Uit de duisternis tot het licht

VII.

Nadat de tuinbaas met zichzelf wa.^ bekend gemaakt en de rechte bekommering in zijn ziel gewerkt was, volgde daarop ook een breken met het leven, dat hij tot hiertoe had geleid. Stond dat leven voorheen in 't teken van; Zonder God, zonder Zijn Woord en zonder Zijn dienst, nu draaide dat helemaal om. Wat hij eerst versmaad had, werd nu door hem gezocht. Het Woord des Heeren werd ijverig door hem gelezen, geen Zondag verzuimde hij de godsdienstoefeningen bij te wonen, met zijn oude vrienden werd door hem gebroken en het gezelschap van Gods volk gezocht, waarbij Teun hem, als middel in des Heeren hand, tot grote steun was. Het is te begrijpen, dat de kinderen Gods in dat plaatsje erg verblijd waren. En wanneer aan het eiinde van een gehouden gezelschap dit door een hunner met gebed beëindigd v/erd, dan werd daarin de tuinbaas niet vergeten. Dan werd de Heere voor hem gesmeekt om doorbrekende en bijblijvende ' genade.

Inmiddels waren echter circa vier weken verlopen en naderde de tijd dat de vrouw van de tuinbaas van de reis uit Ffliesland zou terugkeren, Kunnen jullie begrijpen, jongens en meisjes, dat de tuinbaas daar erg tegen op zag? Zeker wel! Nu, dat was ook inderdaad zo. O, wat vervulde een vreze het hart van die man, wanneer hij dacht aan wat er voor hem te wachten stond, indien zijn vrouw zou kennisnemen van de grote verandering, welke in zijn Ieven had plaats gegrepen, Hoe zou hij nu het verdere van zijn leven mei haar moeten doorbrengen? Want de tuinbaas begreep heel goed, dal, indien de Heere het niet op de een of andere wijze verhoeden zou, hij zijn vrouw tegen zich zou krijgen. Had hij in Gods Woord niet gelezen, dat eens mans vijanden zijn huisge noten zijn? Eil op een andere plaats, dat er verdeeldheid in de huisgezinnen komt, indien de Heere Jezus bij één der huisgenoten intrek komi nemen,

Teun zocht hem in deze weg zoveel in zijn vermogen was op te beuren, waarbij hij hem kwam te wijzen op de almacht des Heeren, Die raad weet voor alle omstandigheden. Hij kon immers het hart van die vrojiv neigen, zodat zij niet in openlijke vijandschap tegenover haar man zou opstaan, ja Hij kon haar ook brengen aan de voetbank Zijner voeten, gelijk dat met de tuiinbaas zelf geschied was. En was het in des Heeren raad anders besloten, dan zou Hij zijn baas ook de kracht kunnen schenken om de vijandschap van zijn vrouw te kunnen dragen. Door deze woorden van Teun kreeg de tuinbaas deze zaak de Heere vOiOr te leggen.

In het vervolg zal blijken, hoe het tussen die twee verliep,

OOM KOOS

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen