CORRESPONDENTIE
M, vraagt ons, ot het wel waar s, dat vier weken na de ondertekeling van het ontwerp van Linggadati van republikeinse zijde nog teeds op onze troepen in Indië vordt geschoten en of, indien zulks '^t geval is, onze regering daar niet et alle kracht behoort tegen op te ireden.
Antwoord, Het Iaat niet de minste twijfel, dat zelfs vier weken na de ondertekening van genoemd ontwerp ^^^ steeds door de republikeinen op onze militairen wordt geschoten. Het ]aatste officiële militaire weekoverzicht, dat te Batavia gepubliceerd is, ^^i^f. onder meer;
, iTe Medan werd op verschillende dagen van republikeinse zijde op Nederlandse troepen gevuurd. In de ïoostelijke sector van Batavia werd |tot driemaal toe een Nederlandse patrouillg beschoten. Te Soerabaja vrerd van republikeinse zijde op Nederlandse patrouilles gevuurd".
Voorts antwoorden wij, dat wij het een schande vinden, dat onze regering daar niet veel krachtiger tegen optreedt. Zij heeft toch tot dure plicht het leven onzer militairen te beschermen.
V. d. B. te M, stelt ons de vraag of ^^J ^®* voor onze tuinbouw niet van È'^oot belang achten, dat de Duitse grenzen voor de levering van onze tuinbouwproducten worden openge-
teld. Onéötwijfeld achten wij zulks van zeer groot belang. Het is ons bekend, i dat men in de kringen van de tuin-^ouw vreest, dat, indien zulks niet geschiedt, dit reeds dit jaar voor onze tuinbouw catastrophale gevolgen zal hebben. Daarom behoort onze reeering ook alles in het werk te stel-^^i ^^^ zulks wel geschiedt,
^ ^^ ^ H. stelt ons de vraag of ons nog niets bekend is over de benoeming van de burgemeester • in Den Haag.
Wij moeten daarop antwoorden, dat ons ook thans nog niets zekers te de-^.er zake bekend is. Wel kwam ons van betrouwbare zijde ter oore, dat er van R.K. zijde sterke aandrang wordt uitgeoefend, dat in Den Haag een R.K. burgemeester zal benoemd worden. Wij zouden het echter als een ongehoord staaltje van R.K. aanmatiging beschouwen, indien dit inderdaad zou plaats vinden,
L. te R. vraagt ons of wij niet met hem van oordeel zijn, dat de Partij van de Arbeid aan de vooravond van een crisis staat, daar het ontwerpbeginselprogram, dat het Partijcongres wordt aangeboden op belangrijke punten afwijkt van de beginselen, welke waren omschreven in de richtlijnen, waarmede de partij werd opgericht.
Wij zijn van oordeel, dat er inderdaad tekens zijn, welke op een spoedige ontbinding van de partij wijzen. De oude S.D.A.P.ers en arbeiders bij voorbeeld klagen in linkse weekbladen er over, dat zij zich in de partij van de arbeid niet thuis gevoelen. Zij vinden, dat daar te zeer de vrijzinnig-democratische geest van mr. Oud heerst. Mr. Oud op zijn beurt betoont zich ongerust, dat de geestelijke vrijheid in de Partij van de Arbeid niet veilig is. Hij heeft daarvan blijk gegeven in een artikel in „Het Vrije Volk". Ongetwijfeld wijst dit er nog zo veel meer op, dat er in de boezem van de partij diepgaande geschillen bestaan en dat daarin personen zijn verenigd, die het op de duur om des beginsels wille niet mm met elkander zullen kunnen vinden. Of de Partij van de Arbeid op het ogenblik reeds aan de vooravond van een crisis staat, valt echter moeilijk uit te maken. Daarover zullen wij na afloop van het partijcongres, dat op het ogenblik, dat wij dit schrijven, te Utrecht vergadert, de vragensteller beter kunnen inlichten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1947
De Banier | 8 Pagina's