Land-en Tninbonw
Er heerschen op het oogenblik groote moeilijkheden in bovengenoemde bedrijven. Deze zijn van verschillenden aard. Zeer vele jonge boeren en tuinders kunnen maar niet aan slag komen. Hoezeer zij zich ook inspannen, zij kunnen den noodigen grond maar niet bekomen, om een , eigen bedrijf te stichten. Vandaar is het te verklaren, dat betrekkelijk zeer velen onder hen wenschen te emigreeren. Daarbij komt nog, dat veler hof en land' nog steeds onder de nadeelige gevolgen van . oorlogsgeweld en inundatie verkeeren.
De algemeene moeilijkheden worden bovendien nog in geen geringe mate vergroot door het gebrek aan allerlei hulpmiddelen als werktuigen, kunstmest, veevoeder, kleeding, schoeisel, auto's, autobanden en fietsen.
Niet minder belemmeren de vele regelingen en controle-maatregelen der regeering een goeden gang van zaken op het land-en tuinbouwgebied. Men kan schier geen voet op een boerderij zetten of men hoort de bewoners daarvan duchtig klagen over ambtenarij en bureaucratie. Deze vormen een groot beletsel voor de uitbreiding van de zoo hoog noodige productie. Zij verhinderen tevens, zooals uit den mond van tal van bedrijfsgenooten ten stelligste verzekerd is, een daling van de prijzen der producten. Het ligt dan ook voor de hand, dat er een organisatie gevormd is geworden, welke beoogt, dat de regeening geleidelijk aan en dan zoo spoedig mogelijk zal overgaan tot afschaffing van de zoogenaamde crisis-maa'tregelen en andere regelimgen, welke een goede uitoefening van het bedrijf zoo zeer in den weg staan. De ambtenarij en bureaucratie zijn toch metterdaad een sta-inden-weg voor een goede functionneering van het bedrijfsleven in het algemeen en in het bijzonder voor dat van land-en tuinbouw.
Het is dan ook niet zonder reden, dat de afgevaardigden der S.G.P. in de Tweede Kamer bij de regeering krachtig en voortdurend hebben aangedrongen om de ambtenarij en bureaucratie te beteugelen. Het is hoogst noodzakelijk, dat er aan deze zoo remmende factoren een einde worde gemaakt.
Wat ook al een groote moeilijkheid is, waarmede het land-en tuinbouwbedrijf te jvrorsteïen hebben, is het schrijnende gebrek aan werkkrachten. Dit verschijnsel doet zich ten platte lande vrijwel in geheel ons land voor. Het moge zich op de eene plaats sterker openbaren dan in de andere, maar allerwege gevoelt men er den zwaren druk van. De trek van het platteland naar de steden houdt nog maar steeds aan. it blijkt overduidelijk uit een enquêtte, welke het Landbouw Econoisch Instituut kort geleden in een 7-tal plattelandsgemeenten heeft ingesteld. b h d t d d d s f m l
Uit dat onderzoek is namelijk vast komen te staan, dat in 1946 vergeleken met 1939 li«t aantal vaste andarbeiders is verminderd met 11 rocent en dat de losse landarbeiders zelfs met 24, 4 procent en de vaste inwonende knechten zelfs et ruim 60 procent zijn verminerid. Het totaal aantal landarbeiders verminderde in deze gemeenen met 3453, dat beteekent over D d d h d D v h l l het geheel genomen een vermindering van 23 procent. Dit cijfer moet een ieder wel met groote bezorgdheid vervullen. Het platteland is toch voor heel onze bevolking van zeer groote beteekenis. Vandaar moeten onze levenismiddelen komen. Gaan die ons ontbreken, dan zal men den weerslag daarvan in de steden geducht gaan gevoelen. Het is nog niet zoo lang geleden, dat de wegen ten plattelande zwart van de stedelingen zagen, die er door den nood gedreven op uittrokken om bij boer en tuinder het noodige voedsel te gaan zoeken.
De vlucht van de plattelandsbevolking naar de steden is daarom nog zoo veel te ernstiger, omdat het bovenvermelde onderzoek heeft uitgewezen, dat met vrij groote zekerheid kan worden aangenomen, dat het hoofdzakelijk de jongeren zijn, die van het platteland wegtrekken. Dit maakt de zaak vooral met het oog op de toekomst nog zoo veel te erger. De productie lijdt er nu al ernstig onder en zal er — zoo er hierin geen verandering komt — in de toekomst nog al veel meer onder lijden.
Het merkwaardige daarbij — gelijk het plaats gevonden onderzoek uitwijst, is, dat de trek naar de steden hoofdzakelijk heeft plaats gevonden vanuit de weide-gemeenten en de zand-gemeenten in de buurt van de industrie-centra.
Nu poogt men wel mede door bemiddeling van de regeering het euvel te verhelpen door de aanschaffing van tractoren en van allerlei machines als aardappelrooimachines, vlasplukmachines en melkmachines. Zoo hoopt men dan tot den verbouw van gewassen te komen, die een groote voedfingswaarde opleveren of voor den export van belang zijn, zonder dat men met de invoering dezer machines den vasten kern van arbeiders behoeft te verminderen en zonder dat dezen het brood uit den mond wordt gestooien. De bedoeling van deze invoering is om vooral in de drukste tijden uitkomst te brengen.
Maar hier doen zich niet alleen ten opzichte van de landarbeiders, doch zeer in het bijzonder ten aanzien van de kleine bedrijven groote moeilijkheden voor. En dit niet alleen ten opzichte van hunne ligging en verkaveling, maar vooral ook met betrekking tot het kapitaal, dat men voor de aanschaffing der machines noodig heeft. Men zou ons misschien betreffende' het laatste bezwaar kunnen tegenvoeren, dat dit bezwaar door een aanschaffing der machines voor gemeenschappelijke rekening of door het huren van machines zou verholpen kunnen worden, doch ook daaraan zijn ezwaren verbonden.
ovendien zal men bij de invoering er machines wel ter dege rekening ebben te houden met het feit, dat e invoering daarvan veel doelmaiger en vlugger kan geschieden bij en akkerbouw dan bij de veehouerij, In dezen bedrijfstak doen en eden factoren als gebrek aan peroneel, tekort aan stikstofmeststofen en veevoeder zich in sterkere ate gevoelen dan in het bedrijfseven van land-en tuinbouw. aarom verwondere het niemand,
at de productie in den akker-en en tuinbouw in 1946 veel dichter et vooroorlogsche peil benaderde, an die in de veeihouderij. och hoe het ook zij, dit staat bo
en allen t\vijfel wel vast, dat men eden ten dage in de kringen van and-en tuinbouw met groote moeiijkheden te kampen heeft. Er is veel te weinig grond, dan dat alle jonge tuinders en boeren een eigen bedrijf zouden kunnen sticli. ten. Voorloopig is daarin ook geen afdoende verbetering te wachten Jaarlijks toch gaat er ten onzent nog zoo veel vruchtbare grond voot ""& . . ^^^^ (5^v—V* vuur den boer en tuinder door aanletf van vliegvelden en wegen, uitbreiding der steden, stichting van industriën en anderszins verloren zoodat men met goede redenen mag aannemen, dat de toestand in dezen nog eerder erger dan beter zal worden.
De trek vanuit het platteland naat de steden is nog niet ten einde. Dit brengt mede, dat de mogelijkheid groot is, dat men op het platteland het gebrek aan werkkrachten houdt. En dit is op zichfelf al heel erg. Ook ten aanzien van de prijzen der producten bestaat er niet die zekerheid» welke waarborgt, , dat' het bedrijf aan land-en tuinbouwers ook in de toekomst een behoorlijk bestaan zal opleveren. De regeering hee^ft van soimmige artikelen voor dit jaar de prijzen vastgesteld, welke nu al reeds veel ontevredenheid en bange zorg in de kringen der bedrijfsgenooten hebben verwekt. Vooral degenen, die hun bedrijf op zandgronden en op minder vruchtbaren bodem hebben uit te oefenen, maken zich bezorgd, dat zij met dergelijke prijzen op hun bedrijf niet zullen kunnen werken. Dit heeft tengevolge gehad, dat er zoowel van de kleine als de groote boeren protesten zijn opgegaan. In het bijzonder voor die bedrijfsge nooten, die thans een eigen bedrij! zijn gaan oprichten of kort geleden daartoe zijn overgegaan, is de prijs der producten van groot belang. En dit niet alleen voor hen, maar goed en wel beschouwd voor heel het bedrijfsleven van den land-en den tuinbouw.
De tijd, waarin in die bedrijven een warre noodtoegta/nd geheprschf heeft, ligt nog niet zoo ver achter ons. Zulk iCjen noodtoestand _ dient, voor zoover dit in menschelijk vermogen ligt, met inspanning van alle krachten te worden vermeden. Ten dezen opzichte rust er wel een zeer groote verantwoordelijkheid dp onze regeering.
Ook leveren de ambtenarij en de bureaucratie voor de goede uitoefening van den land-en tuinbouw geen geninge moeilijkheden en bezwaren op, In dezen zou echter de regeering zeer veel ten goede kunnen doen. Zij zou door een geleidelijke en spoedige opheffing van de zoogenaamde crisis-maatregelen en andere maatregelen en door beteugeling en inperking van de ambtenarij en bureaucratie zich zeer verdienstelijk voor land-en tuinbouw kunnen maken.
Als zij daartoe overging, dan zou wis en zeker bij menigen boer en tuinder bij wijze van spreken de vlag op het dak geheschen worden, dreven heeft zo«o vee! corruptie olaatsgevonden, is zulk een schrikkelijke willekeur voorgevallen, zijn zelfs ontaarde mishandelingen geole«gd zijn bovendien volkomen onschuidigen opgesloten, 'dat daaralleen reeds niet anders te verlwachten was
Daarenboven 'deugde heel de toege-)aste methode niet. '
^oe kan men ter wereld daar een deugdelijke opvoeding verwachten ivaar men politieke delinquenten eerst al hun bezit ontneemt, hen daarna in • en kamp opsluit en dat zelfs vaak, zonder dat men hen eenig verhoor afneemt, zoodat er meermalen weken en maanden verloopen zijn, zonder dat zij verfioord zijn, ja zelfs sommigen hunner op den dag van heden in het ïeheel nog niet verhoord zijn, en ' vervolgens velen hunner het verrichten van normalen arbeid belet. Meent men nu werkelijk, dat zulk 'n wijze van doen in staat is om politieke delinquenten een goede heropvoeding te geven?
De enkele lessen, die daarbij dan de democratie worden gegeven, kunnen moeilijk anders uitwerken, dan dat de politieke delinquenten tegen de democratie en het huidige democratische systeem met haat en afkeer vervuld worden.
Welke gansch andere resultaten hadden bereikt kunnen worden, indien gehandeld ware, naar den eisch van Gods Woord en Wet! Doch dat is de vloek van onzen tijd, dat men daar niet aan wil. Vandaar ook al die corruptie, al dat onrecht, al die jammerlijke bejege-•^ ningen, al die - vreeselijke - willekeur, - ' "^ 1 die verderfelijke vriendjes-poli tiek de ontzettend mtzette vele misluk'kinen w^e e on ons ( onze dag^^^^^ geven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1947
De Banier | 8 Pagina's