Een ernstig woord in een ernstvolle tijd
Daarom o Koning! Laat mijn raad U behagen, en breek uwe zonden af door gerechtigheid, en uwe ongerechtigheden door genade te bewijzen aan de ellendigen, of er verlenging van uw vrede mocht wezen. Daniël 4:27
De tijden waarin wij leven zijn zeer donker. Kennelijk is Gods twistende hand over de aarde, doch ook over ons volk uitgestrekt. BÜ alles wat in onze dagen aangegrepen wordt, om toch maar uit het diepe moeras, waarin wij door de zonde en v^rmeniövuldiginé der ongerechtigheden trezonken zijufte geraken, is zo duidSik merkbaar, dat de Heere Zich veïergt en Zijk heilig ongenoegen IIJ £.. .1 L ...nien L zwoetoont over al dat snoeven en zwoe gen buiten en zonder God,
In plaats van een afbreken der ongerechtigheid m, et schuldbalijdems voor God, is , er , een , . vermenigvuldi-, , , „ gen der zonden als schier nooit tevoren. Laat ons eten en drinken en vrolijk zun, want morgen sterven wi], is de leuze des volks. En men W coopt en drinkt en danst zichzelf naar de eeuwige rampzaligheid
En terwijl de zonden en ongerechtigheden vlag, toenemen ook zelfs temidden onder CWeljke van zoveel ellende en smart die er geleden wordt, roemen de goedertierenheden God. „og «se„ l, .t „eherdiende oordeel.
•.^ TT l i l I - 11 De Heere betoon nog te willen waarschuwen. O, dat die stem des Zijn stem ons horen m zegenmgen en m oordelen. Hoe moes dan ook het woord van onze tekst met worden opgemerkt als een woord voor Vorstenhuis en ondsrdaan, voor^ land en volk, kerk ^_en slaat. Zulk een stem van ernstige vermaning is nog een grote weldaad. Zeer groot mag het genoemd worden, als temidden van een volk dat, ondanks alle roepstemmen doorgaat in verharding en vermenigvuldiging der zonden en ongerechtigheden, de Heere nog niet aflaat te waarschuwen voor het naderend verderf. Zeer groot als de Heere nogDanië's in het midden van dezulken doet verkeren.
Om der zonden wil. had God de vijanden toegelaten Israël gevankelijk weg te voeren en verkeerden zij in Babel in ballingschap. En nu, terwijl zij het zwaar verzondigd en alle ellende zich hadden waardig gemaakt, mochten ze nog dienstbaar zijn als een middel in Gods hand. Zelfs moesten zij zuchten in diepe smart en toch nuttig zijn tot heil van een van God vervreemd volk. Dat volk van God is dan ook een zegen, Wiat een grote weldaad als degenen, die de Heere vrezen, onder ons nog mogen wonen, Het] izijn de kurken voor land en volk. Dat volk kan zelf soms in het donker verkeren en in smartelijke wegen, en toch door de Heere nog gebruiikt worden tot een rijke zegen voor anderen. Zichzelf vragen zij menigmaal af, waarom en waartoe leef ik nog, ik kan hel toch niet anders dan maar bederven en besla onnuttiglijk de aarde, terwijl als ze er later eens achter gebracht worden, uitroepen m verwondermg: Heilig ^»'" f^ God, Uw wegen Niemand «preekt Uw hoogheid tegen, Wie, wie is een God als Gij, Groot van macht en heerschappijl Ps. 77 ; 8
Grote betekenis toch heeft dat volk. ^^^ Zie maar, wanneer er 10 rechtvaar-^jgg^ j..^-__ i^ ._ Sodom c_j waren geweest, ^ .. dan j-„ ^^^ ^.^ goddeloze stad nog vo^r de e ondergang . - bewaard - geworden.
Qch, bij de wereld is dat volk niet ^^^^^^ ^^^^ veracht, maar bü God uitverkoren en dierbaar.
Q^^ J)^^„J_ ^J ^^^ ^^ ^^^^^ ^^^ ^^^ ^„jj^ ^^^ ^^ j^j^^ bij j ^ ^^.^u ^^^ ^ij veracht en zoch-^^^ ^^ vijanden telkens zijn ondergang. grotelijks'"beweldadigdr En toch Daniël, wat was zelf^ërloo" hij een chenend ' s man. beweldadiéd, Hoe hoog ook zelfverloo-geklomr •• ^„^ p± •• ri„j _!„f „_ _: : _ Z ^ ' ' S : C t T S £ t T L Z ^ l maar in nnimnoA ar, r.Ti, 1or.L-„ aUa maar m ooimoed en ondanlcs alle versmading zijner belagers, zoekt hij „og het welzün zelfs van degenen, j^oom verne.emt en hoor maar wat hij dan zegt, alsook in onze tekst. - ^ Verband van de tekst wijst naar de ti^y j^^ Nebukadnezar gerust zijnde ^^ ^-^ j^uis en in zijn paleis was groenende, dat hij droomde die veel •betekenende droom, beschreven in ons hoofdstuk. Altijd had Nebukad-^^^^^ ^^^^ ^^^.j^^ gevoerd. Vele vol. ken onderworpen. Gestreden met Ninevé, Mesopotanië, Egypte en Palestina en al die volken overwonnen gn ^^en onder gebracht. Al groter was ziJn macht geworden, maar ook zijn hoogmoed. Hoe duidelijk zien wij echter in dat leven van die machtige heerser, dat grootheid en alle wereldse heerlijkheid de ziel geen vredg noch ware gemoedsrust schenkt, ^^^^^ ^Q^^JJ ^^ j^j^ ^^^ ^^^ ^ijn oorlo-^^^^ ^^^dt hij door dromen verschrikt. God waarschuwde hem daarin alsnog zichzelf niet te verheff^^^^ ^^^^ Hem alleen de eer te ge-^^„^ Q.^ J^^^ ^^^ ^^^ ^^^^ des he-^^j^ ^^^^ inwoners der aarde, naar ^'^ Goddelijke wil en als de Allerhoogste heerschappij heeft over de koninkrijken der menschen en geeft - ^ ^j. HÜ _ wil
Maar als een despoot had h« f" heerst. Als een onmedogenloos tyf^n had hij de ellendigen verdrukt anplaats van verlost en misbruik ma-kende van zi, n verkregen macht, vc-^^^ '" ^'^^[f dientsbaarheid te onfer gebracht, zo, /at hun geroep kwam m de oren des Heeren Zebaoth. ^/n Gods Ja bijzonder volk. Al stond was dat hij volk schuldig oa , ^^r ^.an Gods ^« (toelating volk. Al des _was> t Heeren volk door ^oahem overwonnen en in de boeien ge-kn=U, de Heere was , ee„ ledij aanschouwer en zeer duur zou het aan , n .-i „^j .. UJ. u ^ i ^ ^^^ volk gepleegde onrecht hem komen te staan. Toch wil de Heere nog "'^ ".^'7 «""^^ g^m.--.. - "-" "-^ ^^^.f/'^^V? l? P^r^^}'l^\'^''è \^-J.^/tigd, opdat hij met geheel vernaetigd werd.
L. Ds. R.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1947
De Banier | 8 Pagina's