Indien niet, wat dan wel?
Onder dit opschrift stelt het blad „De Rotterdammer" bovenstaande vraag naar aanleiding van een artikel in „De Banier", waar n de mogelijke vernieuwing van de coalitie tusschen de R.K, met de A.R, en de C.H, is besproken geworden. Op die vraag behoeven wij allerminst het antwoord schuld.g te blijven. Wat wij niet willen, kunnen wij in korte bewoordingen zeggen.
Wij willen geen Regeering, welke Gods wet niet tot richtsnoer voor haar regeeringsbeleid stelt. Om het even of die regaering samengesteld is uit de aanhangers van een coalitie van de R.K, met de Partij van den Arbeid of dat zij geformeerd is u.t de voorstanders van een coalitie van de R.K, - net de A, R, en de C, H, noch van de eene noch van de andere zoodanig samengestelde regeering verwachten wij wezenlijk heil voor ons volk.
De achtereenvolgende, dusgenaamde chrislelijke coaLtia-regeeringen hebben ons daarin volkomen in het gelijk gesteld, Daarond, er is Rome in ons land sterk geworden, is ons volk hoe langer hoe meer afgetrokken van het vaste fundament van Gods Woord en dat der gezegende reformatie, is geen enkele christelijke wet in al de jaren van haar bestaan tot stand gekomen en is het socialisme sterk vooruitgegaan.
Het verblijdt ons, dat daar in den laatsten ti; i meerdere oogen voor open zijn gegaan.
De Kamper Hoogleeraar Prof, Holwerda heeft nog maar betrekkelijk kort geleden z.ch er over beklaagd, dat de antl-revolutionnaire politiek zich in h? t naaste verleden veel te veel op het verkrijgen van macht heeft toegelegd en dat daarnaar hare beginselen maar al te zeer zijn opgeofferd. Hij bepleitte onder meer, dat er tot een opkomen voor de beginselen en tot een belijden en getuigen van de beginselen zou worden teruggekeerd. Hij bracht daarbij de bekende woorden van mr. Groen van Prinsterer , , Niet 'een Staatsman, maar 'n Evangelie-belijder" in herinnering en stelde mr. Groen van Prinsterer ten voorbeeld, als hij tot devies voor zijn politiek stelde; In ons isolement ligt onze kracht".
Ook de Geref, predikant van Sappemeer Ds. Jongeling liet zxh in dezelfde geest uit, toen hij de propaganda-lectuur, welke de anti-revolutionnaire partij bij de laatste Kamerverkiezingen had utgegeven, in , , De Reformatie" besprak en deze veroordieelde. omdat ten koste van de beginselen , , daarin een belangen-politiek van elck wat wils" ten bel eve van de kiezersvangst op den voorgrond was gebracht.
Zulk een politiek nu, waarbij de belangen en de baantjes een groote rol spelen, willen wij iiiet. Tegen die politiek, ja, tegen elk staatkundig streven, dat niet uitgaat van de belijdenis, d|at de Overheid haar beleid onvoorwaardelijk r.aar Gods Wet heeft te richten, stelt de S.G.P. zich.
Wat wij dan wel willen? Ook d't kan met weinige woorden gezegd worden. Wij wenschen een politiek en een regeering, welke overeenkomstig het onveranderde artikel 36 der aloude Nederlandsche geloofsbelijdenis handelt. Dat wilde Calvijn; dat wilden al de voorvechters der Reformatie; dat wilden ook onze eigen gereformeerde voorvaders. Naar arti kel 36 hebben zij dan ook het bestuur van ons oude gemeenebest ingericht en daarmede ons land tot grooten bloei en aanzien gebracht, zoo zeer zelfs, dat door en onder de kennelijke gunste Gods de gouden eeuw van ons volksbestaan in hun eeuw ligt. Dat wilde echter dr. Kuyper niet en dat wil de anti-revolutionnaire partij, onder den invloed van Dr, Kuyper's stellingen als zij gebracht is, helaas al even min, Hoe zeer de geslagen breuk ons ook leed dioet, toch kunnen wij om der beginselen wille n.et anders optreden en handelen als wij doen. De S.G.P, kan en mag om eenigen mensch of partij welgevallig te zijn hare beginselen niet verloochenen. Zij erkent met de voorvaderen dat het aloude artikel 36 der Nederlandsche geloofsbelijdenis geheel en al overeenkomst g den Woorde Gods is. Daarom kan zij .n dezen geen kamp geven. Daarom stelt zij ook aan elke Overheid den eisch, dat zij zich met verloochening van eigen wijsheid in heel haar regeeringsbeleid naar Gods Wet heeft te gedragen.
Zij doet dit ongeacht of zij bij de Overhe.d al dan niet gehoor vindt. Zij acht zich van Godswege daartoe verplicht. Daarom mag zij in dezen ook niet nalatig zijn. Zelfs al zou hare stem, gelijk die van Noach en zoo menigen profeet, een stem van •een roepende in de woestijn zijn. Gedachtig aan het oude devies der vaderen „Gehoorzaam aan het gebod, bl-nd voor de toekomst" mag zij daar in zelfs niet vertragen en verslappen, al stellen nog al zoo velen en zoo machtigen zich daarbij tegen haar. Ook mag alle hoon, smaad, lastering, verdachtmaking en scheeve voorstelling, als dat zij drie honderd jaar te laat geboren is", haar niet van de vervulling harer dure roeping afhouden.
Even - zeer moet zij zich als doof houden, indien tegen haar wordt aangevoerd, dat zij met al haar getuigen, belijden en protesteeren ten slotte niets uitwerkt. Hetzelfde is mr. Groen van Prinsterer al even ongegrond zoo menigwerf voor de voeten geworpen. De historie heeft echter uitgewezen, dat hij met zijn getuigen, belijden en protesteeren wel ter dege veel, zelfs zeer veel, heeft uitgewerkt. Het staat boven alle bedenking vast, dat, indien de S.G.P. en hare vertegenwoordigers in 's landsen in raadsvergaderzalen door den Heere getrouw gemaakt en door Hem getrouw bevonden worden, zij steil g tot Eere zijns grooten Naams en tot heil van ons volk werkzaam zullen zijn, zelfs al deden zij daarin niet anders dan getuigen, belijden en protesteeren.
Ten slotte zij nog opgemerkt, dat het onderhavige artikel van het blad , , De Rotterdammer", waarin ons de vraag voorgelegd wordt, , , Indien niet, wat dan wèl? " de zaak toch wel wat al te s mpel stelt, indien het maar al te zeer doet voorkomen, alsof er bij de formatie van een kabinet maar twee mogelijkheden bestaan, namelijk de keuze van kabinetsformatie uit de leden van de coalitie van de R.K. met de A.R. en de C.H. of uit die van een coal tie van de R.K. met de Partij van den Arbeid. Er bestaan meerdere en andere mogelijkheden voor de formatie van een kabinet. Er kan ook een zoogenaamd zaken-kabinet geformeerd worden en nog onder andere benamingen zoo vele andere. Doch ook al mocht mogelijk een zaken-kabinet, dat zich louter toelegt op de behartigmg van 's lands belangen verre boven een coalitie-kabinet, dat zich vooral beijvert voor de belangen van de partijen, waaruit het is voortgekomen en waarop het steuiit, te behartigen en dat er op uit is een vriendjes-poLtiek te voeren door aan zijn aanhangers de begeerde baantjes in de handen te spelen — gelijk dat bij coalitie-ministeries maar al te vaak het geval is —-voor het land en de S.G.P. te verkiezen zijn. Niettem.n heeft de S.G.P. bij de formatie van welk kabinet dan ook immer voor oogen te houden, dat zij krachtens hare beginselen verplicht is aan het opgetreden kabinet voor te houden, dat het zich onvoorwaardelijk aan de eischen van Gods Woord en Wet heeft te onderwerpen.
Wat wij niet willen is, dat de S.G.P. in dezen ontrouw bevonden zou worden, doordat zij het onverminkte artikel 36 van de aloude Nederlandsche geloofsbelijdenis zou verloochenen; wat wij wel willen is, dat de S, G.P, zich te allen tijde en onder'alle omstandigneden naar dat Lkel, ook zoowel bij het formeeJ van een kabinet als tegenover zjr^j reeds geformeerd kabinet gedraa] e Wij zijn er namelijk ten volle vaW e overtuigd, dat, indien de S, G.P. veip , er waardigd wordt om alzoo te handi •ad len, zij ter eere van Gods groote| Tj Naam en tot welzijn van ons lai werkzaam zal zijn, al is zij dan een kleine partij en al komt er i al zoo veel tegenstand tegen haar en al heeft zij daarbij nog al zoove afkeuring, hoon, smaad, haat, lasti "fte g ta la ring en verdachtmak ng te verdurei In de wegen des Heeren wandelenm'^ zullen hare vertegenwoordigers gi* wis vervolgd worden, maar zulle zij door eere en oneere, door kwaa en goed gerucht gaande, stellig nii gen ervaren, dat het Israels God Die krachten geeft. Daarom zullel de S.G.P. en hare afgevaardigden ook wèl aan doen zich gedurig woorden van mr. Groen van Prinstc rer en d e van zoovele uitnemendi groote Hervormers, die ook al eenj gelijkluidende taal spraken, te heri neren, waar dezen uit één mond ver' klaarden; dat het boven alles gi den is de beginselen rein te bewaren. j e i e _ a e a l ; [ n l
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 februari 1947
De Banier | 8 Pagina's