De Indische Aangelegenheid
De politionele actie is in Indië dan begonnen. Deze kon niet achterwege blijven. De regering kon toch niet bij voortduring door onverhoedse overvallen der Republikeinen haar soldaten laten afmaken. Daar moest een einde aan gemaakt worden. Daar had al eerder een einde aan gemaakt dienen te worden, te meer, waar de regering van Soekarno de beschieting van onze militairen door de republikeinen niet wilde laten staken en op de laatste aanmaning onzer Regering daartoe dit zelfs botweg bleaf weigeren.
Het verheugt ons ten zeerste, dat het politionele optreden zulk een snel en vlot verloop heeft. Hoe verheugend is het, dat daarbij volgens onze legerberichten door de republikeinse troepen zo weinig tegenstand geboden wordt en dat er z^ weinig slachtoffers aan doden en gewonden bij te betreuren vallen. Dit moet voor de vrouwen en ouders en alle verv/anten onzer militairen wel een grote geruststelling zijn. Wij leven met hen mede in deze voor hen zo spannende dagen en wensen hen toe, dat zij hun toeverlaat tot de troon der genade mogen nemen en wekken bij deze allen op, die de Geest der genade en der gebeden ontvangen hebben, om hen met onze militairen in Indië en hier te lande in den gebede te gedenken.
Dat hier inderdaad van een politioneel optreden en niet van een koloniale oorlog sprake is, zoals d communisten om daaruit hun munt te slaan in hun opruiende taal zo gaarne voorstellen, blijkt wel helder en klaar uit de vorderingen, die ons leger in Indië in zo korte tijd maakt. De namen der plaatsen, waarin zij nu alreeds zijn aangekomen, bevestigen dat op een onwedersprekelijke wijze. Tot dusverre heeft de gevoerde actie niets met een koloniale oorlog gemeen.
Voorts strekt het tot grote blijdschap, dat de ontvangst, welke onze troepen bij hun komst en doortocht in de Indische steden en dorpen ten deel valt, van de kant van de Indische bevolking welwillend is. Er zijn tal van plaatsen, waarin zij van die zijde zelfs met gejuich zijn ontvangen. Zo meldt ons één onzer laatste legerberichten; De houding van de bevolking tegenover de Nederlandse troepen laat nauwelijks iets te wensen over. Men toont zich hier en daar weliswaar wat onzeker, doch elders, b.v, in Cheribon en in verschillende plaatsen in de Preanger en in Oost-Java werden de troepen met enthousiasme ontvangen. De bevolking uit de omstreken van het vliegveld Kalidjati liep toe om hulp te verlenen bij het noodzakelijke herstel. Hierdoor was het vliegveld spoedig weder voor gebruik geschikt. Opgemerkt kan worden, dat bij de bevolking allerwege begrip blijkt te bestaan omtrent de taak van de Nederlandse troepen. Van tegenstand van enig gewicht is, uit militair oogpunt bezien, nauwelijks sprake.
Hieruit hebben onderscheidene corr .'pondenten terecht de conclusie getrokken, dat de regering van Soekarno slechts op een klein deel der Indische bevolking steunt.
Bovendien heeft het politionele optreden nog dit grote nut, dat volgeus mededelingen van het Departement van Economische Zaken te Batavia de Nederlanders bij hun snelle ac' ties op Oost-en West-Java voor mil. lioenen aan goederenvoorraden hebben aangetroffen, welke voorraden naar de voorlopige schattingen de verwachtingen verre overtroffen.
Deze goederen, waaraan in heel de wereld zulk een schrijnend gebrek is, zullen, zodra de ondernemingen door de Nederlandse troepen veiÜtf zijn verklaard, onverwijld aan de rechtmatige eigenaars worden te-'•uggegeven en ter hunner beschik, king worden gesteld.
Een grote hoeveelheid scheepsruimte staat ter beschikking om deze goederen snel naar het buitenland Is vervoeren. Overal zijn zo nodig lichters beschikbaar. Er zal een centrale exportvereniging worden opgericht om onmiddellijk een begia te maken met de export van plantageproducten, welke het buitenJand nodig heeft.
Dat inderdaad de operaties een zeer gunstig verloop hebben blijkt mede uit een bericht, dat de Nederlandse censuur op persberichten uit Indonesië practisch is opgeheven.
Het allergrootste zou in deze wel zijn, indien de gebeurtenissen ir Indië daartoe mochten leiden, dat ons volk zich onder de bezoekingen des Heeren vernederde. Het zou reeds groot zijn, indien nog maar een uitwendige Nitievitische bekering onder ons volk plaats greep. Het is wel zeer smartelijk, te moeten constateren, dat daarvan tot op de dag van heden niets te bespeuren valt. Wij zien ook hier weer bevestigd, dat zonder de werking des Heiligen Geestes noch de zegeningen noch de ojr delen enig volk of enig mens tot de waarachtige bekering en boetedoe ning brengen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1947
De Banier | 8 Pagina's