CORRESPONDENTIE

V, te A. vraagt ons af of wij het Seen ontstellend feit vinden, dat de )achtgelden voor de Groninger kernis thans ettelijke tienduizenden juldens meer hebben opgebracht ian het vorige jaar. 3ns antwoord kan niet anders lullen, dan dat wij dit in hoge mate )ntstellend vinden. Het is een droe-''ig teken van onze tijd, dat tal van mensen bij de hoog geklommen lood wel geld blijken te hebben i'oor openlijke of verkapte kermis-!en, dat er voor zulke vermakelijkleden reeds tijden te voren gespaard wordt, soms zelfs in die mate, dat het brood uit de mond gespaard wordt. En die gelden en dat spaargeld worden dan in enkele dagen, meermalen zelfs in een of twee dagen in allerlei zonde verbrast. Dit is inderdaad in-treurig. Niet alleen bezondigt men zich op die wijze schrikkelijk, maar brengt men bovendien zich zelf en, indien men een gezin heeft dat er nog bij, in allerlei ellende. Bovendien is dit feit nog zo jammerlijk ontstellend, omdat daaruit blijkt, hoe ons volk meer en meer enkel in ijdel vermaak, in brood en spelen opgaat. Wat kan men onder zulke omstandigheden anders verwachten dan dat straks het ene oordeel het andere, het ene wee het andere opvolgt. Hoe zeer schiet de regering in deze in haar dure verplichting te kort. Het is toch feest op feest, kermis op kermis — en de regering keurt dit maar goed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen