ^^'? ¥°Pt om de ontzaggelijke looende begrootingstekorten te deken. Daarmede loopt zij wis en zeer vast. Dat moet uiteindelijk op en staatsbankroet uitloopen.

Zoals uit het verhandelde blijkt zijn r terdege zeer gewichtige en alleslins gegronde bezwaren tegen het wetsvoorstel der Regeering, rakende de vermogensheffing ineens, aan te voeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1947

De Banier | 8 Pagina's

De Vermogensheffing ineens

Bekijk de hele uitgave van donderdag 6 februari 1947

De Banier | 8 Pagina's