BRIEF uit Zeeland
XVII,
Theorie en practijk komen niet al tijd overeen. Wat theoretisch noodig wordt geacht wordt in de practijk iet altijd uitgevoerd. De oor-zaak aarvan kan verschillend zijn. Soms is het de opzet om theoretisch meer te, stellen dan practisch uitvoerbaar geacht wordt, en soms is de wil er el om het daar te stellen, maar er lijken zulfce moeilijkheden ie zijn, dat de uitvoering achterwege bliji(, Welke oorzaak er is, dat het met de electriciteitsvoorziening in ZeelanJ niet loopt zooals de opzet was, ijl moeilijk te bepalen. Zeker is, dat bijl de opzet het de bedo'eling was om de geheele provincie van electriciteit te voorzien, maar het is in de practijk nog niet zoo ver gekomen. Bij de bel.c.ndeling van het "'(. orstel Vdi Gedeputeer'de Staten in de Stsien van Zeeland is dan ook wel gebleken dat er gebieden zijn en misschien blijven, welke niet van stroom worden voorzien. Er is over die onren dabele gebieden dan ook gesproken en niet in het minst 'door de leden van de S.G.P. Reeds bij de behandeling van het voorstel in het bijwe. zen van Prof, van Staveren, die aan. wezig was om de noodige technische voorlichting te geven, is van de zijde der S, G.P, het 'debat daarover geopend. Er bestaat een vrees, dat door de nu aangenomen voorstellen de onre^ndabele gebieden nog minder kans van voorziening hebben dan wel voorheen. De voorziening van 'die onrendabele gebieden is niet zoo zeer 'n kwestie van het beschikken over een hoeveelheid stroom, maar meer van financieelen aard. Trouwens, de aanduiding wijst reeds in die richting: de voorziening is niet rendabel. De wijze waarop nu tot voorziening kan worden gekomen is thans, 'dat de belanghebbenden, naast de reeds te verleenen garantie, nog een bedrag in eens moeten storten. Zij krijgen dus een extra belasfing, want het garaniiebedrag is : eeds zoo, dat "ze een flinke hoeveelheid stroom moeten afnemen o^n er geen extra geld te moeten bijleggen. Was het bedrijf een particulier be-'drijf, dan was niet anders te verwachten. Immers de particulier is niet verplicht om stroom te leveren of iets anders waaraan niet verdiend maar verloren wordt. Echter, de voorziening van electriciteit ligt in Zeeland en bijna overal elders, in de handen van 'de oveyrheid. Het mag dan nu zoo zijn, dat 'die overheid n.ct rechtstreeks, maar door middel van een N.V. die taak uitvoert, toch is het met overheidsgel'd en onder overheidsgarantie. Dat is maar weer al te duidelijk gebleken bij het laatste voorstel, waarin ƒ25.200.000.— is gevraagd voor de voorziening en die de-provincie Zeeland geven moet, met het bijna zekere gevolg, dat 'de N.V. de rente en de aflossing niet tijdig of in het geheel niet ten volle zal kunnen voldoen. De overheid financiert dus. De overheid heeft die taak tot zich getrokken, omdat een particulier, zooals het in de eerste voorstellen heet, alleen de gebieden zou voorzien, die rendabel zijn. Uit alles blijkt dan de opzet te zijn geweest om de geheele provincie van stroom te voorzien. Toen dan ook de voorstellen aan de orde kwamen, is ei van de zijde 'der S.G.P. naar gevraagd in hoeverre er mogelijkheid zal zijn om de geheele provincie te voorzien. Er is een bedrag gevraag'd, waarvoor de geheele provincie moet instaan en dus de vraag; Wordt nu ook die geheele provincie, voor zoo ver eenigszins redeÜjk, voorzien? Het antwoord daarop was niet bemoedigen'd. Wel stelde prof. van Staveren dat er eerst stroom móest zijn, dus eerst het werk moest worden uitgevoerd en het voorstel aanvaard, eer er geleverd kon worden, maar dat motief kon door onze afgevaar'digden niet worden aanvaard. Ook van andere zijde is de aandacht er op gevestigd, dat het meer een financieele dan een technische kwestie was. Toen dan ook bij de openia d S jg , ö r „ V bare behandeling het voorstel weer aan de orde kwam, is er weer naar gevraagd. De afgevaardigde van de S.G.P. beschikte toen over eenige óedevens, waaruit de wijze van uitvoering, zooals nu toegepast, bleek. In de stukken was de voorstelling dewekt, dat de voorziening, boven de reeds te voteeren ƒ25.000.000.— nog ƒ 15.000.000.— extra zou kosten. Weliswaar werd niet in de stukken gemeld, dat die ƒ 15.000.000 nu ook geheel onrendabel zouden zijn, maar er tegenover ook niet aangegeven welk bedrag dan wel als onrendabel was te beschouwen. Bij oppervlakkige lezing kon dus de indruk worden gewekt, dat die. ƒ 15.000.000.— inderdaad noodig en geheel onrendabel waren. Uit de cijfers, waarover onze afgevaardigde beschikte, toonde deze aan, dal er toch wel een andere conclusie mogelijk was. Wat bleek toch? Vóór den aanleg worden berekeningen gemaakt. Nagegaan wordt welke kosten door de garantie gedekt kunnen worden en wat er dan rest. Van het resteerende draagt de gemeente een gedeelte bij, de N.V. PZEM (het bedrijf) geelt ook een gedeelte uit een daartoe gevormd fonds en, de rest moet door den belanghebbende, voldaan worden. Feitelijk is dan ook het gedeelte, dat het bedrijf, de ge^ meenten en de belanghebbenden moeten voldoen, het onrendabele. Als nu wordt aangenomen, dat de gemeenten ook belang hebben bij 'n algeheele voorziening en dat zij de afgelegenen willen helpen, omdat die toch reeds van. vele andere voorzieningen, die de gemeente geeft zijn verstoken, dan blijft alleen over de bijdrage van het bedrijf en belanghebbenden. Welnu, onze afgevaar-; digde berekende dat op 20 pCt, Niet ƒ 15, 000, 000.— moet er dus als onrendabel worden ingestoken, mfaaV ƒ3. 000, 000, —. Dat is ook van de zijde van Gedeputeerde Staten niet tegengesproken. Van de zijde der S.G, P, is dan ook aangedrongen op een voorziening vooral omdat de boerenbedrijven hoe langer hoe meer de electriciteit als krachtbron noodig hebben. Neem maar de huishoudingen. Het dienstbodevraagstuk is op hét platteland niet minder groot dan in de stad. Daarbij heeft een landbouwersvrouw, vooral op gemengd klein bedrijf, veel werk met het bedrijf. Het is dan ook geen kleine taak welke er op de schouders van die moeders rust, vooral als het gezin in opkomst is en de kinderen nog allen klein zijn. Is het dan niet noodig, dat zoo'n vrouw een mogelijkheid wordt geboden, sommige werken electrisch te doen? Hiebben zij minder rechten dan dè vrouwen, die in een gebied leven, wat goedkooper is aan te sluiten? Daarom is ook van onze zijde de aandacht gevestigd op een stille reserve, die er blijkbaar in het ber drijf zit, doordat de afschrijvingen meer zijn geweest dan nu blijkt noodig te zijn. Bovendien is er op gewezen, dat als straks het bedrijf met de nu gedachte opzet verliezen zal lijden, het toch wel op het zachtst ge-.•ïegd, onrechtvaardig zou zijn, om die tekorten door de belastingbetalers o laten voldoen, dus ook door hen, ie geen stroom kunnen afnemen, omdat deze er niet gebracht wordt, fdere provincie, iedere streek, heeft zijn i o? geil en moeilijkheden. Zoo ok hier de electriciteitsvoorzie.iing ver de geheele provincie. Onze fgevaardigden hebben getoond een og te hebben voor de belangen van et platteland en voor de landbouende bevolking. Gedeputeerde Staen hebben toegezegd in de zomerzitting met voorstellen te zullen komen inzake de voorzie; iing van de onrendabele gebieden. Gehoopt wordt op voorstellen, die de verwezenlijking in zich dragen. Het zijn wel enorme bedragen, welke er mee gemoeid zijn, maar het is toch onjuist, om niet te trachten dan ook allen te helpen, die mede zullen moeten dragen als het niet goed loopt,
, UW 2EEUWSCHE BRIEFSCHRIJVER
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1947
De Banier | 8 Pagina's