Ontwerp-Zweminrichtingwet

Dinsdagavond 30 September kreeg de Kamer een wetsontwerp van Minister Drees te behandelen. Dit ontwerp beoogde bepalingen in het leven te roepen ter voorkoming van gevaren voor gezondheid en leven in verband met het gebruik van zweminrichtingen. Over de gevaren ten aanzien van de openbare zedelijkheid werd in dit wetsontwerp echter met geen woord gerept. En toch bestaan die gevaren wel degelijk. Het gemengd zwemmen en het gemengd zonnebaden toqh vormen een bron van allerlei oneerbare praktijken. Ten rechte werd daarop door de af. gevaardigde der S, G, P. gewezen. Halve maatregelen, als van roomse zijde werden voorgesteld, om nl, Jj gemeentebesturen te verplichten slechts gedurende een zekere tijd van de dag het niet-gemengd zwemmen voor te schrijven, zijn ten. enenmale onvoldoende om dit kwaad te keren. De heer van Dis kwam er dan ook voor op, dat de Regering het gemeng'd zwemmen en het gemengd zonnebaden zou verbieden.

Zowel de Minister als de . Kamer wilden hiervan echter niets weten, Zelfs het amendement van roomse zijde met de zoeven vermelde strekking werd door de Minister sterk bestreden en toen het door de Kamer toch aanvaard werd, vroeg hij schorsing der behandeling van hel wetsontwerp aan, omdat hij zicli eerst nader wilde beraden wat hij zou doen.

Het is dus zeer wel mogelijk, dat dit ontwerp niet meer aan de Kamer ter afdoening zal worden voorgelegd en dus nimmer wet zal worden. Na deze inleiding laten wij thans de rede van de heer van Dis volgen. Zij luidt as volgt:

Mijnheer de Voorzitter! Ons standpunt ten aanzien van de openbare zedelijkheid en de verwildering, welke zich te dien opzichte voordoet, is genoegzaam bekend. Geen begroting van Binnenlandse Zaken en van Justitie kwam ter behandeling, of wij hebben de Regering gewezen op haar dure plicht om voor de handhaving van Gods geboden en dus ook voor die van het zevende gebod, zorg te dragen.

De bezwaren nu, welke wij tegen het gemengd zweiijmen en het gemengd zonnebaden hebben, zijn op dit gebod gegrond. Wij zien toch in het gemengd zwenmien en in het zonnebaden handelingen, welke, gelijk de praktijk dagelijks leert, voor de openbare zedelijkheid grote gevaren in zich bergen. Daarom betreuren wij het, dat de Regering in dit wetsontwerp geen bepaling heeft opgenomen om het gemiengd zwemmen en het gemengd zonnebaden te verbieden.

Wij zijn van oordeel, dat zulk een verbod van haar behoort uit te gaan en dat het dus niiet overgelaten behoort te worden aan de gemeentebesturen of deze al dan niet maatregelen op dit gebied zullen nemen. Ook ten aanzien van de Zondag behoort de Overheid maatregelen te nemen-en het geopend zijn van zweminrichtingen en bosbaden op die dag te verbieden.

Van deze Regering zijn zulke maatregelen helaas niet te verwachten, maar dit verhindert mij niet om de plicht, welke op haar rust, onder haar aandacht te brengen. Voor het niet nakomen van deze plicht Hgt de volle verantwoordelijkheid voor haar rekening.

Mijnheer de Voorzitter! Met deze enkele korte opmerkingen wil ik bij de behandeling van dit 'wetsontwerp volstaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen