Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE DAG DES HEEREN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE DAG DES HEEREN

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij we^en er in het vorig artikel op hoe onder de zich christelijk noemende coalitieregeeringen op den dag des Heeren extra-treinen en goedkoope treinen werden ingelegd naar voetbalwedstrijden, betoogingen en kermissen. Op door Ds, Kersten destijds gestelde vragen werd toen door den minister van waterstaat o.m. ten antwoord gegeven dat er voor hem geen aanleiding bestond om zulke maatregelen tegen te gaan, ' aangezien daardoor de belangen van 't publiek werden gediend en die van 't spoorwegbedrijf tevens werden gebaat.

Is zulk een antwoord van een minister uit een rechlsch coalitie-kabinet niet indroevig? Had een roode minister het feller en materialistischer kunnen zeggen? En verraad zulk een

antwoord niet een totaal gemis aan eerbied voor Gods heilig gebod? Wat dit betreft is er dan ook geenerlei onderscheid of wij een zich christelijk noemende coalitie-regeering dan wel, gelijk thans het geval is, 'n roomschroode regeering hebben. Door beide wordt de dag des Heeren schromelijk ontheiligd. En zooveel te erger is dit nog bij een zich christelijk noemende regeering, omdat daarbij 't woord christelijk niet meer dan een etiket blijkt te zijn, een vlag om de onchristelijke lading Je dekken,

Men werpè hier niet tegen, dat de minister, waarop we zooeven doelden een roomsch mihister was, Ofschoon dit volkomen juist is, doet dit aan de gemaakte opmerkingen niets af. Als roomsch minister toch maakte Wij we^en er in het vorig artikel op hoe onder de zich christelijk noemende coalitieregeeringen op den dag des Heeren extra-treinen en goedkoope treinen werden ingelegd naar voetbalwedstrijden, betoogingen en kermissen. Op door Ds, Kersten destijds gestelde vragen werd toen door den minister van waterstaat o.m. ten antwoord gegeven dat er voor hem geen aanleiding bestond om zulke maatregelen tegen te gaan, ' aangezien daardoor de belangen van 't publiek werden gediend en die van 't spoorwegbedrijf tevens werden gebaat. hij deel uit van een kabinet, dat uit vertegenwoordigers der drie rechtsche partijen, namelijk die der 1 oomsch-kaÜiolieker^j anti-revoi a-tionnairen en christelijk-historischen was samengesteld; dat ook op deze drie partijen steunde en waarvoor de kiezers waren opgeroepen omdat bij zulk een kabinet alleen de christelijke grondslagen van ons volksleven gewaarborgd zouden zijn. Van zulk een kabinet zou men dan toch zeker mogen verwachten, dat het voor de handhaving van Gods wet zal opkomen en ook voor de eerbiediging Van den dag des Heeren.

Doch er is meer. Enkele jaren nadat ds. Kersten zijn vragen gesteld had en de roomsche minister van Waterstaat hem 't boven vermelde antwoord gegeven had, stond aan 't hoofd van 't Departement van Waterstaat een minister van antirevolutionnairen huize. Wie meenen mocht, dat deze toen aan het laten loopen van goedkoope treinen op Zondag een einde gemaakt heeft, vergist zich daarin deerlijk. Ook onder dezen minister toch liepen er in dat jaar niet minder dan 44 goedkoope extra treinen. En ook toen werd het publiek door middel van aanplakbiljetten, advertenties en circulaires aangemoedigd om van deze treinen gebïuik te maken, , d, w.z. op den dag des Heeren uit te 4aan en dien dag door te brengen in den dienst van het vleesch. Deze minister heeft dit destijds trachten goed te praten. Hij beriep er zich o.a, op, dat het aantal goedkoope Zondagstreinen onder hem niet was uitgebreid. Ten rechte heeft ds. Zandt hem er toen op gewezen, dat een dergelijke verdediging niet meer dan een uitvlucht is. Een uitvlucht, welke een dief evenzeer/zou kunnen bezigen om zijn onschuld völ te houden, door er op te wijzen, dat vele dieven vóór hem gestolen hebben of een moordenaar zou kunnen aanwenden om zich te rechtvaardigen met naar Iien te verwijzen, die hem in manslag het voorbeeld gegeven hebben. Ten rechte, schreven we, sprak ds.

Zandt aldus. Een beroep op wat voorafgaande ministers deden kan toch nimmer de verantwoordelijkheid van een volgenden minister wegnemen en zal ook geenszins de schuld van zulk een overheidspersoon voor God kunnen verminderen. De hier bedoelde minister van antirevoiationnairen huize liet het hierbij echter niet. Ook hij kwam, evenals eens zijn roomsche voorganger deed, met het motief voor den dag, dat hij als minister geroepen was om een goed spoorwegbeleid uit te voeren en dat volgens hem daartoe ook behoorde, dat hij eenige treinen op Zondag tegen verlaagd tarief, hetzelfde verlaagde tarief van in de week, moest laten loopen. Deze minister stelde dus al evenzeer het financieel belang boven de nadrukkelijke bevelen Gods.

Bij een volgende gelegenheid bleek het - hem al even weinig als den roomschen minister te deren, dat de Zon Vanwaar onze natianaliteit?

oor middel van goedkoope trei nen tot een uitgangsdag voor het publiek wordt gemaakt. In zijn Memorie van Antwoord schreef hij toen namelijk, dat het noodzakelijk was om aan de Spoorwegen eenige vrijheid te laten tenemde het publiek op den eemgen uitgangsdag met te drijven in. de naar verhouding meer bedie-mng vorderende autobussen, daar het aan verschillende autobusondernemingen yri) stond des Zondags een uitgebreideren dienst dan op werkdagen te onderhouden en tal van gezelschapsbussen des Zondags reden, In een officieel staatsstuk werd hier alzoo door een mimster van anti-revolutionnairen huize de dag des Heeren tot den eenigen uitgangsdag geproclameerd! Tegen deze uitspraak van den minister kwam ds. Zandt m de Tweede Kamer met aUen nadruk op. Hl] zeide o.m. dat de minister met zulk een verklaring niet minder deed dan het volk tot souverein te verklaren, dan zijn begeerten en lusten tot wet te vterheffen en Gods inzettingen op te offeren aan de verderfelijke zucht tot uitgaan op den dag des Heeren.

En wat aangaat het door den minis +o r, = =. .rrs^ , t»k..„l, t r)=.+ ^nrv, ^ ^^hpf J , S l t h ^ot dP auXr itnï .^ï.'tr. ^tt^^TZc diensten zou wenden, hetgeen nog TTtefen brlchTdJ Z^dt'^af'S ilndï^ t.n rechf in dat hi n e minder ten rechte in. dat het niet aangaat om het eene kwaad met het andere te dekken De regeermg had bovendien de macht om aan de autobusdiensten op Zondag een einde te F i den rnittf "".tl^d heerie En met den mimster stond heel de Kamer ook de rechterzijde dus, af-^T^ tf^Zheid fn ïïS'door ds en als volgt luidde:

„De Kamer, van oordeel, dat des ; , Zondags d; openbare middelen van „vervoer behooren stil te staan, ..noodigt de Regeering uit, maatrege-, , len te treffen, daartoe dienende, en '.igaat - . over töt'de ±--1 j_ orde - _j van den j dag". A„^ ' "ig • Deze motie kon zelfs •" niet • eens bij de Kamer in behandeling komen, want zij werd door niemand, ° behalve - - - ds. Zandt - - en ds. - — Kersten, gesteund. , , __^ j Niet xTj„+ slechts roomsch-katholieken en socialisten. doch zelfs de anti-revolutionnaire en de christelijk-historische Kamerleden lieten de afgevaardigden der S.G.P. alleen staan, terwijl het hier toch een zoo hoogst gewichtig beginsel als dat van de eerbiediging van den Dag des Heeren betrof. En zoo werd nadien de ontheiliging van dien dag door het Spoorwegbe­ - * drijf en andere openbare vervoerbedrijven week aan week voortgezet, terwijl het volk van de diensten der bedrijven volop gebruik maakte om den Zondag door te brengen naar eigen lusten en begeerten. Zoo werd de Zondag omlaag gehaald tot een datf van jolijt en pret

datf van jolijt en pret Behoeft 'het dan nog verwondering, dat ook Nederland in de oordeelen in • zoo _._ ruime .._._. mate _..x-betrokken i._i__i.i„„ werd? jo Een volk toch, dat den Zondag misbruikt als uitgangsdag, laadt zich de oordeelen Gods gewis op den hals.

Niet van de Batavieren - zooals „en het onder den invloed der Fransche revolutie zoo dikwerf heeft voorgesteld.

Niet van de dagen der Middeleeu-^gn, welke men in Rome's gelederen zoo buitengemeen verheerlijkt, Neen, historisch staat vast, dat onze nationaliteit aan de Hervorming haar ontstaan ontleend heeft.

D^ Reformatie maakte, onder Gods igiji^g ^^ bestuur, van ons land, dat eenmaal niet m^eer dan een Spaansch wingewest onder Philips de Tweede ^^^^ ^^^ zelfstandigen staat. Zij bracht op onzen bodem een staatsbestel, dat in merg en been gereforj^eerd was en geheel op den grondslag van Gods Woord opgetrokken was. Zij gaf ons volk een eigen na-

tionaliteit. Toen was Nederland, slechts een kleine stip op de wereldkaart als het was, ontegenzeggelijk de grootste en de machtigste staat van heel het wereMroud. Als Ben verwonderings-^^^ de, al-"^^"^^ ^^^ goddelijke genade verrees ^^. ^^^^ ^^^^ ^^^^^

^^^^'' ^^' "°^^ ^^^'fj^ °"^ ^i^ ""^^ ""'ï grootheid bereidde, noch de ^^ j^^ Batavieren die ons een

\^ volksbestaan gaf. ^Jd de Heere verbrak door middel ^^^ Reformatie de dwingelandij van g ^^j^ ^^ ^^^ vreeselijke woeden ^^" ^°i^'"'^ inquisitie en deed door ^^^ ^-ddel het kleine volkske van Nederland, nadat het ^^\«^" ^^"^^ ''^\^'' zich in een ? ^^^^ "1, ^^"

wr ^}^^^-. ., X n 1 Wie V'l^ZirjAT'-^ het anders wil_ .... voorstellen, ^ , ^.............. slaat

Vanwaar hat Hesstel?

^ . , , JJiinusKenDaar Unmiskenbaar is Nederland is i> ieueiiciiiu verval-veivax 1 j ^i„„j.„ 'e'^ ^^° d® plaats der eere en der ï^fcht, "t-^"S waarop "'-"_'"P "V--het eens door M-godde-j ^}V^^ "'''^e hand geplaatst was. Niemand Niemanc' Jer ter wereld zal het kunnen ont-

'^^'^'^en , .. , , n de redenen zeer ^wr dat verval zijn de redenen zeer

^.fl^^". t^ geven Bij herhaling heeft mr. Groen van P"nsterer en met alléén hij, ons deze °P deugdelijke historische ; gronden

aangegeven. s in de geschriften van Ds, van £^'«eas m ae ge^scIllllleu vaii i./». va... Lodensteyn en zoovele andere godzalige auteurs, werden zij ons als met den vinger aangewezen. De r - i waarheid, • i j die naar j de .Ti godzalig-T\ h^id is, keerde men den rug toe. Ue geschriften 8'==*^'""'-ei van » Descartes, . • j j ^ Spinoza, ^ Coornhert en Arminius deden voor-^^ ^ de hoogere standen hun ver-

woestenden mvloed gelden. Fransche zeden en gewoonten vert? "^^-/^ "^""^^ Hollandsche deugd^hjkheid en eenvoud en m de faniilies der aanzienlijken liet men de kinderen door Fransche gouvernan-

tes opvoeden. De Fransche sier-en pronkzucht wer den eerst in de kringen der regenten en der aristocratie nagevolgd en daarna volgde de burgerman, hen

daarin na. De goede en deugdelijke lectuur werd verachtelijk aan den kant gezet. Lichtzinnige Fransche litteratuur nam hun plaats in. Het Engelsche deïsme en de Duitsche neologie vonden in steeds breeder wordende

kringen een gereeden ingang. En het allerergste was dat de Geest des Heeren hoe langer hoe meer ging wijken. Het krachtige geloofsleven verflauwde,

De schavotten rookten niet meer; de schavotten dropen niet meer van het bloed der martelaren; maar ook hun krachtig geloof was er niet meer,

Een geest van ongodisterij drong diep onder ons volk door Daardoor maakte het zich rijp voor het oordeel. Het strafgericht kon niet uitblijven.

Onze eigen nationaliteit zou verloren gaan. De Franschen moesten komen. Men had ze het pad zelf gebaand. Zij zijn gekomen en onze nationaliteit ging in het Fransche Keizerrijk ten onder!

Vanwaar one Vervel

Door Gods goedheid herkreeg na de ineenstorting van het Fransche Keiverrijk ons volk zijn eigen nationaliteit. De Franschen verlieten ons land, maar hun heillooze beginselen bleven.

Hunne' theorieën werden door een destijds oppermachtig liberalisme overgenomen Deze theorieën hielden ergerlijke miskennintf van den levendln God en Drenrgto; enbaar3 ^oord in. Door menschelijk4 rede en overleg zouden voortaan Landszaken bistierd worden Gods Woord en och wS behoorden in Kerk, Staat n meer Sool 1 •gezagSbS; ïtem m

te hebben Daardoor 'kon ook Rome aan bod komen.'Langzaam aan won het terrein ^ onze van huis uit gereformeerde ""tie. Steis driester trad het op;

^^itie met de A.R. en de C.H. Tevens werd door de liberale theorie voor het socia­ het pad gebaand voor het lisme en het communisme, de eigen kinderen van het liberalisme.

En andermaal is alzoo het welverdiende oordeel gekomen. Andermaal ging voor een aantal jaren onze na-, tionaliteit , te loor. Ditmaal . , ., was het de - Duitscher, - ^ •• •• ^ die ^-ons zijn ••-hiel i-: -i op —. den i-_ nek zette,

- „ek zette Gods wondere goedheid gaf ons onze - . . . nationaliteit terug, doch het wezen „ ^

wachten. Wel is ons deze onder de meest klin kende loften leuzen aangezegd, en met maar de grootste de aange-bekondigde vernieuwing en herstel la­ Konaigae vernieuwing en u«istci laten nog immer op zich wachten. Zij moesten ook op zich laten wachten, De middelen, welke daartoe aange-

wend werden, moesten falen. , , \ , • .. , . !„ stede van herstel zien wij achteruitgang, in stede van verbetering, °, =.-, ,

verslechting op menig gebied Het recht struike t thans op de straten. Zwarte handel en woekerzucht kenmerken nog steeds onzen tijd. Een schrijnend gebrek aan textielgoede-^en en kleeding heerscht e_r in tallooze gezinnen. Een tot dusverre nimmer gekende woningnood wordt thans in ons land aangetroffen. Duizenden bij duizenden missen een eigen behoorlijke woning, Talloozen moeten zelfs nog verblijven in kelders, schuren en hokken. Daarbij komt nog de geweldige schaarschte aan brandstoffen, zoodat zoo velen in dit barre winterweer, slecht gekleed bovendien, in bittere koude en jammer 'ter neer zitten, Daarenboven dreigt Indië nog voor ons ver­

loren te gaan, Van welken kant wij den huldigen toestand ook bezien, nergens vallen de teekenen van een wezenlijke vernieuwing en van een waarachtig herstiel waar te nemen. Daar is alle re­

m en voor, JNaar Uod noch naar 2i Woord wordt in onze samenlevj oprecht gevraagd. In heel het staaW bestuur wordt daarmede geenerl

rekening gehouden. Een ontzettende verwildering in zeden, vooral onder de jeugd, gevi onze dagen ons te aanschouwen, middelen, welke onze Regeering aanwenden en aanwendt om die t l le , . f keeren, moeten falen, daar zij naar den Woorde Gods zijn. Ontzaggelijk groot is de ontheili; ^ gii van Gods Naam en Dag. De Regi ring ziet het met over elkander d kruiste armen aan. Indien zij er al gewezen wordt, dat in dezen op hai m schouders een dure verplichting va Gods wegie jegens hare onderda ne rust, dan doet zij alsof zij doof is zegt zijl wat al niet minder erg is, é zij voorshands wel wat anders doen heeft.

Het is feest op feest. Het eene v TOlk vermaak volgt het andere (en dat i| dezen tijd van zoo'n bitteren nool regelmatig op. Luna-parken en ver kapte kermissen en Camavalsfeiesj ten zijn aan de orde van den dag. De dronkenmanschap neemt wedel hand over hand toe. Het gebruik vaA alcoholische dranken — zoo tooneJ de statistieken het aan —^ is seder] den oorlog onrustbarend gestegen. En zoo zouden wij door kunnen gaai met eene opeenstapeling van uitbrel ïp kende en roepende zonden en daaif uit voortvloeiende jammer en « lendle.

Behoeft het iemand te verwonderei dat wij weder hard op weg zijn, oi onze nationaliteit ten derde male ef misschien dan voor goed te vei| liezen?

Hoe kan in zulk een weg als waarij Overheid en volk wandelen, hersti v^n onze natie en nationaal welzij verwacht worden? Wat kan men aiB ders verwachten dan oordeel op ooj deel, zooals de langdurige vorst •a koude ons er thans een te aanschoi wen geven. Die harde vorst en « felle koude zijn er toch niet bij geva| Herstel en vernieuwing zouden hui ne gezegende intrede kunnen doen Maar ook alleen maar in den we| i dien onze vaderen eenmaal bij de tiging onzer nationaliteit insloegi Dan zou er uitkomst kunnen dagi Dan zou Nederland weder kunnei groeien en bloeien. Dan zou ook om kleine land weder groot en aanzien lijk kunnen zijn. Dan zouden ook dj welvaart en voorspoed weder (« onzen bodem gevonden kunnen wow den. Daartoe is slechts één mi ddef Ons volk vernedere zich onder dj krachtige hand Gods en het zoeki c§ eerst het Koninkrijk Gods en Zijni gerechtigheid. In dien weg verkreej ons volk eenmaal een eigen bloeiende, zelfstandige nationaliteit Vêtlv acht ons volk dien weg, bet zal td | eeniger tijd zijn nationaliteit verli zen en zijn rug onder vreemde hee la schappij hebben te krommen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1947

De Banier | 8 Pagina's

DE DAG DES HEEREN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 maart 1947

De Banier | 8 Pagina's