INGEZONDEN.
In mijn vorig ingezonden stuk heb ik geschreven, dat het moeiilijk voor ni'j was om in de A.R. partij te blijven, als ze zich niet veranderde, niet verbeterde. En ja, dat zal niet gaan. Men is zo maar niet van een hoog voetstuk af, 'Wat is het geval? De heer Schouten hield in de Kamer een prachtige rede, die klonk als een klok. Maar een liberaal had haar ook kunnen houden. Gods Naam werd. niet genoemd. Dat valt wel zeer te betreuren. Want op het onderhouden van Gods geboden komt het toch bovenal aan. Deze moeten in alles tot regel en richtsnoer zün. Is dit niet het geval, dan geldt het woor'd: Zij hebben Mij verworpen, wal wijsheid zouden zij hebben? Ik ben niet de enige, die zich nliet meer in de A.R, partij thuis gevoelt. Ook onder de vrij-gemaakten komen er al meer en meer die het eveneens zo gaat.
'k Heb voor de oorlog in de Raad voorspeld, dat de A.R. en ook C.H. hun tijd hebben gehad. Zij kunnen nog wel wat sputteren, maar 't geeft hen niets, We staan aan de vooravond van grote gebeurtenissen. De tijd is zo donker. Doch welgelukzal'g die op God vertrouwen mogen, die zullen niet beschaamd uitkomen. Eertijds werd tegen mij gezegd, je bent altijd een sociaal-gevoelend man geweest. Daarom behoor je niet in de S.G.P. thuis. Nu ben ik wel niet nauwkeurig met de S.G.P. en haar geschiedenis op de hoogte, maar dil weet ik, dat mensen, die de oude waarheid van harte lief hebben, God en hun naaste naar de nieuwe mens ook begeren lief te hebben. En wat de S.G.P. betreft, daarin is gedurig, hoewel het anders voorgesteld wordt met warmte voor de noden van de kleine man en arbeider opgekomen. En lik verwacht, dat dit in de toekomst ook gedaan zal worden. Stellig er zijn in de S.G.P. ook mensen, die met zonde en gebrek behept zijn, zoals dat in alle partijen het geval is. Mogelijk zelfs wel mensefi, die zichzelf zoeken en alleen zichzelf op het oog hebben. Doch in welke partij zijn die niet? Dit geeft ook niet de doorslag. Hel komt op het beginsel aan. Er dient naar Gods Woord on Wet geregeerd te worden. Daarop komt het aan. Wij kunnen dit in onze eigen landshistorie zo duidelijk zien, dat Nederland eenmaal door God geplaatst werd aan de spits der volken. Dat was Gods goedheid en genade. Hem alleen de eer. Maar toen werd er naar Gods wel geregeerd en toen was er een kern, mannen en vrouwen, hoog en laag, die God de Heere vreesde, en het met em waagde, en geen menselijke stelling en vwjsheid huldigden.
Ik heb maar bedankt voor de A.R. artij. Nochtans hoop ik ons vaderland, dat ik lief heb, ten nutte te mogen zijn. Moge de Heere ons land en et Vorstenhuis van Oranje in deze o donkere en zware tijden, genadig ziJn en moge Hij daarin nog ter woing willen hebben. Och, daf Hü ook n onze harten, al zijn wij dan klein in getal, moge werken, dat wij met rins Willem van Oranie, den Vader es Vaderlands, mogen belüden; Mijn schild en de betrouwen, Züt Gij, o God, mijn Heer', Op U zo wil ik bouen, Verlaat mij nimmermeer. Dat k toch vroom mag blijven, IJw dieaar 't allen stond.
Uw dw. dn. L. BOERSMA, gew, gemeenteraadslid.
L. BOERSMA,
Onderschrift.
ot onze spiJt moest dit „Ingezonden tuk" enige keren blijven overstaan. ebrek aan plaatsruimte belette ons et eerder te plaatsen, dewijl artikelen en Partij-nieuws, waar wat meer aast bij was, moesten voorgaan. Hel varheugt ons het Dhans te kimnen
plaatsen.
De Redactie.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 augustus 1947
De Banier | 8 Pagina's