Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

VI.

De prioifts zwichtte voor de redenen, w^elke door één der zusters werden aangevoerd, om van haar gedaan te krijgen, dat Elisabeth haar cel mocht verlaten en onder geleide der beide zusters in de tuin gaan wandelen.

Zij zeide: Nu, zusters, ik zal uw verzoek toestaan. Met ene, dlie tot de heilige moederkerk 'tjerugkeeri: , zal ik dan voor ditmaal een uitzondtring maken. Gaat haar dus maar halen en bereidt haar alvast voor op 'de plechtige herroeping, die daii over dr'je dagen zal moeten plaats hebben. In die tijd behoeft zij dan niet bij mij te komen.

Dat Heten' de beide zusters zich natuurlijk niet t'Weemaal zeggen. Nauwelijks hadden zij de deur van het verblijf der priores achter zich of zij spoedden zich naar de kerker, waarin Elisabeth gevangen zat. Zij namen haar bij de hand en vóór dat Elisabeth wist, wat er met haar gebeurde, bevond zij zich buiten de cel, vanwaar de zusters haar maar de tuin van het klooster geleidden. Het is te begrijpen, dat dit Elisabeth met grote blijdschap vervulde. Hoe de vork echter in de steel zal, daeirvan had zij niet het minste besef, omdat de zusters dit voor haar verborgen hielden.

Nadat zij de eerste eii de tweede dag aldus met elkander doorgebracht hadden, brak de derde dag aan. De laatste dag, voordat Elisabeth van haar terugkeer tot Rome's kerk rekenschap zou moeten geven. Op deze dag dus moesten de zusters Elisabeth mededelen, wat de reden was van de toegevende houding der priores en tevens moesten zij een plan tot ontvluchting gereed hebben. Zo brak de avond aan van de derde dag. De drie vriendinnen bevonden zich in één der uiterste hoeken van de kloostertuin. Eén der beide nonnen nam toen het woord en zeide tot Elisabeth:

Lieve zuster, wij moeten eens met elkander spreken. Ge hebt reeds onderscheidene malen gevraagd, wat de aanleiding was tot uw bevrijding. Ik zal het u nu vertellen.

Daarop deelde zij Elisabeth mede, hetgeen de lezers reeds bekend is. Toen Elisabeth alles aangehoord had, was zij over het gehoorde geenszins te spreken.

Hoe hebt ge dat kunnen doen, zo sprak zij. Gij weet toch wel, dat ik daar nooit mUn toestenlming toe gegeven zou hebben. Gij weet, dat dood noch leven, graf. noch hel mij zullen kunnen scheiden van de liefde van Christus. Maar ook: Gij hebt u aan grove zonde schuldig gemaakt en ik vraag u nogmaals, hoe hebt ge dat kunnen doen, na alles, wat wij zo vaak besproken hebben?

Liieve Elisabeth, hernam één der vrouwen. Wij handelden zo uit liefde tot u en hebben daarbij een plan tot verdere ontvluchting beraamd en voorbereid. Want vóór morgenmiddag moet ge buiten het klooster zijn, anders wordt gij opnieuw opgesloten en wij met u.

Hoe zal ik de kloosterpoort uitkomen? De portierster zal dat toch direct bemerken, daar zij mij zal herkennen. En voorts vraag ik mijzelf en u of ik wel goed zal doen met aan uw bedrog deel te nemen.

Wat het eer& te betreft, antwoordde de non, die het eerst aan het woord was geweest. Laat dat maar aan ons over. Wij hebben ook dat in ons plan overzien, zodat wij wel zullen maken, dat ge door de portierster niet herkend zult worden, indien ge de kloosterpoort passeert. En wat het laatste, aangaat, Elisabeth, bedenk, dat gij ons beiden in het ongeluk stort, indien gij niet vlucht. Dan moet ge morgen voor .de biechtva­ der en de priores verschijnen en als gij dan niet de zogenaamde dwalingen herroept en bovendien te kennen geeft, dat gij nooit van plan geweest zijt om tot Rome's kerk terug te keren, dan zal dat ons het leven kosten. Schenk daarom gehoor aan onze woorden en laat het plan, dat beraamd is met behulp van iemand buiten het klooster, die de hervormde godsdienst ds toegedaan, niet mislukken'. Dit kunnen wij er u nog bij zeggen, dat deze persoon de oom en voogd is van het melkmeisje, dat elke morgen melk in het klooster brengt. Door middel van hem hebben wij de kleren van dit meisje gekregen en die moet giJ morgenochtend aa-ntrekkeri. Dan zal niemand argwaan koesteren bij het verlaten van het klooster en de betreffende persoon zal u buiten het klooster opwachten en u op uw vlucht vepder terzijde staan, O, Elisabeth, wij smeken het u, laat deze gelegenheid niet voorbijgaan. Zorg, dat ge morgen om 6 uur voor de vlucht gereed zijt. Nu, zei Elisabeth. Ik zal mij deze

kun­ nacht biddende beraden, dan nen wij morgen weer zien.

Zo scheidde het drietal en ieder van haar bracht een onrustige nacht door,

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1947

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1947

De Banier | 8 Pagina's