Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het conflict inzake de Groenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het conflict inzake de Groenten

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

TWEEDE KAMER

Woensdag 20 Febr, hield de heer van den Heuvel eene interpellatie in de Tweede Kamer over het conflict hetwelk tusschen den minister van Landbouw en de bedrijfsgroep in groenten en fruit is ontstaan. De heer V, d. Heuvel bepleitte alle prijzen dier groenten vrij te laten. De Minister kwam daartegen op uit oorzaak van de niet geheel ongegronde vrees, dat de prijzen dan bij de huidige vorstperiode en de schaarschte veel en veel te duur zouden worden. Vrijwel alle fracties namen aan het debat deel, die elk op hun beurt naar hun zienswijze hun standpunt naar voren brachten. Voor een algeheele vrijgeving der prijzen durfde niemand behalve de heer v, d. Heuvel het opnemen. Zij ^gevoelden allen d|e ernstige bezwaren, welke daaraan op dit moment verbonden zijn. Ook de afgevaardigde der S.G.P. voerde bij deze gelegenheid het woord. Hij bepleitte, zoo spoedig als dit maar eenigszins mogelijk was, onverwijld de vrijheid voor de prijzen en in de bedrijven van land-en tuinbouw. Hij wees den minister er op, < Jat er in die kringen een sterk verlangen naar de^vrijheid op eigen erf en in 't eigen bedrijf bestaat. Daarbij in herinnering brengende, dat uit de kringen der landbouwers en tuinders bij herhaling veT-zekerd was, dat, indEen zij van den rompxslomp der ambtenarij en bureaucratie bevrijd zullen zijn, de prijzen van hunne producten aanmerkelijk zouden kunnen dalen. Ook bepaalde hij den minister er bij, «lat dit inderdaad het geval geweest is toen de handel in vee en paarden, vrijgegeven was. Voor verdere bijzonderheden, welke Ds. Zandt in dit debat ter sprake bracht, zijn wij zoo vrij om naar de rede zelve te verwijzen. Ds, Zandt sprak als volgt;

Mijnheer de Voorzitter! Deze interpellatie geeft mij aanleiding tot het-maken van enkele merking§n.

Voorop wil ik hierbij stellen, dat ik het van een uitnemend volksbel jin; | acht, dat groenten en fruit zoo goedkoop mogelijk ter beschikking van ons volk worden gesteld. Genoemde producten zijn als levensmiddelen moeilijk te hoog aan te slaan. Zij maken toch een belangrijk deel van de volksvoeding uit.

Al bepleit ik, dat groenten, fruit en alle andere levensmiddelen zoo goedkoop mogelijk binnen het bereik van een ieder moeten worden gebracht, toch wil ik daarmede allerminst zeggen dat de telers en producenten nu maar voor een onbehoorlijke belooning moeten werken. Ook in dezen geldt de regel van Gods Woord), dat - de arbeider zijn loon waard is. De toestanden welke langen tijd onder de malaise voor den oorlog op tuinbouw^gebied geheerscht hebben, wenschen wij allerminst terug. Die noodlijdende toestand dSent, voor zoo ver dit in menschelijk vermogen staat, met alle middelen tegengegaan te worden. Ik ontken geenszins de moeilijkheden, welke aan dit probleem verbonden zijn. Ik erken volmondig, ook al 'mede door inlichtingen, welke mij op dïit gebied door deskundigen verstrekt zijn, dat er met de maximumprijs-regeling voor groenten geweldige moeilijkheden gepaard gaan.

Steeds heben wij in deze Kamer zoo veel mogelijk vrijheid in het bedrijfsleven bepleit. Zoo zijn wij er steeds tegen opgekomen, dat de boer en de tuinder op hui} erf en in hun bedrijf door allerlei maatregelen, door ambtenarij en bureaucratie zoo geknecht zijn gewordlen. Wij doen dit op den dag van heden nog. al ontkennen wij niet dat de Regeering onder de „huidige abnormale omstandigheden ten opzichte van de prijzen van het zoo belangrijke volksvoedsel ongetwijfeld een taak heeft te vervullen. Dit belet ons echter niet om bij deze geegenheid er op aan te dringen, dat de bedrijven en ook de prijzen, zoo spoedig als dit maar eenigszins mo gelijk is, onverwijld! vrijgelaten zullen worden. Wij zijn van gevoelen, dat dit de teelt zeer zal stimuleeren, aan de voor de bedrijven zoo hinderlijke ambtelijke inmenging een einde zal maken en de arbeidslust en de goede stemming onder de tuinders zeer zal bevorderen. Tevens zal dit aan 'de Rijksfinanciën, doordat eralsdan vele tonnen gelds, nu aan ambtenarij ên bureaucratie uitgegeven, bespaard zullen worden en - wat ook al voor een niet te onderschatten belang is - den handel •zooWel voor export naar 't buitenland als ook ten aanzien van het binnenland zieer ten goede zal komen,

Als de Minister zich echter op het standpunt stelt, dat vrije prijsvorming Onder de gegeven abnormale omstandigheden op dit oogenblik, voor de bevolking tot te hooge prijzen zal leiden, dan is het van de grootste beteekenis, dat er door de Regeering een prijsregeling tot stand wordt gebracht, die de voorwaarden voor een medewerking van alle in deze aangeleg.enheid betrokken personen in zich houdt. Of het standpunt hetwelk bij de huidige regeling door den Minister is ingenomen, juist is, betwijfel ik ten zeerste, mede op grond van mededeelingen die ik daaromtrent uit den handeldrijvenden middenstand ontvangen heb. Ik ben van gevoelen, dat met dezen stand te weinig rekening is, gehouden. Ook deze stand heeft recht op een behoorlijk levensonderhoud. Deze kan niet met verlies werken, wil hij blijven bestaan. En de thans getroffen regeling geeft maar al te zeer aanleiding tot het werken met verlies.

Zijne Excellentie heeft immers zoowel voor den groot-als den kleinhandel slechts maxima ten aanzien van de verkoopprijzen vastgesteld, doch de inkoopprijzen vrijgelaten.

Dit heeft groot bezwaren in zich. Op het oogenblik, dat dé vraag het aanbod overtreft, en dat zal veelvuldig voorkomen, daar anders het prijsregelend optreden der Regeering overbodig was, ontstaan er spanningen, waardoor de handeldrijvende middenstand, inzonderheid ook de kleinhandel, in moeilijkheden komt, met gevolg, dat hij niet zal kunnen hougevolg, dat hij het niet zal kunnen houden. Niemand zal redelijkerwijze verlies werkt. Deze omstandigheid heeft tengevolge, dat het huidige conflict ontstaan is.

Indien inderdaad de vakgroepen tot staking hebben opgewekt, moet dit nadrukkelijk worden afgekeurd, en dan keur ik dit ook scherp af. Ik betwijfel echter, of de voorstelling, welke daarvan in sommige dagbladen gegeven is, wel de juiste is. Wat in het vakblad der vakgroepen dienaangaande is medegedeeld, wijst op het tegendeel, al zijn er misschien wel woorden gebruikt, die beter achterwege hadden kunnen blijyen. Bovendien heeft de binnenlandsche handeldrijvende middenstand, ook de groothandel, tot dusver steeds zijn volledige medewerking aan de uitvoering van de door de Regeering getrokken maatregelen verleend. Thans schijnt dit niet meer mogelijk te zijn, zonder dat er verliezen geleden worden.

Ik zou daarom van den iViinister gaarne vernemen, of het niet mogelijk is, dat er maximum prijzen aan de veilingen worden vastgesteld, waarbij aller belangen gediend worden, zoowel die van de bevolking als die van den teeier en den handel. Dan bestaat er ook geen gevaar, dat de prijzen te hoog worden. Daarover zou ik als nog gaarne door dien Minister worden ingelicht.

Het komt mij voor, dat de Minister de huidige maatregelen wel wat te overhaastig heeft genomen. Ik waag het om in twijfel te trekken of de Minister wel alle middelen heeft aangewend om tot 'n regeling te ko men, waarbij alle belanghebbende! gebaat zijn

Het stelsel, dat thans door den Mi nister is ingevoerd, lijkt mij onuil voerbaar. Bovendien heeft dit stejse zoowel in de kringen der teelers al in die van den handlel groote onte vredenheid verwekt en brengt he daarenboven de voorziening van di bevolking met groenten in gevaar, Indien de Minister toch een prijsie geling wenscht in te voeren, da moet hij ook de maatregelen treffei om zulk een prijsregeling uit te voe ren, In geen geval mag er zulk eei prijsregeling getroffen worden, waai bij de nadeelen, welke er aan ver. bonden zijn, eenzijdig, ja, zélfs zeei eenzijdig op e'en stand, namelijk dei middlenstand, worden afgewenteld Ik wil ten slotte daarmede eindigen, waarmede ik begonnen ben, namelijk om bij den Minister krachtig te bepleiten, dat den bedrijven meer vrijheid zal worden verleend. Uit de kringen van den land - en tuinbouw is toch bij herhaling de stellige verzekering gegeven, dat de prijzen aanmerkelijk verlaagd kunnen wor. den, als de bedrijven meer vrijheid wordt geboden en als ook de prijzen vrijgelaten worden. Er zijn ten aanzien van den landbouw enkele prijzen bijvoorbeeld die van ven en paarden vrijgegeven, met het gevolg, dat de prijzen vrij sterk, soms zelis zeer sterk zijn gedaald. De ambtenarij en de bureaucratie, waarover thans in alle kringen veel geklaagd wordt, staan een goeden en vlotten gang van zaken op het gebied van land-en tuinbouw herhaaldelijk in dien weg. Ik wil hiermede niets ten nadeele van den goeden ambtenaar zeggen. Integendeel, Ik wil de goede ambtenaren prijzen; ik erken zelis gaarne hunne verdiensten, maar het te veel schaadt altijd en er is op het oogenblik stellig veel en veel te veel ambtenarij en bureaucratie in OQs land. Daarom kan ik niet nalaten

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1947

De Banier | 8 Pagina's

Het conflict inzake de Groenten

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1947

De Banier | 8 Pagina's