DE VACCINATIE
maakt steeds meer slachtoffers
Weer een hoogst ernstig geval
De vaccinatie-aanbidders willen van de vaccinatie maar niet af. Zij aanbidden haar afgodisch. En dit ondanks de vele slachtoffers, die zü maakt. Wanneer zullen hier de ogen toch eens opengaan? Nog maar heel kort geleden maakten wij in , , De Banier" melding van een diep aangrijpend, hoogst tragisch sterfgeval in het Noorden des lands van een twaalfjanige jongen, die ten gevolge van de inenting aan hersenvliesontsteking overleed en nu al reeds weder bereikt ons een bericht van een niet minder jammerlijk en droevig sterfgeval, dat eveneens uit oorzaak van de vaccinatie heeft plaats gegrepen.
Men schrijft ons uit het Oosten des lands — wij zeggen de schrijver voor zijn bnief hartelijk dank — het navolgende:
„Een jongen van twintig jaar, die in dienst was en te Utrecht in garnizoen lag, om dan vandaar naar Indië te vertrekken, is helaas aan de inenting overleden. Waar hij Vrijdags met verlof kwam, want de inenting was Donderdags tevoren geschied, kon hij büna niet meer lopen en kwam, zoals een dronken man loopt, thuis, waar hij de volgende dag naar een ziekenhuis in een naburige stad is vervoerd geworden. En waar de dokter constateerde, dat het een gevolg was van de inenting — de jongen is totaal van onderen verlamd — 'is na 17 'dagen in het ziekenhuis te zijn geweest, onder de hevigste pijnen bezweken".
Tot zover de brief, welke ons van een bloedverwant van de overledene werd toegezonden. Deze verwant, die bij de begrafenis tegenwoordig is geweest, gaf ons verlof om deze gebeurtenis in , , De Banier" wereldkundig te maken, omdat wat hiJ schreef de volkomene waarheid bevat.
Is het hierboven vermelde sterfgeval niet hoogst aangrijpend en indroevig?
Met welke ogen moeten de naaste verwanten de jongen, die gezond en wel 't huis verlaten had, aanschouwd hebben, toen. hij daar al waggelende als een dronken man in terugkeerde'' Hoe moeten hunne harten gebloed hebben, toen zij vernamen of met eigen ogen mogelijk ook waarnamen, dat hun verwant van onderen geheel verlamd was! Wat moet er in hun binnenste zijn omgegaan tijdens die zeventien dagen, toen hij zo nameloos leed? Wat zullen zij gezegd hebben, toen hun geliefde na zulk een lijden tenslotte onder de hevigste pijnen overleed? Wat een lijden, wat een sterven voor de jongen zelf!
Het is ontzettend, dat vreselijke lijden en die zo pijnlijke dood. Woorden ontbreken om het ontzettende er van uit te spreken. Hoe zullen de harten der verwanten er nog onder bloeden!
En in weerwil van het feit, dat de dood bij herhaling veroorzaakt, gaat men met inenten maar voort.
Ik schreef even tevoren bij herhaling. Zo was het in het verleden, zo erg zelfs, dat onze Regering de vaccinatie-dwang moest afschaffen. Zo was het in de dagen, waarin in Rotterdam de Alastrim uitbrak en er meer mensen tengevolge van de inenting aan encyphalitiis dan aan de even tevoren genoemde ziekte stierven. Zo is hel nog. Nog in dit jaar is het alzo geweest. In België kwamen volgens courantenberichten gevallen van pokkenziekte voor. De vaccine-aanbidders grepen onmiddellijk dit voorval aan. Zij begonnen op de grote trom te slaan. Zij spoorden vooral in het Zuden des lands de mensen aan om zich te laten inenten. Het gevolg was, dat velen daartoe overgingen. En wat is de uit' komst geweest? Dit, dat er weer in het Zuiden des lands en ook op andere plaatsen slachtoffers onder de mensen ten gevolge van de inenting gevallen zijn.
In tal van lange jaren is door Gods goedheid de pokkenziekte in ons land niet voorgekomen, maar ondanks dat zo sprekende feit zetten de vaccine-aanbidders er alles op om de mensen tot inenten te bewegen. Het is bij hen inenten, en nog eens inenten, en wederom inenten en altiJd inenten, ook al gaat men daarbij over nog al zovele lijken henen en ook al heeft daarbij het hevigst en pijnlijkste lijden plaats en ook a' doen zich daarbij verlammingen voor, welke soms jaren nadat de vaccinatie heeft plaats gegrepen, eerst intreden.
Neen, neen, wij kunnen tegen die le^ vensgevaarlijke operatie der vaccinatie niet genoeg waarschuwen.
Houdt men er dan al geen rekening mede, dal de vaccinatie tegen het voorzienig bestel Gods indruist en dat Christus zo nadrukkelijk ons leert, 'dat de gezonden de medicijnmeester niet van node hebben, dan bedenke men toch hoe zeer men zijn leven in gevaar stelt en welke ontzettende pijnen en vreselijke verlammingen men kan opdoen, als men zich laat inenten.
De twee sterfgevallen — en er ziJn er veel meer — waarvan wij nu kort achter elkander in „De Banier" gewiag maaüiten, zijn daar sprekende voorbeelden van. Hebben deze gebeurtenissen u dan niets te zeggen? Stapt gij daar maar zo lichtvaardig over henen? Hetzelfde kan u, als gij u laat inenten of uw kind, als gij dat laat vaccineren toch overkomen wal het twaalfjarige kind en nu weder de militair, die zich lieten vaccine^ ren, overkomen is. Gij hebt er toch niet de minste zekerheid van, dat het u niet overkomt? Bovendien hoe kunt en durft gij het bestaan om u zo tegenover de voorzienigheid Gods te bezondigen en zo regelrecht tegen Christus' uitspraak in te gaan! Dit laatste alleen moest u genoeg ziJn om u niet te laten inenten. Hel is en blijft toch een grote zonde om God de Heere te verzoeken, dewelke men begaat, als men zich als een gezond mens aan een levensgevaarlijke operatie als de vaccinatie is, onderwerpt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 augustus 1947
De Banier | 8 Pagina's