Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Bartholomeiisnacht, genaamd de Parijse bloedbruiloft

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Bartholomeiisnacht, genaamd de Parijse bloedbruiloft

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Afgrijselijker misdrijf, dan in de Bartholomeüsnacht te Parijs gepleegd werd, is er in heel de historie nauwelijks één aan te wijzen,

In die nacht toch, de nacht van 23 op 24 Augustus 1572, nu 375 jaren geleden, greep er in Frankrijks hoofdstad iets zó verschrikkelijks en afschuwwekkends plaats, dat daaraan moeilijk een naam te geven ïs.

Elke naam is te zwak om dat gruwelijke misdrijf in zijn ware aard te schetsen.Men noeme het een laaghartige wraakzucht, een Gode-en mensonterende misdaad, een verraderlijke moordpartij, een beestachtig afslachten van onschuldigen, een snoodheid zonder weerga, doch met welke benamingen men het ook benoemt, men heeft bij lange na niet in woorden uitgedrukt, wat er eigenlijk aan ontzettends en weerzanwekkends bedreven is.

De loutere herinnering daaraan is in staat om een mens over al zijn leden van ontzetting te doen beven en van verontwaardiging het bloed in de aderen te doen koken.

Het misdrijf laat zich dan ook in zijn werkelijke toedracht door geen pen beschrijven.

Ter gelegenheid van 't huwelijk van Hendrik van Bourbon en Navarre, die na Condé's dood als 't hoofd en de leider van de Protestanten in Frankrijk was opgetreden, met de zuster van Koning Karel IX, Margaretha van Valois, waren er in het roomsgezinde Parijs talrijke Protestanten, onder wie vele edelen en aanzienlijken, aanwezig.

Het huwelijk zelf werd op 18 Augus tuE 1572 met koninklijke pracht ei praal voltrokken. De daarbij gebrul kelijke plechtigheden en optochtei hadden heel Parijs in een zeken feeststemming gebracht. Vier dagei van bruiloftvieren - vandaar dat é Bartholomeüsnacht ook wel de Pa' rijse bloedbruiloft geheten wordt - hadden zeer velen onder de HugS' noten in de waan gebracht, dat 3 niets te vrezen hadden en dat er van de zijde van Rome aan geen haat wraak, verraad of intrigue gedacht werd,

Hoe hebben zij zich vergist!

Te midden van de festiviteiten plechtigheden, te midden van uiterlijke verbroedering, te midden van een schijnbaar welgemeende ei oprechte vriendschap, waren er, vals en laag genoeg, van Rome's kant de snoodste plannen van ver raad en moord gesmeed.

Wie daarin de hoofdrol gespeeiil hebben, de r, k, Hendrik van Guisc of de fanatiek rooms-gezinde Konin gin-Moeder Katherina de Medid o' dat andere r.k, machten, welke ziel achter de schermen verborgen h^o' ben gehouden, de eigenlijke bewerk' sters van het zo jammerlijke bedriji zijn geweest, valt moeilijk uit te mS' ken. Maar dat staat wel onbetwist' baar vast, dat roomse haat en wraak' zucht tegenover de Protestante» daarin een beslissend aandeel heb' ben gehad.

Op 22 Augustus 1572 kwam het eet' ste teken van die hoog geklomme' haat zichtbaar aan de dag. Het wa! aan de morgen van die dag, dat e' lit het huis van de kanunnik Villeuur een schot op Admiraal de Coiény gelost werd. De gehele nacht e voren had een voormalige page lil vertrouwde van de Hertogen de }uise zich verborgen in dat huiis opsehouden. De Coligny zou en moest [etroffen worden. En hij werd ge-/offen, hoewel niet dodelijk. Hij verd in zijn schouder door een kogel , an die onverlaat geraakt. Men noest hem van de straat opnemen > nnaartzijn huis dragen. Aldaar legle men hem te bed. En het was op Jat bed, dat de Coligny getuigenis iaf dat dn hem een ware, Christsijk'e geest was, toen hij sprak;

„Blijmoedig en van heler harte vergeef ik mijn vijanden, hem zowel die het schot loste, als hen, die hem huurden. Want ik ben zeker, dat het buiten Gods wil niet in hun macht staat mij enig kwaad te doen, ook al was het, dat zij mij doodden".

Die laaghartige moordaanslag, op de Vrijdagmorgen gepleegd — het is wel treffend, dat in dit herdenkingsjaar de data precies op dezelfde dagen vallen als in 1572 — zou de inleiding zijn op een duivels misdrijf, dat in de nacht van 23 op 24 Augustus bedreven zou worden.

Het was in die dagen al even warm als het thans in Augustus ten onzent is geweest. Dientengevolge en ook uit andere oorzaak hadden vele Hugenoten zich pas vrij laat in de nacht van Zaterdag 23 Augustus ter ruste begeven. Velen hunner zullen het niet gedaan hebben zonder dat zij aan de avonddis Gods Woord gelezen en in hun slaapkamer hun knie-^^ ^^Qj. Q^^ gebogen hadden. Zij waren allen, veelal met heel hun gezin in één vertrek gehuisvest. Naast hun legerstede, indien zij kinderen ïadden, stond de wieg van hun zuigelingen en om hun bed was de slaapstee hunner overige kleine kinderen. Het was toch ter gelegenheid van het huwelijk van hun leider. dal deze Protestanten in Parijs viraren. Zij verbleven er voor een deel als genodigden ter bruiloft, als gasten, feeën hunner, in welke kwaliteit, hij of zij, er ook aanwezig was, zou er lang vertoeven. Velen hunner hadden allicht de plannen voor hun vertrek uit Parijs reeds gemaakt. Slechts een enkele hunner echter zou daaruit levend vertrekken. Zij zouden daarin vrijwel allen afgeslacht worden. En dit louter ter wille van hun geloof of geloofsovertuiging, welke zij standvastig bewaard hebben, zelfs bij de gruwelijkste martelingen en bij de wreedste dood.

Wat moet de haat tegen de Gereformeerde waarheiid, tegen die van Gods Woord, toch fel en groot zijn, wat moet de vijandschap in het hart geweldig branden.welk een duivelse driften kan deze ontsteken, dat er zo iets ontaards en onbeschrijfelijk wreeds als een Barthoilomeüsnacht kan plaats grijpen, waarin duizenden onschuldige Protestanten gruwelijk om het leven gebracht werden. Slechts een hoogst enkele van hen toch ontkwam door tijdige vlucht oi door een wonderbaarlijke uitredding 'aan de dood of zoals de prinselijke bruidegom Hendrik van Bourbon en Navarre, die — jammerlijk en schandelijk genoeg — zijn leven redde door overgang tot de r.k. kerk.

De Bartholomeüsnacht, die zwarte nacht, brak aan. De grote klok van Saint-Germain l'Aucerrois werd eensklaps geluid. Zwiaar dreunden «aar slagen over de stad. Weldra lieten al de andere klokken van heel Parijs hun klokgelui ook horen. In een ommezien van tijd waren de straten met mensen gevuld. Het volk was door het luiden der klokken de huizen uitgestormd, de straat op Daar weerklonk de kreet: „De koning wil het, de koning beveelt het". Aldra door duizenden monden aangeheven en door duizenden monden herhaald. De woeste volksharten, aldus opgewekt, braken los. De gloeiende haat tegen al wie Protestant was, ontzag grijsaard, vrouw, kind noch zuigeling. De Hugenoten, veelal argeloze vreemdelingen en gasten, werden, allerwege, waar meii hen maar ontdekte en aantrof, in hun huizen, in hun slaapvertrekken, op hun bedden, in de straten, erbarmelijk neergeslagen en zonder emg meedogen een wrede dood ingedreven, Aan de rechter oever van de Seine, waar de straten helden, stroomde het bloed in hele beken. En dit geschiedde onder aanvoering van en voornamelijk door toedoen van moordenaars, die..., , . een yfii kruis aan de hoed droegen.

Een oud geschiedverhaal deelt er ons over mede:

, , Geen tong zou kunnen uitspreken, wat wreedheid deze moorders bedreven hebben, sowel op dien droevigen Zondag als d'andsre dagen, Den meestendeel der , lachtoffers is vermoord geworden, doorsteken met rappieren en poinjaarden, en deze zijn nog op het allerghenadigste behandeld. Want de anderen hebben zij haar geheele lichaam doorpijnigd, ze hebben ze de ledematen van haren lichaam, als handen, voeten, neuzen, ooren, oock eenighe mede de schamelheitj afgesjieden,

Siet in wat manieren ze gehandeld hebben met de luyden, wier grijze hairen hen tot eenige zachtmoedigheit had behooren te manen. Dezen dan hebben ze genomen en uit hunne huizen aan het water gesleept en hebben ze haar met het hooft tegen de kaaije gesmeten, invoegt dat de blauwe steenen van de kaaije t'eenenmaal gemarbelt schenen te wezen door het bloet en de hersenen van deze oude grijsaarts.

Men heeft daar ook gezien een klein kint van omtrent twee jaar, dat, uitgedragen wordende van één van de moorders, speelde uil onnoselheit aan sijnen baart, hem troetelende en lachte hem wel vriendelijk aan, maair in plaats dat hi met dit onnosel schaepke wel compassie had behoren te krijgen, heeft deze barbarische en verduyvelde mensch dit kint met eenen poinjaert door de buik gesteken en heeft het also in de rivier geworpen, dat het water te dier plaatse rood is geverwtd met het jonge bloed".

Wat heeft het na zulk een beschrijving nog voor zin om nader op de gruwelijke wreedheden en beestachtige moordpartijen in te gaan, daar deze elke beschrijving toch verre ie boven gaan.

Alleen zij er nog dit van opgemerkt, dat het in die vreselijke Bartholomeüsnacht en op de daarop volgende dagen nog menigwerf is voorgevallen, dat men heel een gezin, dat men in een slaapkamer te zamen aantrof, tot het laatste lid vermoordde, of ook al dat men mannen en vrouwen op een hoop joeg, hen het nachtgewaad en alle bedeksel der schaamte van het lichaam rukte, hen het venster uit op straat gooide, of hen bij de hciren greep, hen de trappen afstootte of wierp, hen voorts door het slijk der straten sleurde en hen dan ten leste met het één of ander voorwerp, dolk, poinjaard of geweerskolf afmaakte. Zelfs heeft men het niet kunnen nalaten aan meer dan één maagd of vrouw, vergezeld met deerlijke mishandeling, zijn vuige lust bot te vieren. Ook al is niet aan één enige vrouw overkomen, dat haar het ongeboren kind uit de ingewanden gescheurd werd en dat men haar te zamen daarmede in een waskorf gooide, naar de brug van de Seine droeg en vandaar in het water van die rivier wierp. Hoevele weerloze grijsaards, vrouwen en kinderen hebben de moordena'Srs bovendien nog in 't water van diezelfde rivier verdronken, wier lijken daar bleven drijven en openbarstten, tot ze vastraakten aan het een of ander voorwerp, of door de stroom werden mee gevoerd naar de diepte van de oceaan! Hoe velen dier Protestanten zijn ook aan een schandpaal opgehangen, om daar aan het gevogelte ten prooi te zijn.

En dit geschiedde onder het leken van een wil kruis! Een wil kruis, dat •de moordenaars aan de hoed droegen!

Wat admiraal de Coligny aangaat — hij had zich jegens Frankrijk verdienstelijk gemaakt, was een man van eer en aanzien, maar, , , , . , een ketter. En wat mag men volgens Rome's leer een ketter al niet aandoen? Hem zou het leven niet gespaard blijven. Vrijdags mocht hij aan de dood ontkomen zijn, maar nu niet meer. Men drong in zijn woning binnen en benam hem met een dolksteek het leven. Wat de kogel uit het huis van de kanunnik Villemur niet had vermocht, dat werd met een dolk op korte afstand volvoerd, Gaspard de Coligny behoorde toen niet meer in het land der levenden en toch leeft hij. Heeft men hem het lichaam al kunnen doden, zijn ziel heeft men niet kunnen doden. Zij juicht met zo vele bloedgetuigen thans voor de troon van God en het Lam, dat hem met Zijn dierbaar bloed heeft gekocht. Een graf heeft men zijn stoffelijk overschot nog gegund. Eerst in Frankrijk, daarna in Holland en thans rust het weer in de bodem van zijn vaderland. Daarin hebben zijn moordenaars nog enig ontzag voor hem getoond. Bij tienlallen toch hebben die beulen hun slachtoffers in de Seine begraven. En ook bij tientallen hebben deze hun afzichtelijk verminkte lijken, om maar van ze af te zijn, in een kuil, in een soort dodenspelonk geworpen en opgeborgen. In het koor van de kerk van Saint-Cervais liggen er alzo onder een ijzeren kruis in één graf een vijfhonderdtal lijken samen gehoopt. Aanzienlijken en geringen in den lande hebben alzo de marteldood ondergaan. Allen helden, •die ter wille van hun geloof of geloofsovertuiging de dood verkozen boven het leven. Onder hen waren er wis en zeker, wier zielen thans in de eeuwige heerlijkheid verkeren. Allen slachtoffers van een onuitsprekelijk laaghartige, verraderlijke vervolgingswoede van Rome's haat. Wij wensen met rouw en droefenis in het hart, deze martelaren niet te vergeten. Wij begeren zelfs woorden van oprechte waardering aan hun nagedachtenis te wijden. Door bijzondere oorzaak konden wij dit in 'i nummer van , , De Banier" van 28 Augustus niet doen. Doch wij doen dit van ganser harte in dit nummer.

Neen neen, vergeten ktinnen wij deze bloedgetuigen niet, die nu 375 jaren geleden, het zwaarste offer, dat een mens in dit leven kan brengen, namelijk hun leven, ter wille van de Gereformeerde religie gebracht hebben. Zij hebben er recht op, dat elk kind der Hervorming hen in eerbiedige gedachtenis houdt. Hun vurige ijver, hun oprechte liefde voor de zaak der Reformatie, hun heldenmoed daarvoor betoond, hun offers daarvoor gebracht, steken zo scherp af tegen de lauwheid en flauwheid van zo menig Protestant, zelfs tegen die van zo menig Gereformeerde, Hoe beschamend is hun gedrag! Hoe moest dit een iegelijk zoon der Reformatie tot verdubbelde ijver aansporen! Welk een ernstige waarschuwing, ja dringende waarschuwing gaat er van de Bartholomeüsnacht uit. Vooral in onze tijd, waarin Rome weder zo geweldig opdringt en al zijn krachten inspant om Nederland te verroomsen en er de macht weder in handen te krijgen. Neen, wij schrijven dit niet om enige haal legen enig r.k. medemens en medeburger in de harten van wie dan ook te verwekken. Maar wij kunnen nochtans niet vergeten, dat het schot op de grijze De Coligny uil het huis van een kanunnik gelost is en hel mag onze aandacht niet ontgaan, dat het gruwelijk misdrijf ond r het teken van het kruis van roomse zijde als een soort van heilige daad ter ere Gods verricht is.

Wij kunnen nog al veel minder over het hoofd zien, dat deze waarlijk duivelse Bartholomeüsnacht, deze beestachtige martelingen en deze zo infame, verraderlijke afslachting van weerloze Protestanten met openbare vréugde-bewijzen in Spanje is gevierd en dat de paus in Rome er een Te Deum voor liet zingen. Als naar een zeer matige schatting bij zulke ongehoorde gruwelen 24.000 mensen het leven laten; naar ruimere schatting, welke wel meer de waarheid nabij zal zijn, zelfs 30.000, terwijl er zelfs geweest zijn, die het aantal slachtoffers op 70.000 schatten en men kan dit in het roomse Sparü je met openbare vréugde-bewijzen vieren en. . .. de paus laat daarvoor een Te Deum zingen — dan heeft dit toch wel heel wat te zeggen. Spreekt dit niet van een grenzeloze haat, van een niets en niemand ontziende woede tegen de Hervorming en al haar aanhangers?

Zo zag Prins Willem van Oranje, de Vader dés Vaderlands, het stellig ook, waar hij vreesde in Rome's handen te vallen, uitsprekende, dat hij de dood verwachtte. Hij schreef immers na het ontvangen van de tijding van wat in de Barihtdomeüsnachl geschied was of kort daarna onder de indruk daarvan:

, , Ik bid u, aanschouw hoe de boosheid der menschen Gods groote genade tracht tegen te werken. Hij doe alles uitloopen op de verheerlijking van Zijn heiligen Naam. Ik ga, met Zijne hulp, naar Holland en Zeeland, om te zien wat Hem behagen zal te doen. Ik zal er de zaken staande houden, zoo lang ik kan; en heb vast besloten er den dood te verwachten".

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1947

De Banier | 8 Pagina's

De Bartholomeiisnacht, genaamd de Parijse bloedbruiloft

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1947

De Banier | 8 Pagina's