BRIEF uit Zeeland

XXV.

Wanneer zich moeilijkheden op eni^ of meer algemeen terrein voordoen wordt gezocht naar de oorzaken, en worden middelen aan de hand gedaan om uit de moeilijkheden te geraken. Nu het met de financiën van Staat, Provinciën en Gemeenten niet bejt gaat, ja, de toestand uiterst zorgelijk kan worden genoemd, wordt ook weer naar middelen omgezien om uit de impasse te geraken.

Op zichzelf is dat juist. Het is goed dat naar de oorzaken wordt é®' zocht en dat getracht wordt verbe tering te verkrijgen. Men mag nu elke politieke richting ook zijn egedaan, tenzij men behoort tot oepen of personen die het te doen om de bestaande orde te versto-1 er zal gestreefd worden naar verbetering.

Helaas wordt in vele gevallen niet izocht naar de wortel van alle oeilijkheden, en wordt vergeten ] t de oorzaak veel dieper ligt. De rzaak ligt toch in de diepe val i m de mens. In het verlaten van od, In bet verachten van Zijn geden. Er is geen hoop als de vertering verwacht wordt van dit van dat, als die niet wordt ge-'t icht in het onvoorwaardelijk buli , ji voor God, in het streven om t ; JJJ jJeboden te onderhouden. Om te > ggen tot de zonden: Henen uit. l olang het daar niet komt met land l ^ yolk zal alles nutteloos en vruchi .JQQS zijn, en zullen de knapste i nk-'ïrs, de bekwaamste staatseden, de ijverigste bestuurders, i )ch niet slagen.

Het is zo nodig om dat maar steeds eer voor ogen te stellen, want de uze dezer dagen is; wacht maar, et wordt wel beter. Morgen dan al het beter zijn dan heden, maar ia morgen komt niet. Het blijft telens weer vandaag.

Er bestaat dan ook wel gevaar in en tijd zoals deze dat getracht 'ordt om tot verbetering te komen, at middelen worden gezocht die it zichzelf onjuist zijn.

Ons land is opgebouwd geworden it Gemeenten, Grote en kleine. De rote zijn ook klein geweest of kleier maar zijn gegroeid. Nu hoort len menigmaal de mening uiten at de kleine gemeenten geen recht a.n bestaan meer hebben, en dat j, in het kader van verbetering aar moeten worden samengeoegd opdat er de nodige bezuining zal worden verkregen. En niet Heen acht men dat daardoor be-' uiniging zal worden verkregen, laar ook dat dain met des te groter eskundigheid zal worden bestuurd, et laatste inzonderheid is een ïken des tijds. Deskundigheid. Al-; s moet met deskundige hand woren geleid. Op ieder terrein, op ïdere plaats, een deskundige. Dan al ei-welvaart zijn, dan zal het al-; s beter worden, want zoals nu die lestuurders van die kleine gemeenen, och, wat kun je nu met zulke lensen doen. Zij hebben te weinig tennis, weten niet wat er in de weeld omgaat, kunnen het misschien icg brengen om wat te praten, naar daden, o neen, daartoe zijn ze liet in staat. Daarvoor moet de leskundige komen.

Uw briefschrijver zal de laatste zijn, )m niet te beamen dat er kennis en vetenschap nodig zijn, ook voor de vesturing van een gemeente, naar toch is hij wat huiverig voor il die deskundigen. Meestal is het o dat die deskundigen toch ook liet alle terreinen overzien. Ja wie is daartoe in staat. En dan is er een 5^^^ gevaar dat die deskundigen ^„gs elkander heen gaan, niet meer , ^^ ggj^eel overziende en inachtne-^^^^^ ^^^ ^^^^ ^^^ ^^j^^^j ^^^. 3^ ^^^^ ^^^ ^jj^^^^ ^^ ^. ^^j^ .^ iet oog wordt gehouden.

Er is een groot gevaar dat het dan f ^'^''-s gaat zoals nu met de we-: , ^''°Pbouw; in de getroffen gebie--' "^""^'ijk dat, om wat te ver-^''ijgen van de een naar de andere ^«^t worden gegaan, met het uit-> jndelijk resultaat dat ook de desundigen het niet eens blijken te ijn, en er niets gebeurt.

Misschien is uw briefschrijver nu wat sarcastisch geworden, maar hij denkt aan het spreekwoord dat eenvoud het kenmerk is van het ware Het platteland staat zo geheel anders tegenover verschillende zaken dan meestal de stad. De plattelander ziet het leven in zijn wording en opgroei. De plattelander ziet ook wel meer de afhankelijkheid. Daarmede wordt echter niet gezegd dat de stedeling dat nu alles voorbij ziet. Er is echter een kennelijk onderscheid in de waarneming en, vanzelf, in de gevolgtrekking.

Vast staat dat de Zeeuw niet van die omslag houdt. Zeker is dat hij, cliie in eenvoudigheid heeft geleefd, niet wil streven naar een samenge­ steldheid waaruit niemand meer uitkomt.

Daarom wenst men ook niet te komen tot grotere gemeenschappen, maar wil de Zeeuw komen tot eenvoudigheid. De bezuiniging kan daarin worden gevonden. Terug tot God, het onderhouden van Gods geboden.

Terug tot de eenvoudigheid en het niet bruut verstoren van wat dat was, dat wil Uw briefschrijver. Hij staat daarom steeds met reserve tegenover al die gedachten van verandering, tegen het stellen van de staatsinstelling op de helling.

UW ZEEUWSE BRIEFSCHRIJVER

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen