Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

VIL

De activiteit, welke Antonius ontploioide in 't verbreiden der nieuwe leer, bleef niet verborgen voor hel Spiedend oog van Rome's dienaren. Toch gjelukte het hun nog niet om hem in handen te krijgen. Pogingen, welke daartoe door hen in he, t werk gesteld werden, faalden, omdat liet Gods tijd nog niet was. Tenslotte verzochten zij de deken van Ronse, die inquisiteur van Antwerpen was, dat deze zijn maatregjelen zou nemen. Deze daagde de ketter in voor hem ter verantwoording te verschijnen, maar Antonius sloeg op deze indaging geen acht. Opnieuw daagde de deken hem in en gaf kennis, dat een vernieuwde weigering zou worden beboet met een som van honderd gulden.

Tot driemalen toe vond dit plaats; maar Antonius wist hoe gevaarlijk het was om het hoofd te steken in het hol van de leeuw. Hij liet dus de deken maar proclameren en dreigen. Daarop werd hij in een kerkelijke baa gedaan, doch dit deerde Antonius al evenmin. Het is mij een zegen, zo sprak hij, dat Rome mi] vloekt. Indien het mij zou zegenen, zou dit 'n teken zijn, dat ik God n: j-; t kende. Omdat ik echter Hem bo­ ven alles lief heb, werpen zij mij uit. Ongestoord ging Antonius dan ook met zijn arbeid voort, nu eens in Antwerpen, dan weer 'va de omliggende streken of in die plaatsen, welke hij met betrekking tot zijn handel te bezoeken had. Toch zou ook voor hem — gelijk dat zovelen in die tijd overkomen is — het uur slaan, dat Rome's priesters hem in hun macht zouden krijgen. Voordat we hierop echter kunnen ingaan, moeten we de lezer eerst m kennis brengen met Antonius' broeder, die wij in het vervolg bij zijn voornaam Gilles zullen blijven noemen.

Deze Gilles was in zijn jeugd een dartele, onbezonnen knaap, die n'et anders dan wereldse ijdelheid najoeg. Bi] alle festiviteiten was hij één der eersten en wanneer hij aan het gezelschap ontbrak, dan waren zijn kameraden daarover allesbehalve tevreden. Hij was als het ware hun gangmaker en wanneer Gilles \an de partij was, dan konden ze er op rekenen, dat ze ziich niet behosfden te vervelen.

Het is te begrijpen, dat deze gedragswijze van zijn broeder aan Antonms grote droefheid veroorzaakte. Zo menig keer hij hem ontmoette, liet hij dan ook niet na om Gilles te vermanen. Maar het scheen alles niets te baten. Gilles ging door en lejfde voort naar het goeddunken van zijn goddeloos hart.

Daarin kwam echter verandering toen hij de een-en-twintigjarige leeftijd had bereikt. Toen toch behaagde het de Heere om hem aan zichzelf te ontdekken en hem te doen zien, hoe zondig de weg was geweest, waarin hij had gewandeld. In zijn schuldgevoel kreeg hij met God te doen, Die toornt tegen de zonde en tegen de zondaar, die in zichzelf wordt aangezien. Dat schuldgevoel ging ge paard met diepe smart over het feit, dat hij gezondigd had tegen een goedertieren God, Die hij daardoor in de hoogste mate had beledigd. Ook leerde hij bij ervaring kennen, dat 't moeten missen van God en van Zijn gunst en het ervaren van Zijn heilige toorn het wezen der rampzaligheid is. Uit de diepte van zijn zielewee riep hij tot de Heere en smeekte om genade en ontferming. En de Heere hoorde de klacht, die Hij Zelf in Gilles' hart had gewerkt. De eni ge weg tot zaligheid, zoals die m Christus Jezus is, werd hem ontdekt en daarmede de mogelijkheid van behoudenis voor hem geopend. Te begrijpen is het, dat Gilles' leven hiermede een geheel andere richting kreeg. Met zijn vroegere vrienden kon hij niet langer de wereld blijven dienen. Neen, daarmede werd radicaal door hem gebroken. Hij onderzocht nu vlijtig Gods Woord, hetwelk hem door zijn broeder Antonius was verstrekt. Daarbij gevoelde hij in zijn hart de innige begeerte om zijn medezondaren op het gevaar van hun toestand te wijzen, alsook op het heU, dat in Christus geopenbaard is. Hij besefte echter levendig, dat er voor het optreden in het openbaar meer bekwaamheid nodig was dan hij bezat. Daarom besloot hij — aangezien het hem aan geld niet ontbrak — om een studiereis te gaan maken. Eerst begaf hi] zich daartoe naar Emden en Norden, waar hij veel omgang had met Micronius en les nam in de Griekse taal bij Delenius, die in tegenstelling met Micronius meer een geleerde dan een volksprediker was. Van Oost-Friesland trok Gilles naar Zwitserland, waar hij te Zurich zijn studiën voortzette en voltooide.

Daarop keerde hij naar zijn vaderland terug en woonde geruime tijd te Antwerpen, Daar was hij met zijn broeder de verdrukte gemeente tot grote zegen. Niet als geordend leraar, doch als broeder onder de broederen. Was er één der reizende leraars in Antwerpen, dan zat Gilles als aandachtig hoorder naar de woorden des levens te luisteren, soms naar predikers, die lang niet zoveel gestudeerd hadden als hij. Wanneer er geen prediker was, dan sprak Gilles de gemeente toe, maar hij nam daarbij volstrekt niet het air aan, alsof hij predikant was. In alles bleel hij de eenvoudige, godvrezende jongeman, loop. Het is dus juist, dat die niet meer worden teruggegeven. Het zal ook wel zo zijn, dat die eigeneiar dat niet steeds bewust is.

De volgende artikelen handelen over de verrekening van eventuele verschillen, alsook over de rechtskracht van overeenkomsten, aangegaan vóór dat de herverkaveling gereed is, vanaf het inwerkingtreden van de wet.

In artikel 11 wordt gehandeld ove..de eigendom van wegen en waterlopen. Het is begrijpelijk, dat ook daaromtrent een regeling moet worden getroffen, want het is niet zo als anders, dat bij het aanleggen met de eigenaren kan worden gehandeld, want feitelijk wordt het begrip eigendom niet meer gebonden aan een bepaald gedeelte grond, maar tot een gedeelte grond, zodat het moeilijk zal zijn uit te maken met wie onderhandeld zal moeten worden.

Omtrent pachtovereeftkomsten is in artikel 13 een bepaling opgenomen, die overeenkomst heeft met de bepalingen omtrent verkoop.

Een zeer belangrijk lartikel is artikel 15. Daarin wordt bepaald, dat er een herverkavelingsoommissie is en oiok een Raad van Beroep, (Waarom heet die commissie herverkavelingscommissie zonder hoofdletter en wordt de Raad van Beroep zodanig met hoofdletters aangeduid? ).

Dat artikel is belangrijk zo reeds is vermeld, want die herverkavelingscommissie en die Raad van Beroep hebben zeer groite bevoegdheden. In de memorie van toelichtuiig is vermeld, dat het wenselijk is daarin ook personen op te nemen, die vertegenwoiordigers zijn van de belanghebbenden. De opsomming is wat sober. Het ware beter, dat uitdrukkelijk in de wet zelf werd vastgelegd, dat de meerderheid dier commissie en van die Raad van Beroep vertegenwoord'gers waren van de belanghebbenden. De ondervinding op ander gebied verkregen met oommissies, hoe deskundig ook, die Walcheren niet kennen, die het leven van de bevolking niet aanvoelen, noopt, alhoewel het niet de bedoieling was om hier commentaar te leveren, daarbij toch even stil te staan. Het is een tere aangelegenheid. De bodem van Walcheren is van geheel andere geaardheid dan elders. De ligging is zodanig, dat niet maar ongestraft zal kunnen worden veranderd. Daarom zal het zoi nodig zijn, dat die commissie, dat die Raad, wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de bevolking. Uit hen, die een open oog hebben voor de belangen.

De leden worden idoor de Minister benoemd. Goed, maar kan niet worden bepaald, dat de belanghebbenden daartoe een voordracht kunnen indienen? Nogmaals, het is niet de bedoieling om commentaar te leveren, maar er moet toch uitdrukkelijk worden vastgesteld, dat de Walcherse bevolkuiig er genoeg van heeft om te worden behandeld door hen, die Walcheren nïet kennen. Er zijn onder die personen zeer goede uitzonderingen, er zijn persiomen, die niet tegen de Walcherse bevolking werken, maar dat zijn dan ook diegenen, die voldoende contact houden en die zoveel ervaring en kennis hebben, dat ze weten wat er nodig is. Maar anders, neen, dan zegt de Walcherse inwoner, dat hij wel in staat is om zelf te regelen. Dan is het hem een doorn in het oioig, dat zoveel personen van buiten maar willen regelen en, zoals ook nog gebeurt, als het dan nog mis loopt, eenvoudig weg de schuld op de bevolking of de bestuurders leggen. Een dergelijk optneden getuigt niet van de nodige zelfkermis en bescheidenheid.

Genoeg, we moeten ons verder bepalen bij een zakelijke beschouwing, In artikel 17 is bepaald, dat het verboden is handelingen te verrichten waardoor de waarde van de grond wordt verminderd. Dat wordt stróifbaar gesiteld. Het enige artikel, waarin straf bedreigd wordt.

Tot zover de eerste titel van het ontwerp,

In de tweede titel wondt gehandeld over de schattingen.

Reeds in het algemeen is daarvan iets gezegd. Hier gaat het om de eerste schatting. Die schatting wordt zodanig gedaan, dat niet de waarde, maar wel de klasse van de grond wordt bepaald. Op zichzeli begrijpelijk. Immers de waarde verandert, maar de verhouding van het ene perceel tegenover het andere blijft dezelfde. Die schattingen zuilen veel tijd vorderen. De grond in Walcheren is zeer 'onderscheiden. Het is een igrillige bodem. Het komt voor, 'dat een klein stuk lands op het ene eind van geheel andere kwaliteit is dan op het andere, ja dat zelfs ook het midden nog afwijkt. Het zal dus een minutieus werk worden om al die verschillen te bepalen. Toch is het in het wetsontwerp opgenomen en mag dus worden verwacht, dat met al die verscheidenheid rekening zal worden gehouden. Naast 'die artikelen welke de schatting regelen, is een aantal artikelen gesteld waarin is bepaald op welke wijze die schattingen ter kennis komen van 'de eigenaren, hoe zij in beroep kunnen komen en op welke wijze die berioiepen worden behandeld. Het is te uitvoerig om daarbij al afzonderlijk stil te staan, maar het moet worden vermeld, dat met vee] zorg is gestreefd om waarborgen te geven tegen willekeur.

Hier is blijkbaar toch wel aangevoeld, het diep ingrijpende en is getoond oog te hebben voor de toch al reeds uitzonderlijke moeilijkheden, waarin Walcheren verkeert.

De derde titel handelt over het elders vestigen van bedrijven.

Dat is wel het meest ingrijpende, het meest gevreesde, maar misschien ook wel het meest verlangde. Dus daarbij zijn er tegenstellingen. Het is bekend, dat er velen zijn, die wel naar elders willen. Geen bevreemding behoeft dat te verwekken, want, als de uitzonderlijke toestanden, welke er in Walcheren zijn ontstaan in acht worden genlomen, dan is het meer aannemelijk dat de boe-^ ren willen vertrekken, dan dat ze willen blijven. Immers de gronden zijn niettegenstaande er veel is verbeterd, niettegenstaande er veel doior Landbouwberstel wordt gedaan, toch nog ziek. Er kan, naar menselijke berekening niet varwacht worden, dat die grond een opbrengst geeft lals andere en dit voorjaar leerde wel, dat het bewerken meer mioeite kost dan voorheen. Het wordt dan ook niet alleen gevreesd, maar er wordt ook naar verlangd. Toch is er ook vrees. Een vrees, dat de beste krachten uit Walcheren zullen worden weggezogen en een vrees, dat de bepalingen zullen worden toegepast en met dwang wondt opgetreden.

Gezien echter het verlangen is er verwachting, dat velen genegen zullen zijn naar elders te gaan.

Echter, het ware wenselijk, dat er enige meerdere waarborgen werden" verstrekt, dat er nog andere mogelijkheden werden gesteld bij het vrijwillig verlaten of vrijwillig ophouden om grond te gebruiken.

Het wetsiontwerp kent alleen een recht van schadeloosstelling in geld bij een gedwongen verlating. Waarom ook niet bij een vrijwillig afstand doen? Waarom niet een mogelijkheid om de grond over te doen voor eigenaren-groodgebruikers? Ook al mag verwacht worden, dat er genoegzaam vrijwilligers zijn, zeker is het niet en idaanom ware een meer aanlokkelijke, zij het dan ook niet meer kostende wijze te verkiezen.

Ingrijpend is de bepaÜng, dat iemand gedwongen kan worden zijn recht op gebruik van gromden los te laten. Het zal dan ook slechts ïils uiterste remedie worden gebruikt. Dat is uitdrukkelijk vermeld en daarbij is het met voldoende waarborgen tegen willekeur omgeven.

De beidioelinig van die voorschriften is om plaats te maken voor de uitbreiding van die kleine bedrijven, die geen , , levensvatbaarheid" hebben; en' om hen te voorzien, wier gronden doior de vloeden zijn weggespoeld en bij het herstellen van de dijken zijn buiten gedijkt.

Met duidelijk is of het de bedoeling is, dat de kleine bedrijfjes groter zullen moeten worden, dan wel, dat zulks mogelijk is op verzoek van de belanghebbende. Het is ook niet duidelijk, wat met gronden gebeurt, welke gebruikt worden door hen, die op andere wijze in hun levensonderhoud voorzien.

Men maig op grond van de wet verwachten, dat niet dieper wordt ingegrepen dan beslist geëist wordt door de 'ontstane toestand en dat ook bij de toepassing van de wet alle willekeiu-vermeden zal worden: .

Misschien dat hierover bij de behandeling nog wel klaarheid kan wor-'den verkregen.

Niet alleen omtrent die bepalingen moet worden opgemerkt, dat er enige rekbaarheid is gesteld, het is zo ook met het andere. Het ligt dus veel aan de toepassing, vandaar ook het grote belang, dat er ligt in de samenstelling van de herverkave lingsoommissie en de Raad van Beroep.

In de vierde Titel wordt gehandeld over de toedeling.

Het is 'de herverkavelingsoommissie, die ontwerpt. Zowel het plan van de wegen en waterlopen, als de kavelindeling. Het plan van de wegen wordt vastgesteld door Gedeputeerde Staten, het plan van kaveltoedeling door de Raad van Beroep.

Er zijn dus weer waarborgen gestild, dat niet één commissie alles regelt, maar dat een daarboven staand college alles eveneens beziet.

Titel vijf regelt het opmaken der ac ten en de overgang van de eigendom. Voor belanighebbefiden wel van belang, maar toch niet van die aard, dat daanover veel moet worden vermeld.

De zesde Titel regelt de schatting der gronden na de herverkaveling. De procedure die daarbij wordt gevolgd is ongeveer overeenkomstig die vaor de eerste schatting.

Het verschil tussen de beide schattingen zal, wanneer het blijkt, dat 'n eigenaar minder ontvangt, door het Rijk worden betaald, ontvangt de eigenaar meer, dan zal dat als een herverkavelingsrente op de grond drukken: .

De wijze van berekening van dis herverkavelingsrente, alsmede de wijze waarop die kan worden afgekocht is opgenomen in de zevende Titel.

•Reeds tevoren is vermeld, dat het Rijk de kosten van de herverkaveling voor zijn rekening zal nemen, maar dat alleen de waardestijging voor rekeniuig van de belanghebbende komt.

Hiermede is in korte trekken wesr gegeven wat de wet inhoudt.

Behoudens enkele opmerkingen waj het niet de bedoeling om commeo' taar te leveren.

Misschien kan dat nog plaats hebbes in het vervolg.

UW ZEEUWSE BRIEFSCHRIJVER

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1947

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1947

De Banier | 8 Pagina's