De uitstorting des Heiligen Geestes
PINKSTEREN
En zij werden allen vervuld met den IHeiligen Geest Hand. 2:4a
Wat heugelijke dag, de dag van Pinksteren. De dag, waarop een nieuw heilswonder is geschied. Waarop de Geest uit de hoogte is uitgestort. Het is de Heilige Geest, de derde Persoon in het Goddelijke Wezen, die uitgaat van de Vader en de Zoon, Die is het ongeschapen Leven zelf, dat alle leven wekt en onderhoudt.
Van hoe groot aanbelang is die uitstorting des Heiligen Geestes. Immers het feest van Pasen en Hemelvaart ware troosteloos en onvruchtbaar, indien er geen Pinksterdag op gevolgd ware. Ja, de komst des Heeren Jezus in het vlees en Diens gehele verlossingswerk, Diens gehele Borgtochtelijke bediening zou onnut zijn, indien het de H, Geest niet was, die levend maakt, d.w.z. indien de Heilige Geest door Wie de Heere Jezus aan de vaderen van ouds is geopenbaard, van Wie Hij ontvangen is, en met Wie Hij ontvangen is, en met Wie Hij gezalfd is, niet ware de kracht van Jezus' Middelaarschap; de liefelijke geur van Zijn Middelaarswerk, maar ook bovenal de Goddelijke toepasser van Zijn Middelaarsverdienste.
De komst des Heiligen Geestes is de kroon op het werk van de gezegende Vérlosser en een zuivere vrucht van Zijn verhoging aan 's Vaders rechterhand. De Heere Jezus had van Hem gesproken: „Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit 't Mijne nemen en zal het u verkondigen". Nu werd openbaar des Vaders welgevallen in de Middelaar en in Diens volbrachte arbeid op aarde verricht. Nu het bewijs, dat God een onuitsprekelijk genoegen heeft in Christus als Middelaar en Borg en in de hemel, verhoogd aan 's Vaders rechterhand, de hoogste aangenaamheid geniet, O, die komst des Geestes strekt dan ook zonderling tot verheerlijking van Christus, Want nu werd openbaar, dat de uitnemendste schatten des hemels in Zijn handen gesteld zijn. Dat Hij de belofte des H, Geestes heeft ontvangen, om Deze te zenden in Zijn naam. Door Zijn dood en bloedstorting heeft Hij de Geest verworven; door Zijn opstanding en Zijn ingaan in de hemel op de veertigste dag Hem ontvangen, om Hem nu op de vijftigste dag te zenden en uit te storten in het hart der Zijnen; ja, uit te storten om te doen al wat de verhoogde Middelaar behaagt. Welk een heerlijkheid legt dit op Christus en welk een grond van vertroosting en bemoediging voor Zijn volk. Nu toch werd Hij gezonden, om in al de heerlijkheid van Zijn verborgen persoon te wonen in Zijn kerk zoals nog nimmer geschied was, om de algenoegzaamheid en volheid van Christus' verdiensten krachtdadig te maken in de harten van allen, diie als levende stenen zouden toegevoegd worden tot dat heerlijk Godsgebouw, dat tot eeuwigheid zou rijzen. Immers, al de zegeningen van Christus' koping; al de goederen van het eeuwig en onveranderlijk Testament, bevestigd in de dood van Christus; alsook de gehele staat van het eeuwige leven is in de hand des Geestes, om het aan de erfgenamen der beloftenissen te verzekeren en te verzegelen. Daartoe werd Hij gezonden; vierde de kerke Gods haar Pinksterfeest, waar Hij kwam om woning te maken in het hart van de kinderen der mensen. Daarom wordt Hij genaamd: „een overtuiger", die, gekomen zijnde, de wereld zal overtuigen van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. Wordt, Hij genaamd „een Voorspraak", die de zaak van Christus bepleit in de wereld.
Wordt Hij genaamd „een Getuige", die van Christus getuigt en Hem verheerlijkt.
Hoe blijkt dit op het Jeruzalems Pinksteren, Hoe worden de Apostelen vervuld met de Heilige Geest, alzo dat zij met grote kracht getuigenis gaven van Christus, Verdeelde tongen als van vuur werden op hen gezien; een geluid als van een geweldige, gedreven wind werd vernomen; zij begonnen te spreken met vreemde talen als vrucht van de uitstorting des Geestes, Door dit alles wordt ons de Majesteit des Geestes voorgesteld en tegelijk openbaar, dat Hij is een Algenoegzame Geest, alleszins bekwaam om Christus te verheerlijken in de krachtdadige toepassing van het verworven heil. Om Hem bekend te maken in het hart van arme zondaren als die enige Naam onder de hemel gegeven tot zaligheid. Hij maakt hen tot nieuwe schepselen, geschapen in Christus Jezus tot goede werken en dat in geduurzaamheid om te bekwamen God in geest en waarheid te dienen. Dit is het zalig deel van een elk, die Hij overbrengt uit de dood in het leven. Als een Geest der vernieuwing vernieuwt Hij alle krachten en ver mogens der ziel; vernieuwt in het binnenste een vaste geest; verlicht het verstand; heiligt de wil en alle genegenheden; maakt de Goddelijke natuur deelachtig en maakt bekwaam om deel te hebben in de erve der heiligen in het licht.
Zij werden allen vervuld met de H. Geest, Wonderlijke dag van Pinksteren. Hoe ontvangen de Apostelen wijsheid en kracht om tot verheerlijking van God en Christus en tot bevordering van anderer zaligheid werkzaam te zijn; om de grote werken Gods te verkondigen, de Algenoegzaamheid van Christus en Zijn offerande; van Zijn volmaakte Borggerechtigheid tot bedekking van alles, waarvan wij niet kunn, en gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes.
Zij werden allen vervuld met de H. Geest; „Allen persoonlijk". Persoonlijke zaligheid moet worden gekend; uit een geschonken heil moet elk persoonlijk leven, Hoe moet hierop worden gelet. Zullen wij zalig worden; zullen wij de heerlijkheid van Pinksteren smaken, dan zal de Heilige Geest door ons persoonlijk moeten worden ontvangen, ^aten wij voor twee ernstige dwalingen mogen waarschuwen.
Enerzijds, dat wij toch nooit denken, de Heilige Geest het meest te kunnen verheerlijken, door zo weinig mogelijk waarde toe te kennen aan , , het Woord", Het is een van Satans listen de verblinde mens te doen geloven, dat de Heilige Geest Zich aan de Zijnen openbaart zonder het Woord. Hoe menigeen is hierdoor vervallen op het doolpad van dweepzucht en valse gemoedelijkheid, dat soms lang wordt aange zien voor zeldzame genade, waarin het eind uitloopt op dienst des vleses en — jammerlijk zelfbedrog.
Maar ook anderzijds hebben we te waken tegen die leugengeest, die de vastheid van Gods kerk bedreigt, om het Woord Gods te gebruiken, alsof er geen Heilige Geest ware. Alsof het Woord kan worden verstaan; alsof het kracht kan oefenen en vrucht dragen zonder de krachtdadige werking des Heiligen Geestes. Zeker, men loochent de Heili-^ ge Geest; men sprekt van Hem en roemt in Hem en toch — hoe wordt Hij in de practijk, helaas ter zijde gesteld, dat Hij „in 't algemeen" in de kerk woont, niet aangedrongen en gewezen wordt op „persoonlijk bezit", wat toch volstrekt noodzakelijk is, want „de Geest is het, die levend maakt". Zonder Hem is een ieder dood in de zonde en in d& misdaden. Dan is de belijdenis des Heiligen Geestes geen leven; en men verloochent Hem metterdaad, ofschoon men Hem met de mond roemt.
Waar Hij komt, wordt het openbaar in de vrucht; in de ontdekking van onze verloren staat; in het doen geboren worden van de vraag ener goede consciëntie tot God.
Daar redt Hij uit de macht des Satans en brengt terug in de gemeenschap Gods in Christus, Wordt de ziel_ bekwaamd tot ware, geestelijke daden tot verheerlijking Gods en blijdschap en vrede des harten, Hoe nodig dan ons te onderzoeken, of wij de Heilige Geest hebben ontvangen; of Hij ook ons geschonken zij, want zonder dit is er geen deel noch lot in de zaligheid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 mei 1947
De Banier | 8 Pagina's