Prinses Juliana
De verjaardag van
Op de dertigste April wapperde op alle Nederlandse torens weder de Nederlandse vlag.Ditmaal ter ere van Prinses Juliana, die haar 38ste verjaardag mocht vieren. Het was voor haar stellig een.heugelijke dag. Zij mocht deze gewichtige gebeurtenis toch gedenken op de vaderlandse bodem en dit te midden van hare naaste familieleden. Wat een voorrecht, dat zij daarbij omgeven werd door Hare Koninklijke Moeder, door Haar Gemaal en door Haar vier kinderen! Daarin verblijden wij ons en daarmede wensen wij haar van harte geluk.
Laat zij hare blik teruggaan op nog maar kort achter haar liggende jaren, wat is er dan 'n bijzondere reden om de Heere met dankerkentenis tegen te treden. Het is nog maar betrekkelijk kort geleden, dat zij Haar verjaardag in het ver gelegen Canada vierde. Toen niet omringd, zoals nu, door haar verwanten. Toen nog in bange zorg en vrees. Toen nog zonder volstrekte zekerheid, dat zij ooit in het eigen land terug zou keren. Toen nog in een vreemd land en in een vreemd huis.
Hoevele onverdiende weldaden zijn Har.? Kon. Hoogheid en haar volk niet ten deel gevallen! Ja, ook aan haar volk. Het mag het doorluchtige Huis van Oranje in groter getale weder in zijn midden zien. Het heeft eveneens bange jaren gekend, in benauwende zorgen verkeerd en onder de harde druk van een vreemde heerschappij geleefd.
Wat al redenen zijn er niet voor het Vorstelijk Huis en ons volk om Gods wondere goedertierenheid met hart en mond te vermelden!
Het beklemt ons echter, dat wij daarvan — zelfs bij deze heugelijke gebeurtenis mogen wij het niet verzwijgen — zo bitter weinig bespeuren. Dat doet ons de toekomst met vrees vervullen. Want voor Vorst en volk geldt toch gezamenlijk: Tot de Wet en de Getuigenis! Hoe zal het een Vorstenhuis, hoe een volk wèl kunnen gaan, indien niet naar deze van God zelf verordende stelregel geleefd wordt!
Aan de naleving van deze regel hangt zowel het welzijn van een Vorstenhuis alsook van een volk af. Dat dit door beide moge worden bedacht. En meer nog, dat bij beide het oprechte verlangen des harten aanwezig moge zijn om in des Heeren inzettingen te wandelen!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 mei 1947
De Banier | 8 Pagina's