Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Jong en Oud

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Jong en Oud

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI

staande voor de vierschaar, werden aan Maria en hare schoonzuster tal van vragen gesteld, die betrekking hadden op de geloofsovertuiging der beide vrouwen. Hoewel het, zooals leeds opgemerkt, moeilijke oogenblikken waren, mochten zij ervaren, dat dg Heere hen niet alleen liet staan. Hij verwaardigde de beide zusters er toe om pal te moijen blijven staan voor de leer der Heilige Schrift en het onomwonden te belijden, dat Rome's leer een dwaalleer is, welke het hart niet bevredigen kan. Zij verklaarden het ronduit, dat geen absolutie der priesters hare conscientiën kon stillen, dat geen voorbede van Maria of eenige andere heilige hare hope kon verlevendigen, dat de mis haar een gruwel en de aflaat haar een bespotting van Christus' verdienste was.

Het laat zich indenken, dat deze vrijmoedige belijdenis Rome's priesters met woede vervulde en het was ook heelemaal niet vreemd, dat enkelen hunner dit openlijk lieten blijken. De voorzitter echter, die de eer der rechtbank moest ophouden, behield ten volle zijn zelfbeheersching en hoewel het vonnis over de beide zusters bij hem reeds vaststond, deed hij oogenschijnlijk, wat in zijn vermogen was, om de beide vrouwen tot inkeer te brengen, In gloedvolle woorden schilderde hij het heerlijke van het leven en tevens de smart en de verschrikkingen van den brandstapel, die beiden wachtte indien zij zouden volharden in de door haar voorgestane dwalingen. Hij wees ze op hun jeugdigen leeftijd, op de familiebetrekkingen, die, met ongeduld hun wederkomst verbeidden.

Kom, zoo sprak de Commissaris uit het hof van Bourgondië, laat uv/ halsstarrigheid varen, geef toe en zweer de kettersche leer af, opdat ge niet tijdelijk, geestelijk en eeuwig in het verderf zult storten. Alle moaite, door hem aangewend, bleek echter tevergeefs. Beiden mochten zij volstandig - blijven in het dierbaar en allerheiligst geloof en vol blijdschap spraken zij het uit, dat alleen Christus Jezus hun eenige H-ope was; dat zij met Hem alles konden verduren en dat de rechtbank wel harg lichamen kon dooden, maar niet hare zielen. Die zouden, zoo gaven zij te kennen, onmiddellijk ten hemel varen en verzadigd worden met Gods beeld eeuwiglijk en altoos. Andermaal werden zij daarop ondervraagd en bij vernieuwing werd den beiden vrouwen voorgehouden wat zij prijsgaven door zoo koppig te blijven vasthouden aan de ketterijen. die door de alleenzaligmakende moederkerk werden veroordeeld, Maria en Blanda waren echter niet van hun stuk af te brengen. Zij werden bijzonderlijk bekrachtigd om te mogen getuigen van de leer, die naar de godzaligheid is. Omtrent den broodgod, zooals onze vaderen den door den priester gevrijden ouwel loemden, verklaarden zij, dat Christus geen afbeeldsel wil, waaraan eere en aanbidding wordt toegebracht, zooals alleen Gode toekomt. Zij beriepen zich daarbij op Gods gebod, dat zoo nadrukkelijk verklaart: Gij zult u geen gesneden beeld noch e.enige gelijkenis maken van hetgeen boven in den hemel is, noch van hetgeen onder op de aarde is, noch van hetgeen in de wateren, onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen: Ik ben de Heere uw God! En zij wezen verder op hetgeen Gods Woord zegt. dat er behalve Christus geen Heiland bestaat en dat het Avondmaal door Christus is ingesteld tot een gedachtenis aan Zijn dopd, opdat zoo dikwijls het brood zal gegeten en de beker gedronken worden, Zijn dood zal verkordigd worden.

Nu was het lot der beide zusters echter beslist, Den 12en November 1544 werd over haar het doodvonnis uitgesproken met de bijvoeging, dat dit den volgenden dag zou voltrokken wordenEen wondere glans lichtte in Maria's oog bij het vernemen van dit vonnis. Verheugd riep zij uit; , , Dus wordt morgen mijn huwelijk voltrokken. O blijde boodschap!"

Hierop wer»den de zusters naar den kerker teruggebracht en tot beider blijdschap mochten zij bij elkander blijven. Vooral voor Blanda was dit een groote steun. Wel had zij onverzwakt mogen blijven getuigen van het geloof der heiligen, maar zij gedoelde toch in haar hart iets, wat Maria niet gevoelen kon, nl, de liefde tot haren echtgenoot. En daar ze wist dat deze ook haar teeder beminde, zou haar dood hem ongetwijfeld groote droefheid veroorzaken. Om zijnentwiil stemde dit haar hart tot droefheid,

Maria* sprak haar echer moed in. Zij wees er op, dat de Heere ook dezen weg aan het hart van haren broeder kon heiligen en dat Hij hem ook kracht en sterkte zou kunnen geven om het leed te dragen. Door deze woorden opgebeurd, mocht Blanda alles in de hand des Heeren overgeven en beide vrouwen ervoeren in dien nacht de waarheid van de woorden; Waar twee of drie samenzijn in Mijnen Naam, daar ben Ik in het midden. Gedurig was hun bede; Sterk ons. o Heere. houd ons vast, opdat wij U vasthouden en stel onzen dood nog tot een zegen voor

anderen,

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1947

De Banier | 8 Pagina's

Voor Jong en Oud

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 april 1947

De Banier | 8 Pagina's