WIJNGAARDEN

Onder naar omstandigheden zeer groote belangstelling voorn, van de omliggende plaatsen, hield ds, G. v. d. Breevaart van H.I. Ambacht een tijdrede voor de K, V. der S.G, P, alhier. De voorzitter P, Kwakernaak opende de vergadering met het laten zingen van Psalm 81 : 1, 3 en 14 en het lezen van Jesaja 1, waarna ds, V. d. B. voorging in gebed.

Vervolgens bepaalde spreker zijn ge­ hoor bij Jes. 1 vers 2 alwaar de Heere, alvorens te spreken, de hemel en de aarde tot getuigen komt t-e roepen. Hetzelfde lezen we in Deut, 32, het trouwformulier van Israel. Voor Israël 't land Kanaan intrekt, wordt onder het tot getuigen roepen van den hemel en aarde, aan Israiil verkondigt, dat diezelfde hemel en aarde hen zegenen of vloeken zouden. Zoo 't volk zijn weg verdien' zou de aarde zijn vrucht niet meer geven; de hemel tegen komen met hitte en koude en droogte, regen en dau\/ in-•; 0udend. Verder op alle terreinau de vloek rustende, zal de hemel ook met Ettstelijke onvruchtbaarheid bezoeking doen. In het tekstvers spreekt de „Heere" dat is de verbonds J? l; o va. Ondanks alle afval komt de Heere uit kracht van het verbond, dit volk dat deszelfs teekenen in zijn vleesch draagt, toe te spreken , , Ik heb-kinderen groot gemaakt" (als in Deut. 32 vers 6). De Heere had eenmaal naar Zijn souvereine wil, het als vondeling in Egypte liggende Israël, Zijn verbond gedachtig zijnde, bezocht en het ondanks alle wederspannigheid, vaderlijk door de woestijn geleid en uitermate verhoogd met Zijn schoonen dienst en gunstrijke inwoning, daarenboven groot gemaakt door koningen als David en Salomo. Voor al die goedgunstigheid Israël bewezen, moet de Heere klagen: „maar ze hebben tegen Mij overtreden".

Eenmaal heeft de Heere ons, in geestelijke blindheid onder een Roomsche Farao gebonden land, met voorbijgaan van zooveel andere volken, begeert als woonplaats voor Zichzelf. Onder een andere Mozes, Willem I, ons land verlost, in een strijd, waarin zeer opmerkelijk hemel en aarde ons tot getuigen waren. Zie Abr. V, d. Velde. Wonderen des Allerhoogsten. Onze naam is uitgegaan over de gansche aarde. Ons volk werd verhoog. De kerk bloeide heerlijk.

Maar ach, wat nu al vleeschelijke godsidienst. De roomschen, ter heproeving overgelaten, gaf men vrijheid enz. En 't gevolg? De Heere ging wijken. Als eertijds bij Israël is God ook Nederland aan alle zijden gaan inkorten. Nu roept de Heere den hemel en de aarde tot getuigen en bewijst dat. Begin bij 't geëerbiedigd Vorstenhuis; de Oranjeboom bloeit, maar niet in de vreeze Gods. Al 't streven der regeering loopt op een^ faillissement uit. God blaast er in, 't volk dat het verbondsteeken op 't voorhoofd draagt, leeft bandeloos. Zondags wordt in de kolenmijnen gewerkt, en de Heere laat het vriezen. De Herv, Kerk in kerkjes uiteengevallen, Gods volk leeft in oneenigheid. God heeft een twist met Staat, land en volk. Hoe zal daar verandering in komen?

Niet door de S.G.P, , niet door eien streven om hier nog wat goed te maken. Alleen is er hope, wanneer wij met een Esra „die man" mochten worden in toeëigening van alle schuld en met een Daniël, die een zeer gewenscht man genoemd wordt, omdat hij de schuld kreeg te eigenen van vorsten, priesters en volk. Zoolang zal God blijven twisten met zwaardere oordeelen, „Ik liet hen dus veracht" enz, geldt ook voor Gods volk. De Heere, Die in Zijne rechtvaardigheid de genade van ons te mogen schuldig kennen inhoudt, mocht zich over ons ontfermen, opdat elk huis rouwklage in het bijzonder enz. in smeeking en geween, dan is er een fontein geopend dan zal ons land weer zijn volle garven biên enz, Slolzang Ps. 99 vers 7 en dankgebed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen