Het Ziekenfondsenbesluit

Tweede Kamer

REDE Ir, VAN DIS

Vi^oensdag 19 Maart kwam bij d Tweede Kamer een wetsontwerp in behan? deling, hetwelk een wijziging beoogde te brengen in de wijze van toezicht op de Ziekenfondsen, zulks in verband met de uitvoering van het Ziekenfondsenbesluit. Van staatkun did gereformeerde zijde werd bij deze gelegenheid het woord gevoerd door fr, van Dis, die nadrukkelijk opkwam (Toor degenen, die ernstige gewetens-)ezwaren tegen verzekering hebben, eijn pleidooi bieef niet'zonder gunti, r'esultaat. De Minister deed toch smg, dat ij bij het samenstellen van de nieu-.e wet met de opmerkingen door ir, .an Dis gemaakt zal rekenmg hou len. Er bestaat alzoo gegronde vervachting, dat zij, die gewetensbe-; v/aren hebben zich bij een ziekenonds aan te sluiten, van den dwang ; ich te verzekeren, vrijstelling zullen )ekomen.

Na deze inleiding kunnen wij thans de rede van den afgevaardigde de S.G.P. laten volgen.

Ir, van Dis sprak als volgt:

. Mijnheer de Voorzitter!

Het ontwerp van wet, hetwelk de Kamer thans te behandelen heeft, beoogt slechts eene organisatorische wijziging, waarbij de Minister voorstelt om het aan de Duitsche bezetting herinnerende leidersbeginsel uit het Ziekenfondsenbesluit van 7 Augustus 1941, te laten vervallen en den huldigen Commissaris met den Raad van Bijstand te vervangen door een Ziekenfondsraad, Op zichzelf ontmoet deze wijziging bij ons geen bezwaar. Hiermede wil ik echter geenszms zeggen, dat wi] voorstan-er tZS^^rX^^t krachtens beginsel besliste tegenstanders van dit Besluit omdat dit berust op het principe der verplichte verzekering. Tegen dat principe hebben wij immer gewichtige bezwaren gehad, welke wij ook hier in - deze Kamer herhaaldelijk iiaar voren hebben gebracht en nog steeds worden deze bezwaren door «ns onverzwakt gehandhaafd,

Hiermede wil ik echter evenmin t kennen geven, dat wij op het stand-Punt zouden staan, dat er voor ^^genen, die ziek zijn en die de kosten daaruit voortvloei^^^v^, end, niet ..^^^ ^^.^.^.. betalen kunnen, ^iets zou moeten^ gedaan worden. Dit standpunt hebben wij f^S^^TiTE^enlTZ^^ook tnans met m. nvenais er onzer zijds met betrekking tot mvaliden en ouden van dagen ^^^^^ e-goede verzorging bepleit is door de daartoe geëigende instanties, waarbij wij de overheid nimmer buitengesloten hebben, zo zijn wij er ook voor, dat allen minder draagkrachtigen, dus niét alleen arbeiders die in loondienst zijn, in geval van ziekte de noodige medische r hulp en verzorging geboden word indien zij niet bij machte zijn om de kosten zelf te dragen. Wij hebben echter steeds aangedrongen op eene regeling, waarbij met het stelsel der verplichte verzekering gebroken zou worden en wij willen dit thans bij vernieuwing doen nu de Minister in zijn Memorie van Antwoord bij dit ontwerp van wet te kennen geeft, dat zoo spoedig mogelijk een desbetreffend ontwerp bij de Kamer aanhangig zal worden gemaakt, Daar de Regeering bij de behandeling der Rijksbegrooting reeds blijk ervan gegeven heeft, dat zij het stelsel der ' verplichte verzekering ^.^^ ^^^^ ^^^ ^^^^ .^-^^^ ^^^1^^! ^ ^^^^' ^°P^^ - ^' ^-^^^-^^-het nieuwe ontwerp in zake de ziekenverzorging dit stelsel inderdaad door een ander vervangen zal zijn, waarbij het verzekeringsprincipe is uitgebannen.

Wij bepleiten zulks allereerst uit principieele overwegingen, doch ook omdat het verzekeringsstelsel op het bedrijfsleven en op den middenstand zeer zware lasten j^-^ jj^ ^^j hierop bij dit ontwerp g^hter niet verder ingaan daar di ^^^^^ ^^j j^^^^^^ geschi'e|den, wanneer 't door den Minister aangekon-'g^^ ontTerrvaiiTeTaardrorde f , , , „^ ^

zal zijn, geleöen-Wel echter wil ik van deze "e'veL^oe^el.Torhr gTvirrrel , i ^ „ V wetsontwero het stell; ^\l'^^^^^^^^^ fJef, of^gne LcelleSieXn ook ^^^^ ^; .^^ ^^ .^ ^^ opnemen, - j^^ardoor deg«hen die ' o gewetensbezwaren tegen de verzekering hebben, daarvan vrijstelling bekomen kunnen evenals dat bij de andere sociale verzekeringswetten , het huidige Ziekenfondsenbesluit ontbreekt zulk een bepaling en het is mij bekend, dat verscheidene personen daardoor in een moeilijke positie gekomen zijn,

Tevens wil ik er bij den Minister op aandringen om te willen bevorderen, dat ook thans reeds verzoeken om vrijstelling wegens gewetensbezwaren zullen worden ingewilligd en dat daarbij geen ongegronde en onbillijke eischen worden gesteld Wanneer ^^^ gjgj, }jt j^^. dezulken zich in geen enkel opzicht vrijwillig verzekerd hejbben dan acht ik zulk een eisch biUijl^ '^^^^ onbillijk moet ik he noemen, wanneer men iemand vri)-stelling weigert, pmdat hij hoewel ^^' ^ '^'^'^ "^^ ^^^ - > ^'^^ ^°°'-^ ^ gever in een of andere verzekering is gedaan. Ik beveel deze aang legenheid dan ook met allen klem en nadruk in de aandacht van den Mi nister aan en ik hoop, dat Zijne Excellentie met de door mij gemaakte opmerkingen bij het samenstellen van het nieuwe ontwerp in zake ziekenverzorging rekening zal 'willen houden. Temeer heb ik gemeend ^^^^ aangelegenheid bij dit ontwerp t ^^ moeten ter sprake brengen, omdat d^^inister in de Memorie van Toel^^^^mg te kennen geeft, dat de nieuw ^^ ^^ «^«^l^'^ Ziekenfondsraad levens tot taak zal hebben om over van voorlicht^ljrdietn, En'daar ^^^^ ^^^^ ^^^^^^^ °°^ ^^''^'^^ ^^1 ^^^' ben uit te brengen over de vraag of ^^ nieuwe wet nieuwe _ beginselen o"? trent opzet en uitvoering der verzekering behoort te bevatten, spreek ik den wensch uit, dat de Ziekenfondsraad den Minister zal adviseeren met het stelsel der verplichte verzekering te breken, opdat er een einde kome aan den dwang, welke

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen