Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bede om de werking des Heiligen Geestes

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bede om de werking des Heiligen Geestes

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ontwaak noordenwind, en kom gij zuidenwind; doorwaai mijnen hof, dat zijne specerijen uitvloeien. Hooglied 4 : 16a.

I.

Het Hooglied van Salomo is een boek vol van heerlijkheid en schoonheid. Het wordt genoemd hel Lied der liederen. En terecht. Het bezingt ons de wonderen van Gods genade. Het spreekt van de liefde van Christus voor Zijn bruidskerk. Op treffend schone wijze wordt ons de liefde van Christus getekend vopr een arm en in zichzelf verloren volk. De omgang van Christus met de ziel wordt ons voorgesteld.

Christus is de Bruidegom, Het volk, dat Hem leert vrezen is de bruid, Christus, de hemelse Bruidegom, zoekt zich een bruid. Hij trekt verloren zondaren uit de wereld en de zonde. Hij redt ze uit een ruisende kuil en uit modderig slijk en zet hun voeten op een rotssteen. Hij bevrijdt ze uit de gevangenis van satan en geeft ze een hart om Hem te vrezen. Zij komen in aanraking met Christus.

Wat is het groot als de Heere ons trekt met liefdekoorden. Wat is het een weldaad als wij bij de Bruidskerk mogen behoren. Dan ontvangen wij de liefde des Heeren. Bij tijden en ogenblikken schenkt de Heere ons Zijn zalige gemeenscfiap. Wij kunnen in ons leven liefde ontvangen.

Het is een voorrecht als wij met liefde omringd worden. Maar de liefde des Heeren is veel groter en heerlijker. De liefde des Heefen voor Zijn volk is onbegrijpelijk groot Wanneer wij de liefde Gods mogen ervarey smelt ons hart weg in heilige bewondering,

Gods volk kan het niet begrijpen, waarom de Heere naar hen heeft omgezien. Het is alleen om het eeuwiig welbehagen. De vrije gunsl, die eeuwig Hem bewoog. Dat had de bruid goed geleerd. Wat zegt ze van zichzelf? „Zie mij niet aan dat ik zwartachtig ben". Hoe was ze tot de wetenschap gekomen dat ze zwart was? Dat zegt ze zelf. Omdat mij de zon heeft beschenen. De bruid had zelfkennis. Wanneer de Zon der gerechtigheid over ons opgaat, worden wij ontdekt aan onze zonde en schuld. Dan zien wij het, dat wij voor God niet kunnen bestaan. Wij worden verslagen van hart.

n daar wil de Heere ons juisf hebben.

Aan een arm verslagen zondaar wil Hij Zijn genade schenken. Hij open-Daart Zich alleen aan hen, die het beleven dal ze nergens rechl op heben, Ellendigen wil Hij verlossen. ulpelozen wil Hij ten redder zijn

Troostelozen wil Hij verkwikken.

Cüristus heeft Zijn bruidskerk ze ir lief. Hij heeft Zijn leven voor haar gegeven. Hij heeft Zijn dierbaar bloed voor haar gestort. Hij heeft hïiar - ^ i-kocht uit alle geweld des duivels. De bruid is van zichzelf zwart.

Doch Christus reiinigt haar. Hij bekleedt haar met hel kleed van Zijn gerechtigheid. En dan is de bruid schoon. Daarom is ze liefelijik in Gods ogen.

In haar Bruidegom is ze rein en hei-

Christus prijst haar. Hij zegt van haar; Zie gij zijl schoon, Mijn vriendin; zie gij zijl schoon; , uw ogen zijn duivenogen.

Christus heeft een welgevallen aan haar. Hij bemint haar met Zijn hart. Hij geeft haar Zijn uitnemende liefde.

De bruid was klein voor de Heere. Zij had geen hoge gedachte van zich zelf. Daarom was haar spraak liefelijk. Zij had haar Bruidegom overal nodig. Zij verwachtte het niet van zichzelf, maar alleen van haar Bruidegom.

Welk een heerlijke igeslalle bezat

de bruid. De oolmoedigheid was haar kleed. Zij vertrouwde alles aan haar Bruidegom toe,

Gods volk is op de beste plaats wanneer ze in ware kleinheid en ootmoed voor de Heere mag wandelen. Dan zijn ze aangenaam in Gods ogen,

Christus beihint Zijn bruidsker^ boven alles. Hij roemt haar schoonheid. Hij prijst haar deugden.

Hel is onuitsprekelijk groot als «en ziel met Christus mag omgaan. Wanneer wij Hem mogen kermen en Hij ons Zijn lieMe en zalige gem, eenschap geeft.

Dan wordt de ziel overgoten: met de liefde van Chr^tus. Dan worden het stromen van liefdewateren, waar de ziel in zwemmen mag. Zalige beleving.

Christus heeft Zijn bruid geprezen. Do liefde werd haar geschonken, Is^ hel wonder, dat haar hart in wederliefde ontstoken wordt? Dal kan niet anders! Zij moej haar Bruidegom verheerlijken.

Zij kan niet meer zwijgen van Zijn goedheid en voortreffelijkheid. Daarom roept ze uit; O Fontein der hoven. Put der levende wateren, die uil Libanon vloeien.

Christus is de Fontein der hoven. Hij is de ware Levensbron. Hij geeft hel water des levens. De bruid begeert de wateren des levens. Zij kan deze wateren niet missen. Daarom smeekt zij om Zijn zalige bediening.

Zij kan buiten Hem niet leven. Zij kan Hem niet missen, Haeir ziel gaat naar Hem uil m.el , iimig en slsrk verlangen.

Weet u waarin dit zo duidelijk naar voren komt?

Dat zij smeekt om de Geest van Christus, Ontwaak Noordenwind en kom, gij Ziiiidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien. De Bruidegom heeft Zijn bruid vergeleken bij een hof. Mijn zuster, o bruid! gij zijl een besloten hof, een besloten wel, een verzegelde fontein. De Bruid neemt deze woorden van haar Bruidegom over.

Daarom spreekt ze van )haar hof. Mijn ziel is een hof. Zij is een hof, een planting des Heeren, Dal mag ze tot roem van Gods genade getuigen. De Heere heeft haar opgezocht. Hij heeft hel goede werk in haar ziel geplant. Zij was een onvruchtbaar veld.

Een dor woestijnland. Er groeiden op de aliker van haar hart geen schone vruchten. Het was een huilende wildemis. Er 'groeide niets dan doornen en distelen. Maar de Heere ontfermde Zich over haar. Hec water des levens daalde neder op haar zieleakker. De Heere roeide hel onkruid uil en maakte haar hart tot een hof des Heeren, Een planting waarin Hij verheerlijkt werd.

Ja, de bruid wist hel heel goed, dat Christus haar opgezocht had. Het llicht was in haar ziel opgegaan. Zij had de liefde Gods mogen proeven en s.maken, Hoe dikwijls had de Heere haar vertroost. Menigmaal had ze Gods gunst mogen ervaren. Waarom smeekt de Bruid dan zo sterk om de werking des Geesies? Wel, omidal ze Gods Geest niet missen kan. Zij had voortdurend de bediening des Geesies nodig. Mocht dat ook in onze zielen zo zijn. Hel is ma^-al te vaak anders gesteld,

Zw.

G.A.Z.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1947

De Banier | 8 Pagina's

Een bede om de werking des Heiligen Geestes

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 september 1947

De Banier | 8 Pagina's