Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE VACCINATIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE VACCINATIE

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

der jeugdige kinderen

Van verschillende zijden werden den laatsten tijd tot ons vragen ge richt met betrekking tot de Ine» tingswet 1939. Gemeenlijk wen i) daarbij de vraag gesteld, of de on ders, die jeugdige kinderen hebbi' iCB door voornoemde wet verj plic* worden hunne kinderen te laten vac| cineeren. Tevens werd daarbij ge Vraagd, hoe de ouders, indien zu! llil i ilet het geval is. zich te gedragen ibben.

'ij willen deze vragen in een twe«-1 artikelen in „De Banier" beantoorden. Wij doen dit, omdat deze ijze van beantwoording ons veel d en moeite bespaart, daar wij dan et een ieder, dia ons vragen gegld heeft, persoonlijk behoeven te itwoorden, hetgeen uitermate tijdovend is. Te meer nog doen wij 't, daar zulks ons nuttig voorkomt, rwijl daarmede 'een algemeen beln^ gediend wordt.

iet blijkt to< ^h, dat er tal van ouders n die, hoewel zij geen vragen tot is gericht hebben, niet goed weten elke veirplichtingen er vanwege de lentingswet 1939 op hen rusten en f even min weten, hoe zij in dezen tbben te handelen,

Hert-i.rst gaan wij dan over tot betwoording van de vraag, of de liders, wier kinderen voor vacciitie in aanmerking komen door de iderhavige wet verplicht worden ze kinderen te laten inenten. s antwoord daarop, diene, dat de entingswet van 1939 niemand diet noch indirect dwingt om ook aar eenig kind te laten vaccineekn. Om het eyen of de ouders «daarij al dan niet gewetensbezwaren teen de vaccinatie hebben. Geen enel ouderpaar behoeft te^en zijn zin jn kind te laten inenten,

L vaccinalie-dwang werd in 1928 fegeschaft en de wet van 1939 heeft ern niet weder ingevoerd. Het bekamde pokkenbriefje, dat men eenhaal noodig had, om op de schoo egelaten te worden, is onherroejelijk van de, baan,

et staat onomstootelijk vast, dat er ^ Nederland geen vaccinatie-dwang eer bestaat. De thans bestaande et gedoogt dit niet. Jen bewijze ifcrvan kan de wet zelf dienen en k de verklaringen, welke minister an den Tempel, die destijds de wet ij de Kameri indiende, in de Tweede amer bij de behandeling daarvan eeft afgelegd,

ij verklaarde daarbij toch, dat de uders in dezen per slot van rekeng hunne vrijheid geheel behouden. ij beantwoordde de vraag; blijft de : rijheid der ouders onaangetast? leterlijk met de navolgende woorden; iMijnheer tde Voorzitter! Dat is het ltelsel. De vrijheid der^ouders blijft en slotte onaangetast. Zij zullen in re laatste instantie beslissen of een ind ingeënt wordt. Daarover behoe-

Bok verklaarde hij in diezelfde re-"e: „en men zal aan den anderen ant het bezwaar volkomen ontzien, at de ouders tot vaccinatie verlicht zouden worden tegen hun zin. Cat Zal niet gebeuren".

Vlen geve er ter dege aoht op, dat de Vlinister verklaard heeft, dat de vac-; inatie niet tegen den zin der ouders ; al kunnen plaats hebben. Hij zeide iict, dat zij niet kon plaats hebben egen de gewetensbezwaren der ou-Iers, maar nadrukkelijk tegen den

^et staat dan ook als een paal boven ivater vast, dat de ouders hunne kin-

ipren niet tegen hun zin behoeven e laten vaccineeren. ^laar, vraagt mogelijk iemand onzer ezers, waarom is de Inentingswet

an in 1939 ingevoerd. feze vraag laat zich "gemakkelijk > eantwoorden. Deze wet is om pro-

lagandistische redenen ingevoerd. )p 11 Februari 1928 werd de vacciï!e-dwang wettig opgeheven. De Reteering durfde de verantwoordelijksi 1 voor de handhaving van den iwang vinwege de zeer vele sterfgo-^allen, die bij de inenting voorkwadiende zij bij de Kamer het voorstel in om den dwang af te schaffen, Beide Kamers hebben dit voorstel aangenomen. De gevolgen daarvan bleven niet uit,

Het aantal der gevaccineerden liep schrikbarend achteruit, Ds, Zandt, die bij de mvoering van de wet in 1939 in de Tweede Kamer het woord voerde, sprak dienaangaande;

, , In de elf jaren, dat de dwangwet buiten werking is, zijn een mil loen kinderen niet gevaccineerd geworden. Duizenden en nog eens duizenden van ouders hebben er voor ge past, er terecht voor gepast, om hunne kinderen over te geven aan de Ie vensgevaarlijke kunslbewerking der vaccinatie. Al bood de Ovenheid om de drie maanden gelegenheid om kinderen kosteloos te laten vaccineeren, al spande een goed gele'de en wel georganiseerde propaganda haar uiterste krachïen in, de vaccinatie bleef schrikbarend achteruitloopen".

Dif - wa^ den vaccine-aanbidders ean doom in het oog. Zij konden dit niet verdragen. Al konden zij het niet gedaan krijgen, gelijk sommigen hunner gewild hebben, " om de vaccine-dwang weder in te voeren, toch hebben zij er rusteloos aan gearbeid, dat aithans de w«t van 1939 tot stand kwam.

Geheel onnopdig werd deze wet ingevoerd. Er was in al die elf jaren, van 1928 tot 1939, geen enkel geval van pokkenziekte in ons land voorgekomen. Daarop hadden de vaccine-aanbidders van hun standpunt uit bezien, acht dienen te slaan. Was er een ernstige pokkenepidemie in die jaren uitgebroken, zij hadden zich althans daarop kunnen beroepen. Maar dat is niet het geval geweest. Loutere afgoderij met het stel-gel van Jenner heeft tot hun actie gedreven.

Met het volste recht kon Ds, Zandt dan ook in de Tweede Kamer in 1939 sangaande de invoering van de laëntingswet in het midden brengen; Geheel onnoodig Daar was niet de minste aanbeveling voor. Dit hebben, zooals mr. Savornin Lohman hen terecht noemde, de vaccine-aanbididers gedaan. Zij hebben dit gedaan door in en buiten deze Kamer onalgebroken op wijziging van den bestaanden toestand aan tè dringen. Een machtig wapen, dat zij daarbij hanteepen, is het oproepen van bet schrikbeeld eener pokken-epidemie, Tusschen twee haakjes wil ik opmerken, dat God ook andere epidernie'ën kan zenden. Na den grooten wereldoorlog is de zoogenaamde Spaansche griep uitgebroken, die tienduizenden bij tienduizenden slachtoffers heeft gemaakt. Ik onderschat de pokkenziekte allerminst. Ik moet 't echter scherp afkeuren, als Je aanbidders der vaccinatie dit schrikbeeld oproepen om daardoor de vaccinatie bij ons volk er door te drijven. Elf jaren hebben wij geen verplichte vaccinatie gekend en ook in die elf jaren is er van eien pokkenepidemie ten onzent gelukkig niets vernomen. Wel een bewijs, dat ook zonder de vaccinatie een volk van de pokkenziekte gevrijwaard kan blijven. Ja, zelfs zulk een krachtig bewijs, dat het de verstokte vaccineaanbidders tot inkeer had moeten

brengen', ^ Nochtans zijn zij zelfs door dit oveirtuigend sprekende feit niet tot inkeer gekomen. Zij hebben zooveel aandrang uitgeoefend, dat de thans vigeerende wet is tot stand gekomen. Zij zagen daar hun voordeel in. Door die wet kwamen de kosten, da hadden te voeren ten laste van het rijk. En dit niet alleen. Daardoor kreeg hun propaganda een officieel karakter. Menigeen kwam daardoor te gereeder onder den invloed van die propaganda.

Dat dit het eigenlijke doel van de inentingen niet was, erkende minister van den Tempel ook uitdrukkelijk, als hij verklaarde:

Wij mogen niet vergeten, dat de considerans van deze wet zegt; , Alzoo wij in overweging hebben genomen, dat het wenschelijk is de inenting tegen pokken van kinderen beneden den leeftijd van twee jaren te bevorderen en dat ten dien einde nieuwe bepalingen dienen te worden vastgesteld".

Langs den weg van vrijwillige inenting, van de bevordering van de kennis van zaken van de ouders, zullen wij trachten te bereiken, dat onder de Nederlandsche bevolking de inenting in ruimere mate dan tot dusverre het geval was, zal worden toegepast".

Uit deze en voorgaande aanhalingen van de woorden van Minister van den Tempel, alsook uit de bepalingen der wet zelf, blijkt wel overvloedig, dat deze wet geen dwingend, maar een propagandistisch karakter heeft. Wij achten het, gelet op de tot ons gerichte vragen en op het vele misverstand, dat in dezen bestaat, zeer gewenscht daar nog eens de volle aandacht op te vestigen.

Al kan dan volgens deze wet zelfs geen enkel kind tegen den zin der ouders of voogden worden ingeënt, toch betreuren wij deze wet en keuren wij haar scherp af. Zij heeft geheel onnoodig een bemoeienis van „Vadertje Staat" in bet leven geroepen, steunt door Rijksmiddelen de propaganda voor de principieel te veroordeelen vaccinatie en bevordert de voor de gezondheid en het leven der kinderen immer zoo gevaarlijke inenting.

Bovendien wekt deze wet bij zeer velen den indruk, dat de ouders verplicht zijn hunne kinderen te laten inenten. En ook daarom is deze wet afkeurenswaardig, omdat tal van ouders te geruster tot het vaccineeren hunner kinderen zullen overgaan, daar zij dan verder van alle moeite en last af zijn. Daarenboven brengt het onnoodige kosten voor het Rijk en overbodige last voor de ouders met zich mede.

Hiermede achten wij de eerste ons gestelde vraag beantwoord te hebben. In een tweede artikel wenschen wij uiteen te zetten, hoe de ouders, die daarmede te doen hebben of te doen krijgen, zich ten aanzien van deze wet hebben te gedragen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1947

De Banier | 8 Pagina's

DE VACCINATIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1947

De Banier | 8 Pagina's