Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Sterke bevolkingsaanwas

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Sterke bevolkingsaanwas

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sedert eeuwen was Nederland in vergelijking met andere landen dicht bevolkt. Vooral in de laatste eeuw en wel in het bijzonder in den laatsten tijd is de Nederlandsche bevolking sterk in aantal toegenomen. Ons land toch telt thans reeds 9^2 millioen inwoners. Mede als gevolg van het hooge geboorte-cijfer en het lage sterftecijfer is de bevolking sterk in aantal gestegen. Op grond van die cijfers verwacht men, dat de aanwas over dit jaar ruim 200.000 zielen zal bedragen. Wat dit te beteekenen heeft, kan men zeer goed begrijpen, indien men weet, dat het gedeelte der Zuiderzee, hetwelk men volgens de estaande plannen ingepolderd heeft, slechts aan 200.000 personen een woonplaats kan bieden,

Hoe snel Nederland in bevolking toeeemt, kan men het beste uit de volende feiten afleiden in de laatste halve eeuw verdubbelde daarin' de evolking. Op 1 Januari 1940 telde ons land 8, 834, 000 inwoners; op 1 Jauari 1946 9.295.000 en op 1 October 1946 reeds 9.479.000 en in den loop van November van 'tzelfde jaa^r - zoo snel nam de aanwas toe - was het getal der inwoners boven de 9.500000 gestegen. Met deze cijfers voor oogen bestaat er alle grond voor om aan te nemen, dat de Nederlandsche bevolking vrij spoedig al de 10 millioen zal overschrijden,

Het verblijdende daarvan

De sterke bevolkingsaanwas ten onzent heeft ongetwijfeld een verblijdenden kant. Deze toont aan, dat het Neo-Malthusianisme onder ons volk nog niet zulk een diepen wortel geschoten heeft als in sommige andere landen, bijvoorbeeld als in België. In 1910 telde België toch ruim een millioen inwoners meer dan ons land, thans meer dan een millioen minder. Gestadig is in vergelijking met Nederland de aanwas der bevolking in België teruggeloopen. Dit wijst niet alleen het cijfermateriaal over 1910 aan, maar ook dat over 1930. Op 31 December 1930 —• de laatste volkstelling is op dien daj gehouden geworden — was de bevolking van België nog 156.000 grootcr dan die van ons land. Op het oogenblik is zij, zooals te voren reeds is cp^^emerkt — meer dan een millioen kleiner. Dit feit geeft meteen een afdoende wederlegging van de bewering, als zou in een land, waar de bevolking uit Roomsch-Katholieken bestaat, het zedelijk peil hooger staan dan in een land, waarin de bevolking uit Protestanten bestaat.

Het is Virerkelijk verblijdend, dat het Neo-Malthusianisme in ons land nog niet zulke schrikbarende verwoestingen heeft aangericht dan dat onder meer in Frankriik en, België liet geval is. De resultaten van de kunstmatige kindefbeperking zijn toch voor een. volk funest. Door zulk een kinderbeperking V rgrijpt men zich op een schrikbarende wijze aan Gods Wet, moordt een volk zich zelf uit en zinkt het in zedelijk en godsdienstig 00zicht steeds d.^> r in het moeras vq, n allerlei elK-, idien weg. Het blijft daarbij toch nie" uit, dat het verantwoordelijkheidsbesef geweldig ondiermijnd wordt, de genots-en gemakzucht aanmerkelijk aangekweekt wolden en de volkskracht gebroken wordjt.

De aanhangers van de leer van Malthus beweren wel het tegendeel. Jaren lang hebben zij reeds beweerd, dat de toeneming der bevolking de jammerlijkste gevolgen met zich mede moet brengen. Zij voorspelden, dat dientengevolge hongersnood, armoede, lichamelijke verzwakking, achteruitgang in ontwikkeling en beschaving en een verslapping van de volkskracht zich zouden voordoen. Bovendien voorzegden zij vooral den arbeiders, dat zij door kunstmatige beperking van hun gezin minder zorg, meer genot en groot vooideel zouden hebben.

Maar deze materialistische levensbeschouwing, welke God en Diens Wet brutaalweg aan den kant zetten, is echter door de feiten geloochenstraft. Overal, waar zij ingang vond, heeft zij verderfelijk gewerkt. Zij heeft toch de onzedelijkheid sterk in de hand gewerkt, het egoïsme bevorderd, een fatale genots-en gemakszucht meerderen ingang doen vinden en moordend onder het volk gewerkt.

cui Dit behoeft niemand te verwonderen, geen mensch ter wereld overtreedt straffeloos Gods inzettingen. Waar moeder zonde komt, wordt zij immer op den voet gevolgd door hare dochter ellende,

Het gargwekkende daarvan

Heeft de sterke aanwas onzer bevolking een verblijdende zijde, zij heeft ook een zorgwekkende kant. De oppervlakte van ons land is klein. Zij bedrpgt slechts 33000 km2. Met eenige Dezorgcuïêid vervuld mammen zich afvragen of ons klein landje straks in staat zal zijn om zooveel op te leveren, d^t 10 millioen menschen er een redelijk bestaan in kunnen vinden. Op 't oogenblik toch doet zich het verschijnsel al voor, dat duizenden boerenzoons geen eigen bedrijf kunnen stichten, omdat zij, ondanks de 'drooglegging van d/ï Zuiderzee en ontginning en andere - middelen ter verbetering en uitbreiding van bruikbaren grond voor land en tuinbouw, geen land kunnen bekomen om er een eigen bedrijf te vestigen. Daarbij komt de afzet naar het buitenland, welke vroeger al en thans nog al zooveel meer zeer ernstige problemei» oplevert. Engeland, bij voorbeeld, heeft gedurende den oorlog zijn eigen landbouwproductie sterk uitgebreid en Duitschland neemt heden weinig of vrijwel rdets op, terwijl te verwachten is, dat het er in de toekomst zoo spoedig en zooveel mogelijk toe over zal gaan om de eigen landbouwproductie te verhoogen. Ook behoeft niemand! zich te verwonderen, als in de naaste toekomst onze landbouw van een sterke concurrentie van Amerika en Sovjet-Rusland zal te lijden hebben.

De productiviteit van onze industrie wordt bovendien op dit oogenblik sterk belemmerd door een achterstand, namelijk door de vermindering en veroudering van de installaties en machines, welke achterstand er ten gevolge van den oorlog ontstaan is. Dit heeft ten gevolge, dat wij op dat gebied moeilijk met het buitenland kunnen concurreeren. Wij mogen wel aanjTiemen, dat velen, die hierbij van nabij betrokken zijnoc alles op zullen zetten om dien ^isuterstand in te halen, doch het staat-ite bezien, gelet op de beschikbare deviezen, of hun dit spoedig zal gelukken. Het is zeer te vreezen, dat wij dan ook op menig gebied met een achterstand ten opzichte vem menige buitenlandsche mogendjheid nog vrij langen tijd te kampen zullen hebben. Daarenboven beijveren vele landen, die ruimschoots over grondstoffen te beschikken hebben, zich uitermate om hunne industrie op peil te brengen en leggen vrijwel alle oude industrielanden, inzonderheid Groot-Brittannië, er zich op toe om zooveiel mogelijk te exportceren. Daarbij komt nog, dat onze industrie naar alle waarschijnlijkheid veel minder naar Indië, Duitschland en de landen van ZuidrOost Europa zal kunnen exporteeren dan voor den oorlog mogelijk was. Daar tegenover staat wel, dat de Duitsche industrie heden nagenoeg niet of in 't geheel niet kan exporteeren. Doch 't blijft de vraag, of, gelet op de houding, welke Amerika en Engeland tegenover onzen handel en havens innemen, onze industrie daarvan kan profiteeren.

Hoe het in dezen ook zij, dit staat bo­ venal wel vast, dat hier een zware taak op onze Regeering rust. Zij is wel in het bijzonder geroepen om bij den sterken aanv/as der bevolking er op bedacht te zijn. om zooveel maar eenigszins in haar vermogen is, alles aan te wenden om een behoorlijk levensbestaan voor hare onderdanen te scheppen. Zij heeft alles in het werk te stellen om landbouw en industrie en voorts alle bestaansbronnen tot ontwikkeling en bloei te brengen, opdat hare onderdanen alzoo arbeid en brood zullen bekomen. Daartoe is het noodig, dat de vele belemmeringen, welke de ontwikkeling en den bloei van ons bedrijfsleven in den weg staan, worden opgeruimd. Immers niet van de ambtenarij en de bureaucratie moet het komen, maar in den middelijken weg van het be-Irijtsleven. Dit kan er veel toe bijdragen dat ook bij de toeneming onzer bevolking een bestaansmogelijkheid voor de tien millioen Nederlanders verkregen wordt. In dit opzicht is 't verblijdend, dat 't Philipsconcern en zijne fabrieken en installaties te Eindhoven, ook buiten Eindhoven in andere plaatsen daardoor de middemens is uit te breiden. Dit heeft een dubbel voordeel. Eerstens groeit Eind hoven alzoo niet uit tot 'n geweldig groote industrie-stad, hetgeen uit velerlei oogpunt niet wenschelijk is; tweedens vinden talrijke personen op andere plaatssen daardoor de middelen voor hun levensonderhoud. Ook kan 't grootelijks zijn nut hebben, dat in streken, waar de bodem niet vrucht baar is, bijvoorbeeld! in Drenthe en in andere gebieden van ons land, industriën gevestigd worden, Eveneens zal door landontginning of verbetering van den bodem bijvoorbeeld door ontwatering of anderzins er toe bijgedragen kunnen worden, dat er levensvoorwaarden voor zeer velen geschapen worden. Ook zal de" emigratie naar andere landen, waarvoor op het oogenblik zulk een groote telangstelling ten onzent bestaat, er aan kunnen medewerken, dat er niet zulk een sterke opeenhoping van menschen op een klein grondgebied als dat van Nederland is, ontstaat. Ongetwijfeld brengt de sterke aanwas der bevolking, hoe verblijdend die ook moge zijn, zijn zorgen med? . Moge onze Regeering daar een open oog voor hebben en alles doen wat are hand vindt te doen.

De voedselvoorziening is een probleem, dat niet alleen in ons land, maar allerwege momenteel, moeilijk op te lossen is. Het is nog maar kort geleden, dat de president van Amerika de aandacht op dit zoo moeielijk op te lossen probleem vestigde.

Ook in dezen kunnen wij opmerken, dat de hand desHeeren nog zwaar op het gansche aardrijk drukt. Mocht dit eens door Overheid en onderdanen worden opgemerkt, dan zouucn wij gewis de toekomst niet zoo donker hebben in te zien dan thans het geval is. De hoog geklommen nood is er toch stellig en zeker niet bij geval. Hij heeft een heel wat dieper ooii; adk dan men getneenlijk aanneemt. Hij heeft zijn ontstaan te danken aan de vrij algemeene God-verzaking, die men niet alleen ten onzent, maar ook ver buiten de grenzen van ons land allerwege kan waarnemen. Men verwacht het heil louter van des menschen kind, men zweert bij het waarnemen van de menschelijke middelen en ziet daarbij Hem over het hoofd, in Wiens hand ons aller lot en leven besloten is. Niet, dat wij het waarnemen der middelen veraichten. Integendeel! Wij zijn aan de middelen gebonden. Doch wat baat het waarnemen der middelen, indien de Heere daarbij miskend wordt. En dewijl dit laatste maar al te zeer het gfval is, kin men de toekomst iiiet allacn vaii ons land, maar ook van heel de wereld, niet f« donker inzien.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1947

De Banier | 8 Pagina's

Sterke bevolkingsaanwas

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1947

De Banier | 8 Pagina's