Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF uit Zeeland

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLV.

Het schijnt toch wel door te dringen, dat er onrust is onder de getroffen boeren. Dat bewijst ook weer 'n advertentie, welke er vanwege de Dienst voor Landbouwherstel in Zeeland geplaatst is. De bedoeling is blijkbaar de onrust wat weg te nemen, omdat toch wel over 1946 ook uitkering van de bewerkingskosten zal plaats vinden. Of het echter gelukt is door die advertentie de onrust weg te nemen, moet sterk in twijfel worden getrokken. Goed gelezen houdt de in de advertentie gedane mededeling in: Er wordt een uitkering gedaan van de bewerkingskosten, zover die niet gedekt zijn geworden uit de verkregen opbrengst, de extra-bewerkingskosten worden steeds vergoed en, voor zo ver het dan niet gaat daarmede rond te komen, moet de betrokkene maar aankloppen bij het D.B.V.O. Die afkorting is misschien niet allen bekend, zo-dat ook niet zal begrepen worden wat die inhoudt en wat het inhoudt daarnaar te worden verwezen.

D.B.V.O. betekent: Districts Bureau Verzorging van Oorlogsslachtoffers. Dat Bureau is belast met uitkeringen aan oorlogsweduwén, aan hen, die niet meer in hun bestaan kunnen voorzien. Bij de berekening van de uitkeringen wordt, uiteraard rekening gehouden met de financiële toestand, waarin de betrokkene zich bevindt.

Reeds eerder is er op gewezen, dat die verwijzing niet te aanvaarden is. Kan het als juist worden geacht, dat een nijvere boer, dat de categorie van de bevolking waarover, bij elk bezoek van autoriteiten, niet alleen veel lof wordt gesproken over hun bereidwilligheid, over hun moed, over de vele prestaties, die zij reeds hebben verricht, maar die ook inderdaad met veel energie, met grote opoffering, met een doorzetting, zoals maar alleen bij een landbouwer gevonden kan worden, hebben getracht er van te maken wat er nog van te maken is. Die zich hebben ingespannen om van dat, wat een woestijn geleek, dat omwoeld lag door de explosies van de granaten en bommen, dat bezet was met palen, draden, tankversperringen, bunkers en wat dies meer zij, weer een terrein, een akker te bereiden, waarop, met Gods zegen, weer wat wassen kan. Was er geen moed nodig om, waar een oudere man was overgebleven, omdat de beide zonen omkwamen in de strijd om de bevrijding, toch maar weer naar het bedrijf te gaan en te trachten er wat van te maken? Heeft die man niet volgehouden, zelfs al werd hem alle hulp geweigerd om niet verklaarbare reden? En is het nu aanvaardbaar, dat zulke mensen weer worden gezonden naar een lichaam dat hun toen niet hielp om nu maar weer hulp te vragen ? Moeten de boeren, naast de reeds grote financiële moeilijkheden, die ze nu hebben om het bedrijf op gang te houden, ook nog met hun hand gaan opstaan om te ontvangen een bijdrage, om niet te zeggen een gift, voor het dagelijks levensonderhoud van zich en de hunnen ? Moet het dan nu zo ver komen, dat ze eerst om crediet moeten voor hun bedrijf en daarbij een belasting van hun bedrijf zich moeten laten welgevallen, zo dat een particuliere instelling of particulier niet meer geven wil, eer ze hulp met staatsgalantie kunnen krijgen, en dan nog moeten trachten wat te bekomer. voor hun gezin?

Het is wel ver gekomen. Het is M-el diep teleurstellend. Het is wel alle hoop benemend. Neen. De medede ling kan geen geruststelling geven, maar zal die eer nog weg nemen. De blote werkelijkheid spreekt er uit. Uw schrijver wil niet de schuld werpen op hem, die de mededeling deed, maar wel op hem of op hen, die verantwoordelijk zijn voor de gan< ; -van zaken. Een zware verantwoordelijkheid wordt daarmede aanvaard, Moet een nijvere bevolkingsgroep dan met alle geweld tot moedeloosheid worden gebracht? Moeten zij, de getrouwen, ontrouw worden Moeten zij gedreven worden om op niet wettelijke wijze te verkrijgen, wat ze nodig hebben? Met andere v/oorden: moeten ze in het „zwart" worden gedreven? Uw briefschrijver is er verre van om ook maai naar die weg te willen of om er ook maar naar te wijzen, maar, als er nood is, dan is de verleiding zo vee) te sterker. Als jongen heeft hij eens een verhaal horen vertellen van een timmerman, een man met een groot gezin en vele zorgen, die moest werken in een woning van een welgestelde. De eerste morgen vond hij 'n rijksdaalder op de trap en gaf die. De tweede morgen vond hij er weer één op de plaats waar hij wezen moest en hij gaf die weer over. De derde morgen lag er weer één op de trap waarlangs hij moest en wat deed hij toen? Hij nam een spijker en nagelde hem aan de trap. De mevrouw deed verontwaardigd, zeggende: Je hebt mijn trap geschonden! Maar hij antwoordde, dat liever te doen dan de verleiding niet te kunnen weerstaan. Daaruit blijkt, dat ei ook grenzen zijn. Maar dan ligt de verantwoordelijkheid ook voor hen, die het zo maken.

UW ZEEUWSE BRIEFSCHRIJVER

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1947

De Banier | 8 Pagina's

BRIEF uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 november 1947

De Banier | 8 Pagina's