Buitenlands Overzicht
De mens is van nature een afgodËs', De één op deze, de andere op gene wijze. Elk mens lis vol van afgotderij Onze tijd toont het klaar aan. Wat een afgodendienst vertonen onze dagen. Wat een afgoderij met de beschaving! Met de dusgenaamde cultuur! Hoe wordt zij als een soort van godheid vereert! De kerkvader Augustinus heeft terecht geschreven, dat afgoderij duur betaald wordt. Ook daarvan leveren onze dagen 't onbetwistbaar bewijs. Dat kan elk, die het maar zien wil, met eigen ogen aanschouwen. In de naaste omgeving. En evenzeer op het grote wereldrond. Ja, ook aldaar wordt afgodendienst, welke men met de beschaving, de zo geheten cultuur zo veelvuldig bedrijft, duur betaald. In naam der beschaving zijn de volkeren opgezwiept tot de oorlog. In naam der beschaving roept men ze thans op tot de vrede. En in beide gevallen slaat die afgod de mensen met de meest vreselijke ellende. Toen het oorlog was, waren de rampen niet te overzien en nu het dan vrede heet, is het al niet beter.
In Palestina bijvoorbeeld, wat heerst daar een bittere ellende. Een Joodse vereniging bedrijft er schrikkelijke terreurdaden. Zij werkt met bomaanslagen, moord en doodslag. De Britten van hun kant moeten zich daar wel tegen verweren. De Britse troepen zijn als tegenweer tegen de terreur in Palestina — onlangs zijn er aldaar 2 Engelse gevangen genomen sergeants, zoals wij in ons vorig overzicht reeds mededeelden, opgehangen — op grote schaal begonnen met de arrestaties van leiders vafl de Joodse Revisionistische Partij. Deze leiders waren bekende aanhangers van de Joodse terroristische partij, welke voor geen middel terugdeinst, al is het nog zo wreed en onwettig. Voorts werd er op hoog Engels gszag een Joodse jeugdvereniging, welke ongeveer 15.000 jongens en meisjes tussen de 10 en 20 jaar als leden telt en de geschikte elementen voor de extremistische, terroristische Joodse beweging levert, ontbonden. Bovendien werd door de Engelse autoriteiten aan alle Joden verboden om Palestina te verlaten, totdat de arrestaties beëindigd zijn. Dit heeft echter niet de Joodse terroristen belet, om in Jeruzalem een arbeidsbureau in de lucht Ie laten springen. Zij deden dit door stillekens een bom in één van de gangen van het gebouw te leggen. Daarna belden zij de bewaker op met de mededeling: „Verlaat het gebouw, het is ondermijnd". De bewaker ijlde direct na deze kennisgeving de straat op en riep de eerste de beste politie-auto, welke hij zag, , aan. De agenten spoedden zich naar het Arbeidsbureau en trachtten de bom te verwijderen, doch het was reeds te laat, de bom ontplofte met gevolg, dat drie politiemannen het met hun leven moesten bekopen.
Dat deze gruwelijke gewelddaden in Engeland de hevigste verontwaar-< iiéing gaande maken ds te verstaan, al is het niet goed te keuren, dat deze aldaar met daden van geweld tegen de Joden beantwoord worden. Het gaat nu hard tegen hard, wat immer te veroordelen is, In onderscheidene Engelse steden hebben anti-semietische demonstraties plaats gehad, welke nog steeds in omvang en getal toenemen. En daar is het niet bij gebleven. Ruiten werden bij de Joodse winkels ingeworpen. Joden worden er gemo lesteerd en zelfs zijn er pogingen tot brandstichting gedaan.
Dit is voorwaar niet het enige wat Engeland hevig beroert. Daar is nog al zoveel meer ellende. Het land wordt er door een zeer ernstige crisis bedreigt. Zelfs moet het er aldaar in sommige opzichten — zoals Churchill in zijn rede in het parlement opmerkte — al erger gesteld zijn dan tijdens de oorlog. Evenals in de oorlog moet het in de straten van Londen bij nacht al zeer duister zijn.
Dat de nood er inderdaad hoog geklommen is, valt uit de rede, welke de Engelse Premier dezer dagen in het Lagerhuis hield, gemakkelijk af te leiden. Deze rede, welke te voren was aangekondigd, werd met grote spanning in een stampvol Lagerhuis gehouden. Zij kondigde het nieuwe program ter bestrijding van de economische crisis aan. Daarin werd als een belangrijk punt medegedeeld, dat er weder in zekere mate een arbeidsdwang zal worden ingevoerd. Behalve de mijnwerkers, bouwvakarbeiders en landarbeiders, die nog steeds onder bepaalde voorwaarden en tijd tot arbeiden verplicht zijn, zullen nu ook andere categorieën van mensen tot de een of andere werkzaamheid door middel van de wet verplicht kunnen worden. Tijdens de oorlog bestond er die verplichte arbeidsdienst ook. Al kort na hel einde van de oorlog werd hij echter opgeheven en herkreeg ieder burger zijn volle vrijheid in die zin, dat niemand van Staatswege tot het verrichten van enige arbeid meer verplicht was, In de tbekomst wordt dat anders. Ook werd er van achter de Regeringstafel bij monde van Attlee gezegd, dat de invoer aanmerkelijk beperkt zou worden, In legenste)l!? ing met een maand geleden werd het invoerprogram deze keer in ernst door Regering onder handen genomen. Niet minder dan 144 millioen pond zal per jaar op de invoer van voedingsmiddelen uit de dusgenaamde harde valuta-landen bezuinigd worden. Bij deze aankondiging heeft de minister-president de hoop uitgesproken, dat deze bezuiniging niet tot een vermindering van de ratsoenen voor de levensmiddelen feal behoeiven te leiden, daar het in de bedoeling der Regering ligt om het ontbrekende uit andere landen, namelijk uit de zachte valuta-landen aan te voeren. Bovendien zal er nog op de invoer van andere artikelen, bijvoorbeeld op de invoer van hout en ongespecjifioeerde goederen bezuinigd worden. Daarenboven zal de productie verhoogd worden onder meer de kolenproductie met 10 procent. Dit staat nu wel alles op het papier en is langs het Parlement het Engelse volk met klem van woorden aangezegd, maar daarmede is het program bij lange na nog niet uitgevoerd. Mogelijk dat de inkrimping van de militaire macht, welke men in een veel sterkere mate verwacht had, zal uitgevoerd worden, maar achter al de aangekondigde regeringsmaatregelen kan en mag wel een groot vraagteken gezet worden, ofschoon de nood die zeer groot is, de Regering er uiteindelijk wel eens zou toe kunnen dwingen. Want zoals het er thans in Groot-Brittannië naar toe gaat, zo kan het wis en zeker op de duur er niet naar toe blijven gaan, Men leeft er op kosten van de grote Amerikaanse lenir^g, welke intussen a, i heel aardig aan het slinken is, daar zij al voor een heel groot deel is opgeteerd.
In de Veiligheidsraad van de organisatie der Verenigde Naties is de Griekse kwestie, welke ons een beeld gaf van de verwarring, vernieling en ellende, die aan de Grieks-Albanese grens wordt aangetroffen, ook aan de orde gekomen. De Australische gedelegeerde stelde daarbij voor om „de Indische formule" ook toe te passen op het Balkan-probleem.
Nauwelijks had de Russische afgevaardigde Gromyko dit echter gehoord, of hij sprong op de ketting. Hij verklaarde het Australische voorstel onverwijld voor onaanvaardbaar, (Hoe wordt er toch in die Veiligheidsraad met twee maten gemeten!) Doch daar liet Gromyko het nog niet bij. Hij poogde vervolgens de Griekse gedelegeeride het spreken onmogelijk te maken. Dit nam zelfs zulke vormen aan, dat de voorzitter de Rus tot de orde moest roepen. De Griekse afgevaardigde, Dendramis geheten, kon daarna het zijne zeggen. Hij hield een rede, welke Gromyko hoogst onaangenaam in de oren geklonken moet hebben, Sovjet-Rusland werd in die rede ten laste gelegd, dat het tol de oorlog ophitst. Wilde het de vrede op de Balkan, dan behoefde het maar één woord te spreken. Doch dit wil het niet. Het beoogt met behulp van zijn vazalstaten Joegoslavië, Bulgarije, en Albanië ook Griekenland tot een Russische vazalstaai te maken. Het Russische veto tegen een permanente grenscommissie toont duidelijk, wat de oogmerken van Moskou zijn. Deze vallen niet te ontkennen. De waarheid kan ten slotte door geen veto om de hals worden gebracht. En de waarheid is, dat er door de drie genoemde Sovjel-satelieten agress'e tegen Griekenland gepleegd is. De vrede in de Balkan wordt niet bedreigd, hij is reeds verbroken. Deze vredebreuk brengt de vrede in heel de wereld in gevaar - alzo besloot de Griekse afgevaardigde zijn rede. De Raad besloot een sub-commissie in te stellen, bestaande uit afgevaardigden van Groot-Brittannië. Frankrijk. Amerika, Rusland, Polen, Columbia en Australië met het doeJ, dat deze commissie spoedig een rapport betreffende een compromis-oplossing zal uitbrengen.
Als slot van dit overzicht vermelden wij, dat te Washington een overeenkomst getekend is, waarbij de wereldbank aan Nederland een crediet verleent ten bedrage van 195, 000.030 dollar.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 augustus 1947
De Banier | 8 Pagina's