De Vaccinatie der kinderen
Uit bij ons ingekomen brieven is ons gebleken, dat er in Nederland nog immer gemeenten zijn, waarin men» na ingezonden verklaring van gewetens-of andere bezwaren te hebben, de vaders ter zake van de vaccinatie oproept om voor den Burgemeester of diens plaatsvervangenden ambtenaar te verschijnen. Ons waren zulke gevallen tot dusverre onbekend. Die brieven vermelden echter, dat er wel terdege gemeenten zijn, waar de vaccine-aanbidders alles in het werk stellen om de kinderen te doen inenten. De vaders moeten cma^voor üen tsurgemeester of diens plaatsvervangenden ambtenaar, bijgestaan door een medicus verschijnen. Ook werd bericht, dat bij die verschijning roerende verhalen over de pokken-epidemie werden opgedischt. De medicus vertelde echter niet, dat de inenting een ziekte met doodelijken afloop kan veroorzaken en eyenmin dat zich ten gevolge van de vaccinatie jaren nadat zij geschied is, allerlei ernstige ziekten kunnen voordoen. Gemeen^ lijk wordt het zoo voorgesteld, dat, indien er althans over de scha.ïelijke gevolgen van de vaccinatie gesproken wordt, dit dan ten minste maar bij een op duizend het geval is. Stelt U nu voor, ouders, dat het ééne geval U trof. Dan waart gij zelf medeplichtig aan den dood van uw kind, dan stond gij als moordenaar tegenover uw kind. Of zoo bij 't klimmen der jaren zich ernstige gevolgen van de inenting, bijvoorbeeld verlamming of iets van dien aard, bij uw ingeënt kind voordeden, dan waart gij als ouders daar zelf de schuld van. Gij kunt de schuld dan in geen geval óp de overheid afwentelen. De overheid laat u toch vrij. De inentingswet van 1939 venplicht immers niemand tot inenting, Die wet zegt nadrukkelijk, dat de inenting nooit tegen den zin der ouders mag plaats hebben. Daarom kunnen wij, ook al hebben de ouders geen directe gewetensbezwaren, hen niet genoeg ontraden om tot inenting van hunne kinderen over te gaan, dewijl de vaccinatie altijd een hoogst gevaarlijke kunstbewerking is, waardoor de kinderen soms direct daarna ernstig ziek worden en welke den doo(d tengevolge kan hebben of aanleiding kan zijn, dat er in latere jaren bij het ingeente kind allerlei ziekten voorkomen.
Het spreekt bovendien als van zelf, dat wanneer de ouders op Gods Woord gegronde gewetensbezwaren hebben, dat zij alsdan nimmer aan den aandrang van burgemeester of medicus gehoor mogen geven. De ouders moeten toch Gode meer gehoorzaam zijn dan den menschen. Tenslotte vestigen wij er nogmaals nadrukkelijk de aandacljt op, dat een enkel ouderpaar gedwongen kan worden om zijn kind te laten inenten, , daar de Inentingswet van 1939 zeèi; duidelijk bepaalt, dat geen kind tegen den zin des vaders ingeënt mag worden. Wie dus zijne kinderen in weerwil van die wet toch laat inenten, draagt daar zelf de volle verantwoording voor en moet de gevolgen daarvan zelf afwachten en heeft al het schadelijke, dat daar uit vo )rt komt, aan zich zelf 'e wijten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1947
De Banier | 8 Pagina's