Onze vijanden
Men zoekt zijn vijanden gemeenlijk op een te grote afstand. Men ziet de vijanden van buiten, maar die van binnen merkt men in het geheel niet op. En toch zijn deze vooral niet minder gevaarlijk. Zij zijn vele in getal en geducht in macht. Als daar zijn, innerlijke onoprechtheid en leugenachtigheid, gierigheid en eergierigheid, hoogmoed en ongeloof, eigenliefde en eigenbaat, wellustigheid en vele andere vleselijke begeerlijkheden, welke wij allen in ons binnenste omdragen. De kerkvader Augustinus heeft ten aanzien van die ons zulk een leerzame les achtergelaten. Een les, welke waard is, dat zij bij ons in gedachtenis wordt teruggeroepen; hetgeen dan ook de reden is, dat wij hier een passage uit een zijner werken afschrijven. Hij heeft dan in een zijner werken het navolgende geschreven:
, , Ik heb een leger van verraders in mijn birmenste, dewelke onder schijn van vrienden mijn vijanden zijn. En desniettemin zijn zij het met wie ik van de jeugd af aan geleefd heb, die ik ter wille geweest ben en dewelke ik geloofd heb. Het zijn de vrienden, die ik lief gehad heb. De meesters, die ik gehoorzaam gefweesi beiï. De heren, die ik gediend heb, de huisgenoten, met wie ik verkeerd heb, de raadslieden, op wie ik vertrouwd heb.
Zo het dan een grote dwaasheid is zijn vijanden meer dan zijn vrienden te geloven, laat ons voortaan voorzichtiger zijn en wijzer handelen; laat ons niet meer deze vijand geloven, dewelke zo zeer in ons is, dat wij het zelf zijn, maar laat ons God alle geloof geven, voor zeker en gewis houdende, dat al zijn raad getrouw is en dat al zijn geboden tot onzer welvaart en zaligheid strekken".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 31 juli 1947
De Banier | 8 Pagina's