Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Beginselen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beginselen

15 minuten leestijd Arcering uitzetten

der Staatkundig Gereformeerde Partij

AVIL De geschiedenis der S.G.P.

Voor Studie en Leidraad

Na omstreeks twee jaren aan het bewind te zijn geweest, was de positie van het kabinet dr Colijn-mr Goseüng op het einde van Juli 1939 uiterst hachelijk geworden, daartoe hadden behalve de in onze twee vo-"ge artikelen vermelde feiten, d verkiezingen voor de Provinciale Staten, welke even te voren gehouden waren, stellig ook het hunne toe bijgedragen. Deze waren voor de Anti-revolutionnairen in vergelijking ^^^ ^^ Kamerverkiezingen van 1937 ^jongunstig verlopen.

Daarvoor was ook alle reden. De opleving, welke de daling van de gulden gebracht had, behoorde toen airede tot het verleden. De krans welke die daling om het hoofd va dr Colijn gevlochten had, was al =^^^^==^^^==s=^^= niet meer zo als in 1937 als de redder van het Vaderland, Bovendien stond in 1939 zijn naam niet, zo als in e 1937, als nummer één op de lijsten van de Anti-revolutionnairen.

Daarentegen was de uitslag der Statenverkiezingen in 1939 voor de S.G.P. bepaald gunstig. Hij leverde het bewijs, dat er ten aanzien van haar in 1937 slechts een tijdelijke inzinking had plaats gevonden; een inzinking, welke, als men de voor haar in 1937 uiterst ongunstige omstandigheden in aanmerking neemt, nog van geringe omvang was. Dit n wilde men echter in sommige krin gen, welke de jubel over de uitslag van de Kamcrverkiezinen hoog op. Men hoopte sa voorspelde daaiun, dat de achteruitgang in het stemmenaantal bij de Kamerverkiezingen in 1937 gevolgd zou worden door een blijvende, steeds toenemende achteruitgang.

De uitslag van de Staten-verkiezing van 1939 sloeg reeds die verv^achting totaal de bodem in. De Statenverkiezingen van dat jaar werden een beslist succes voor de S.G.? . Het aantal stemmen, dat op haar lijsten in de onderscheidene provincies, waarin een lijst was ingediend — want ndet in alle provincies was een lijst ingediend — bewoog zich weder aanmerkelijk in klimmende lijn. Dat was wel een bittere teleur • stelling voor haar tegenstanders, die het zo gans anders voorspeld en gewenst hadden. Dat was - chter een oorzaak van grote blijdschap voor al degenen, die de S.G.P, een goed hart toedragen. Dat versterkte hun moed en verlevendigde hun krachten en deed hen voor de toekomst het beste hopen.

Die gunstige uitslag van de Statenverkiezingen had tengevolge, dat, in alfabethische volgorde vermeld de navolgende personen tot Statenleden verkozen werden: in Gelderland H Haanschoten te Arnhem; in Zuid-Holland A, J. Kersten te Rotterdam, H. van Rossum te Melissant, Ds. P. Zandt te Delft; in Zeeland C. Boender, Tholen; J. J, van Klinken te Nieuwerkerk, D. Kodde te Zoutelande, A. S, Wisse te Wiaarde; in Utrecht W. van de Vate te Rhenen; in Overijssel P, van der Meulen te Genemuiden.

De uitslag der Gemeenteraads-verkiezingen, welke ook in 1939 gehouden werden, stond in hetzelfde teken. Ook deze, al kunnen wij daarover bij gebrek aan gegevens niet in bijzonderheden treden, waren in hun verloop voor de S.G.P, gunstig,

A] deze dingen, zowel de houding van de R.K. pers alsmede de voortdurende strubbelingen en wrijvingen in het kabinet zelf, die het aftreden van mr De Wilde als minister van financiën in Mei 1939 tengevolge hadden gehad alsook de Osse kwestie en de uitslag van de verkiezingen voor de Provinciale Staten waren mede oorzaak, dat de positie van het kabinet dr Colijn-mr Goseling op het einde van Juni 1939 onhoudbaar g? worden was.

De tweespalt, welke er in dit kabinet bestond, duurde voort, ja, was zelfs tot zulk een hoogte gestegen, dat 'n openlijke breuk niet meer te vermijden was. Met al zijn staatsmanskunst was het de formateur dr Colijn niet — zoals hij gehoopt had — gelukt de tegenstellingen in diens kabinet te overbruggen. Zelfs hiJ had de touwtjes niet aan elkander kunnen knopen, Aan het ministeriële drama, want daarop ging het geheel en al gelijken, kwam ten slotte een einde.

Al vóór de maand Juli in 't land was gekomen, op 29 Juni 1939 had het kabinet dr Colijn-mr Goseling vanv/ege onoverkomelijke onenigheden zijn ontslag bij Hare Majesteit, de Koningin moeten indienen.

Op de eerste Juli gaf het afgetreden ministerie een communiqué uit, dat door de Regeringspersdienst in de dagbladen werd gepubliceerd, In dat communiqué werd verklaard, dat er in het kabinet een meerderheid en een minderheid bestonden, die het ten aanzien van de financiën en de wijze, waarop de werkeloosheid dier dagen bestreden moest worden, niet eens hadden kunnen worden en dat het kabinet deswege besloten had om af te treden.

De geschilpunten, welke in het kabinet reeds gedurende geruime tijd bestonden, waren hoofdzakelijk van financiële aard. Wij zullen daar in it artikel niet nader op ingaan, dewijl zij uit vorige artikelen onze lezers bekend kunnen zijn.

Deze geschilpunten hadden echter een diepere grond. De r.k. wilden van de coalitie met de A.R. en de C.H. af. Zij zagen meer voordeel in een andere coalitie. De oude coalitie zinde hun niet meer. Dit was overduidelijk op te maken uit de houding van de r.k. pers en de r.k, geschriften, o.a, uit het geschrift van dr Cornelissen, waaruit wij in het nummer van , , De Banier" van 6 Augustus j.I. enige aanhalingen hebban geciteerd.

De coalitie met de A.R, en de C, H, iiad Rome haar diensten bewezen. De moor had zijn dienst gedaan en kon gaan, Rome zocht andere knechlsn op, die het op hun beurt nu voordeliger en beter konden dienen.

Inderdaad, de coalitie der r, k, met de A, R, en C.H. had Rome geweldige diensten bewezen, Zij was een monsterverbond, dat verbond tussen Dordt en Rome. Dr, Kuyper heeft wel geschreven, dat de Reformatie en Rome in stam en wortel één zijn en slechts in de takken verschillen. Een bewering, waartegen Prof, Lindeboom uit Kampen in het blad , , De Roeper" destijds met alle kracht is opgekomen en waarvan WJ met kracht van redenen de ongegrondheid en onjuistheid heeft aangetoond. Inderdaad, dr. Kuyper's bewering is door en door onwaar. Zulk een bewering had Calvijn. eens moeten kunnen horen! Wat zou hij er van gezegd hebben? Daarover behoeft men niet te raden of te gissen, want in Dr Kuyper's bewering werd heel de gezegende reformatie aangetast en feitelijk veroordeeld.

Van Rome's kant is door ter zake kundige of officiële personen noo't iets gezegd, dat ook maar zweemde naar hetgeen dr Kuyper schreef. Van die kant is men met zijn banvloeken de Reformatie als een vermaledijde ketterij tot op de dag van heden blijven vervloeken. In zijn kamp ziet men het grondeloze verschil tussen de Reformatie en Rome in. Dr Cornelissen, de geleerde bibliothecaris van de r-k, Nijmeegse universiteit gaf daarvan een doorslaand bewijs in zijn boekje over de , , Beginselen der Nedeilandse politieke partüen", als hij daarin op blz, 69 concludeerde:

„Zo blijkt er tussen het katholieke standpunt omtrent de wijze, waarop het christendom staatsbasis moet zijn, en de Protestanlsche opvatting een diepgaande kloof te liggen, omdat beider visies op de souvereiniteit Gods zo ver uit elkander liggen".

Dr Kuyper's bewering was wel bij uitstek geschikt om onwetende en weinig nadenkende Protestanten voor de coalitie met Rome in te winnen. Als zodanig heeft zij haar diensten wel gedaan. Zij heeft toch duizenden Protestanten, waaronder er zelfs zeer velen zijn, die er prat en trots op gaan, dat zij , , Gereformeerd" zijn, misleid. Zij heeft die niet alleen rijp gemaakt voor de coalitie, maar er zelfs toe bij gedragen dat hun het pad naar Rome's kerk gewezen en gebaand is geworden. Een kerk, waarvan de Gereformeerden in hun belijdenisschriften met eenparig oordeel getuigd hebben, dat zij anti—christelijk en een rijk der duiisternis is.

Nochtans hebben niet alle Gerefor­ meerden zich door het zoete misleidende gefluit van de hoogst bekwame vogelaar laten vangen. Gelukkig niet. Neen, daar was nog altijd een volk in Nederland, dat het onwaarachtige van dr. Kuyper's bewering doorzag en dat ziich naar het officieel kerkelijk getuigenis der Gereformeerde voorvaderen wilde gedragen. Dat volksdeel betoonde zich terecht wars van de coalitie met Rome, Het moest daar öm principiële redenen niets van hebben. Zo stond het ook met de S, G, P, Dientengevolge zijn de afgevaardigden der S.G.P, in de Tweede Kamer van stonde af aan daartegen scherp en beslist opgetreden. Daarvan geven hun redevoeringen, welke zij in die Kamer hielden, een afdoend bewijs. Jaren voordat die coalitie in 1939 als een zeepbel uiteenspatte, hebben die afgevaardiigden voorspeld, dat Rome, als de coalitie het ziJn diensten bewezen had, de A.R. en de C.H. als afgedankte soldeniers naar huis zou zenden. En zo is het ook inderdaad er naar toe gegaan. Zonder enige vorm van proces zijn de A.R. en de C.H. door Rome is 1939 naakt aan de dijk gezet. Daar staan zij dan, eenzaam en verlaten, afgewezen en terzijde geschoven als voormalige knechten, welke de baas Rome niet meer in zijn dienst wilde hebben. Daar hadden zij niet zo deerniswaardig en jammerlijk behoeven te staan, als zij naar de voortdurende voorspellingen en waarschuwingen van de S, G.P.ers hadden willen luisteren, dan hadden zij op een eerlijke en prijzenswaardige wijze met Rome gebroken en dan was het hun niet beschoren geworden, dat zij door Rome als nutteloze mensen wier diensten men niet langer kan gebruiken, waren weggejaagd, want zij zijn letterlijk door Rome weggejaagd. Dan hidden zij ook al jaren hun Protestantse plicht tegenover hun land waargenomen, waarin zij gedurende de coalitie-regeringen, o, zo jammerlijk tekort geschoten zijn. De coalitie toch heeft Rome in ons land geweldig sterk gemaakt. Door haar toedoen is het ontzaggelijk in macht en aanzien toegenomen. Door haar bemiddeling werd Rome de stralenkrans van een christelijke instantie te zijn, vlak en regelrecht tegen de waarheid en het getuigenis der Gereformeerde voorvaderen in, om het hoofd gevlochten. Daardoor vond de propaganda van Rome bij zo velen geredelijk en gemakkelijk een gunstige ingang. Door het langdurig bestaan en werk der coalitie zijn er millioenen en nog eens niillioenen uit de kassen van Rijk, provinciën en gemeenten naar Rome s kloosters, scholen en nog al zo vele andere inrichtingen gevloeid en zijn zo vele gewichtige posten, als die van Commissaris der Koningin, ministers, hooggeplaatste ambtenaren, rechters, burgemeesters en van nog al zo vele andere alsook talloze lagere betrekkingen in de handen van Rome's aanhangers gevallen. Om kort te gaan, in één woord gezegd: Rome is troef geworden in ons oude Geuzenland. Zelfs aanhangers en voorstanders der voormajfige coalitie spreken het thans openliJk tegen u uit, dat Rome in ons land tot een geweldige macht is geworden. Ook dr Colijn zou dat bij de formatie van zijn vijfde kabinet al direct ondervinden. Hij zou klein gemaakt worden door hen, wie hij jaren aaneen had helpen groot maken.

Dr CoUJn werd dan na het aftreden van zijn vierde kabinet in Juli 1939 door H.M. de Koningin opgedragen een nieuw ministerie te vormen. Wat al sterke tegenstand ondervond hij daarbij al aanstonds niet van zija r.k. oude coalitie-genoten! Hoe bit. ter ging men lin de r.k. pers tegen hem en zijn pogingen om zijn vijfde kabinet samen te stellen, te keer, Zelfs de persoon van Hare Majesteit de Koningin, die aan dr. Colijn de opdracht der kabinetsformatie verleend had, werd daarin betrokken en zelfs scherp aangevallen. Hoe kwam dat? Wel, de Koningin haï eerst, nadat het kabinet dr Colijn. mr Goseling was afgetreden, de opdracht om een nieuw ministerie te formeren, in de handen van de r.k, heer mr Kooien, de voormalige voorzitter der Tweede Kamer, gegeven, Hij kon echter die opdracht niet volvoeren en gaf ze derhalve aan Hare Majesteit terug. Deze had daarop volkomen in overeenstemming met de Grondwet en de andere wettea des lands dr Colijn bij haar ontboden en hem de oplossing van de kab'netscrisis opgedragen. Welk een geducht onweer brak daarover boven het hoofd van Hare Majesteit in toonaangevende r.k. bladen los! Welk een smadelijke kritiek kreeg zij daarover te horen! Het Huis van Oranje werd als 't w^re daarin andermaal de oorlog aangezegd. De Kroon werd daarin tot miikpunt van schimpscheuten en laaghartige kritiek gemaakt.

De r.k. Maasbode schreef, schrijvend over een Koninklijk kabinet:

, , Politiek echter, kan zulk een Koninklijk kabinet ook koninklijk worden weggestemd".

En voorts schreef het even te v^ren genoemde blad krenkend voor alle Protestanten en inzonderheid voor de oude bondgenoten, de Anti-revolutionnairen:

, , Het nijdige disteltje, waarmede men Protestantse ijdelheid tot papenhaat prikkelen kan. Er is namelijk een soort van Protestantse ijdelheid, die ook bij de Anti-revolutionnaarea wordt verkondigd".

Het bontst van alle r, k, bladen maakte het in die dagen wel het r.k. blad , , Ons Noorden", dat driestweg adviseerde om de strijd tegen de Kroon aan te binden. Het schreef in zijn kolommen letterlijk het navolgende:

, , Dat hierbij ook stelling zal moeten worden genomen tegen de Kroon, is inderdaad een betreurenswaardig verschijnsel, maar nu dr Co' lijn zich van deze invloed heeft bediend om zich te keren tegen de grondwettelijke rechten van ons volk, zal men deze strijd niet uil de weg mogen gaan".

Wat hielden deze woorden anders in dan niet alleen een onomwonden oorlogsverklaring aan de Kroon, maar ook nog bovendien een alleszins hatelijke belediging van Hare Majesteit de Koningin, waar zij werd voorgesteld zo onder de invloed, juister gezegd, zo onder de knechschap van dr Colijn te staan, dat zij er zich mede schuldig aan had gemaakt, dat de grondwettelijke red" ten van ons volk geschonden waren geworden.

In die genoemde bladen trad men wel al zeer tartend en uitdagend, gepaard gaand met beslist uitgesproken, grove beledigingen aan het adres van Hare Majesteit, de Koningin op. Men was er blijkbaar in vergeten, dat wij tachtig jaren lang tegen het wrede geweld van Rome's vreselijke inquisitie hadden gestreden om daarvan bevrijd te worden. In die kringen flikkerde nog iets op van die haat, welke men van Rome s zijde tegen het Huis van Oranje had betoond, ten dage, dat één zijner huurlingen de Vader des Vaderlands Prins Willem van Oranje zo laahartig had vermoord.

In r.k, kringen gevoelde men , zich heer en meester en begon men de baas zo zeer te spelen, dat het r.k. Geseling bedoeld werden) terug zullen keren om hun werk voort te zetten. Ook in de r, k. Maasbode ging 0ien van dat idee uit, zij het dan in voorzichtiger vorm.

Bovendien kon het r, k. blad , , Ons j^oorden" het niet nalaten om dr Cclijn en zijn anti-revolutionnaiire medeslanders nog eens extra de les te lezen. Het schreef in zijn nummer van 25 Juli te dien aanzien met de volgende woorden: We zijn nu meteen eindelijk verlost van de ban van de zogenaamde rechtse kabinetten onder leiding van de liberale economist dr Colijn, waarvan het etiket wel christelijk was, maar waarin een werkelijk christelijke politiek, die, zoals ook het Evangelie zulks doet, de partij moet kiezen * j ' 11 • i ; ii iiiei van de armen en zwakken en met 1 , . .1 - i. 1 • - ^ ^ van het groot-kapitaai, weinig kans jaar opnieuw zo duidelijk hebben maakte, zoals we in de laatste twee geleerd.

Daarmede is de weg nu straks geopend voor de vorming van een kabinet, dat breekt met de grondslagen, welke tot nu toe al te veel als een dogma werden aanvaard en dat naar wij vast vertrouwen, waarborgen zal bieden voor een gematigd en verantwoordelijk sociaal beleid.

Dat we op de weg daarheen dit intermezzo-kabinet nog even moeten doormaken bij de vele teleurstellingen van de laatste tijd, is het ergste nog niet”.

Deze en dergelijke kritiek op dr Colün, welke volstrekt niet van alle waarheid en grond ontbloot waren, hoewel wij de hatelijke wijze en de cnheuse toon, waarin zij uitgebraelil werden, scherp afkeuren, voorspelde hem bij het formeren van zijn kabinet en ook nadien weinig goeds. Zij wees er overduidelijk op, dat men in het r.k. kamp dr Colijn, met welke formatiie van ministers dan ook, on-waarmede mr. de Geer in September voor de Tweede Kamer vsrscheen, dan zou het de grote vraag weest zijn of men dat van Rome's kant verdragen zou hebben. Dr Colijn zelf had verklaard, althans duidelijk laten doorschemeren, dat hij bereid was met socialisten in één en hetzelfde ministerie samen te zlitten. Op zichzelf was dat niets büzonders, De ani-revolutionnairen toch hadden voorheen reeds in zo menig stedejjjj^ bestuur met de socialisten in één en hetzelfde college van B. en W, samengewerkt. Zo ver is het echter niet gekomen, dat dr Colijn een ministerie gevormd heeft, waarin de Sociaal Democratische Arbeiders Partij ook vertegenwoordigd was. Men kan gerust aannemen, dat de socia-. j.. • . , „ - IJ T, „ui, ^ r»^„i, JU „„„„ %, . „. , ^_ ., , i 11 „„ n^^i, JU sten dit met gewild nebben, Uoch dit , r, . , j /-v ^ i .^ n-Cobj» mo^st de mimsters voor .x, x, ^«^^^ ""^^^ ^^° ^'' C°^^'° ^^'^^en. Dr ^^'^f« ^^^^'^^t m een andere hoek ^°^f, ^"' ^, ^^ i)^-A • .^f''""'^^'' «^^"-•^^its heett hi] de ministers, on danks de telle kritiek in de r K. pe^"s, waarbij een hoogst onbillijke en ongehoord brutale knSiek onze Koningm met bespaard bleet, m korte tud gevonden. Reeds met ingang van 25 Juli 1939 tr^ het vijfde kabinet dr Colijn op. Enkele ministers van diens vierde kabinet hadden daarin zitting. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat de vier r.k. ministers van dr Colijns vierde kabinet onder hen niet behoorden, Zo ging dan ook minister Goselinf heen, die direct na de Kameruitspraak in de Osse kwestie had behoren heen te gaan. Het vijfde kabr nel, dat benevens de A.R. minister Van Dijk uit Christelijk-Historische liberale en politiek-kleurloze ministers bestond, allen zonder onderscheid hoogst bekwame, voor hun taak volkomen berekende personen, verklaring aflegde.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1947

De Banier | 8 Pagina's

De Beginselen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1947

De Banier | 8 Pagina's