Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OP WIE DE HEERE ZIET

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OP WIE DE HEERE ZIET

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

maar op deze zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest, en die voor Mijn Woord beeft. Jesaja 66 : 2b

I.

A, De geest. arme en verslagene van

Waarlijk, niet al wat .Israël" heit, is in oprechtheid van het „Israël Gods/', 'i Velen zeggen: „Heere, Heere" en doen niet de wil des Heeren.

Wel is er veel godsdienst en gedaante van godzaligheid doch de echte godsvreze en de kracht der godzaligheid zi, n zeldzaam m onze donkere dagen en de tegenwoordige zware tijden.

In de naweeën van de jongste wereldoorlog zijn nog merkbaar Gods gerichten over het van Hem afhoererende mensdom ook over ons y^lk, ? .!^ —/^, IS verharding, onbekeerlijkhcid, (volharding m goddeloosheid. X TT , 1

De stem des Heeren roept: Hoort de roede en Wie ze besteld hoeft! Doch gemist wordt het beven voor het Woord des Heeren, een zoodanig \ ti-/''"'^ï^ f i i - f verootmoedigmg, boetvaardigheid,

waarachtige bekering tot God. En dat IS toch de enige weg, waarin hope kan ziin voor de volkeren der „il c' T l aarde, voor Sion en Jeruzalem, VT 1 j T^ 1 T> ^ voor Neerlands Kerk-en Burgerstaat!

Och, dat des Heeren Geest eens een indruk geven mocht, hoe we moeten komen voor Gods aangezicht als , > arm „„» !„.< • „ ^< „„„+ u^ en verslagen van geest, be-, . 1 , , „ j u« wrZ. «j vende voor des Heeren Woord.

r\ A^„ 1 Tl • j Up dezen zal Ik zien, op de arme en „^ i„ - ^ , j-verslagene van geest en die voor Mijn Woord beeft.

Alzo zeide de Heere bij monde van Zijn profeet Jesaja tot , Zijn volk. Vooraf ging een bestraffing der Jo den, die zich op de uiterlijke tempel verlieten (vs 1); het woord dezer overdenking bedoelde aan te tonen wie Gode behaagden.

De Joden, zich verlatende op de uiterlijke tempel en de uitwendige otlerdienst waren vleselijk, eigengerechtig en^werkheilig,

Zij roemden; Wij zijn des Heeren tempel, Gods vrome Bondsvolk.

En nu kwam de HEERE Heere tegenover dat eigengereide volk te stellen Zijn goddelijk getuigenis: Alzó zegt de HEERE: de hemel is Mijn troon en de aarde is de voetbank Mijner voeten; waar zoude dat huis zijn, dat gijlieden Mij zoudt bou-Wen en waar is de plaats Mijner rust?

Daar ligt in: Ik vervul hemel en aarde; Ik, de Allerhoogste, woon niet in tempelen met handen gemaakt; de Hemel der hemelen kan Mij niet bevatten, hoeveel te min 2al een huis, door mensenkunst gebouwd, kunnen zijn de plaats Mijner rust! Ik behoef niet, Ik kan missen uw tempel, waarin gij roemt!

En wat aangaat de offerdienst, de Heere heeft niet van node de offeranden; Zijns is het gedierte des wouds en de beesten op duizend bergen; Zijn hand heeft al deze dingen gemaakt en alle deze dingen zijn geweest, spreekt de Heere! God j^^^j^ ^^^^ behoefte aan de dienst ^^^ mensenhanden en aan offers, ^^-j ^-^ ^^ Zichzelven is d „oegzame en volzalige God. Alge-

Wat zoekt de HEERE bij Zijn volk? ^^ ^^^^^ j-^^^^ ^^ de ' aanbid-^^^^ - ^ g^^^t en in waarheid, de offg^ande van 'n door schuldbesef geproffen en verslagen hart, de beke-^j^g ^^^ ^^^ ^^ ^^^^ godzaligheid, 't ^-^^^^ ^^^^^^^^ ^^^ ^^\^^^ werken! Daarom henen uit met alle eigengerechtigheid, werk-en tempelheiligy^^.^, y^^^ ^ods aangezichte geMt ^^^3!^^!^^^ .^^^ ^.„^^^ ^^ gerechtigj^eid van Vorst Messias, het werk ^-an Sions Borg, de lijdende Knecht ^es Heeren, Die, als het Lam Gods ^^^ slachting geleid, door Zijn kruisofferande en bloedstorting zou te-„., 1 ^ 1 • ^ ^ weeg brengen verlossing en verwer-^ •? ^ UA-^L - j /-> ^ j ven eeuwige gerechtigheid. Op grond - ^-^ - ^ - *' s en als vrucht van het Borgwerk des Heeren Christus kon en zou zeker de Heere zich een tempel maken in het harte van Zijn gunst-en erfvolk. Daarom klinkt des Heeren w/ j r> j 1 TI • j Woord: üp deze zal Ik zien, op de ^ •, ^ ^ 1 j-arme en verslagene van geest en die , *•• w/ j t. r^ voor Miin Woord beeft,

„ , , Goed gelezen, wordt het echte volk ^^^s Heeren ons hier voor gesteld als ^en volk, dat door genade bezit een drietal kentekenen, nml. arm van geest, verslagen van geest, beven voor het Woord des Heeren. - ^^^ van geest.

Dat is een kenmerk van ontvangene genade; een onwedergeboren mens zegt in zijn hart: ik ben rijk en verrijkt geworden en heb geens dings gebrek; hij weet niet, dat hij is ellendig, jammerlijk arm blind en naakt.

Naar uitwijzen van Gods Waarheid moet worden beleden en wordt beleden, voorwerpelijk, dat als bittere vrucht van de val in het Paradijs, wij geworden zijn als Adamskinderen bedelarme zondaren omdat we de Heere kwijt zijn als het Hoogste Goed, verloren hebben het beeld Gods, missen des hemels gunst en dies in Adam zijn der verdoemenis deelachtig.

Edoch onderwerpelijk gekend, bevindelijk doorleefd wordt de zuivere belijdenis der geestelijke armoede niet en nooit, tenzij Gods souvereine liefde de blinde zielsogen komt t^ zalven met de 'Ogenzalve des Heiligen Geestes. Ontdekkend genadelicht ontsluit het zielsoog voor de ellende, voor het volkomen buiten God zijn gevallen in Adams Bondsbreuke, voor het moeden vrijwillig zichzelven hebben beroofd van alle geestelijke gaven.

Ontdekkend Geesteslicht laat zien, dat de zondaar zó arm is, dat hij mist de echte en rechte kennis van God en goddelijke zaken, de gerechtigheid, die alleen doet bestaan voor Het goddelijk gericht en de heiligheid, waardoor de gemeenschap met de driemaal Heilige God kan worden gesmaakt.

In de weg der ontdekking wordt de zondaar opgeleid tot waarachtige zelfkennis als onbekwaam tot enig geestelijk goed, dood door de misdaden en zonden.

Bekendgemaakt aan zijn jammerlijk zondaarsbestaan, wordt de zondaar zo dodelijk arm, dat hij moet belijden; ik bezit geen oort tegenover mijn grote schuld, talenten zwaar; ik heb niets te stellen tegenover de eis der goddelijke gerechtigheid; ik kan niets geven tot lossing mijner ziel uit het geweld van de rechtvaardig verdiende dood, de bezoldiging der zonde.

Gezien deze stukken, is de arme van geest een gans ontledigd, ellendig mens, die uit zuivere bevinding in de school des Heiligen Geestes heeft kennis gekregen aan zijn Godsgemis en zijn in zich zelf reddeloosverloren zijn.

St. M. (Z.)

J, DE BRES

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1947

De Banier | 8 Pagina's

OP WIE DE HEERE ZIET

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1947

De Banier | 8 Pagina's