Een GROOT ONDERSCHEID

In bei huis des recbivaardigen is een groie schai, maar in des goddeiozen inkomsi is beroerie. Spreuken 15:6.

De tegenstelling tussen de rechtvaarligen en de goddeiozen is groot. Wij rezen er reeds op in een vorig stuk. fiet minder groot is het onderscheid paarvan onze tekst spreekt.

Allereerst wordt gesproken over*. , het huis des rechtvaardigen". Een luis, een eigen huis op de wereld, is /eel waard. Wat is het een vreselijke [edachte, geen huis op de wereld te lebben; geen onderdak te hebben; [een huiselijk verkeer. Hagar zwierf net Ismaël in de woestijn. David noest lange jaren zwerven; eerst roor Saul en later voor zijn eigen [ind Absalom. Wat is een huis, een igen huis, veel waard! De vogelen )ouwen een nest, de vos graaft een ol. Onder het Oude Testament roonden de patriarchen in tenten en ter bouwde men huizen. Het is geade van God, een vrucht van algeene genade, dat wij een huis heben om te bewonen. De Heere Jezus etuigde in Zijn omwandeling op arde: „De vossen hebben holen en p vogelen des hemels nesten, maar e Zoon des mensen heeft niets, waar lij het hoofd kan nederleggen". oor de zonde is alles verbeurd. Wij ebben geen recht meer op twee voeen grond om op te staan en op geen es voeten grond om op te liggen, O, at beseft een mens weinig het voorecht, dat hij nog een huis heeft.

n de oorlog zijn duizenden hun luizen kwijt geraakt. Wat hebben elen moeten zwerven en wat was aen blij, dat men weer een eigen roning kreeg.

lier wordt gesproken over het huis les rechtvaardigen,

^elen op de wereld maken hun huis ot een hel; en hoe menigeen heeft el een huis, maar geen thuis. Wat het dan een droevig leven.

)ok is het droevig, wanneer wij ons huis in de bioscoop of op de plaaten der ongerechtigheid en ijdelheid lebben. Een goddeloos leven ondernijnt de grondslagen, door God geegd in de staat der rechtheid reeds. fet het huis des rechtvaardigen fordt bedoeld het huis of het huisgezin .van degenen, die God vrezen. )e heiligen van het Oude en Nieuwe estament hebben het huwelijk geacht. Vele voorbeelden waren bij te irengen, maar waartoe dat?

let is een zaak, die ons allen overiekend is. Het huisgezin is de grondslag van Kerk en Staat. Een weldaad het, wanneer er nog eerbied is voor > ods rechten en ordinantiën.

^sA wordt er in onze lichtzinnige en osbandige tijden veel gespot met het JU weiijk en met het huwelijksleven. Schaamteloos wordt door velen Gods gebod overtreden en het huwelijk wordt door velen in deze tijden meer bezien als een contract of overeenkomst, wat naar willekeur gesloten wordt, meer dan dat het is een heilige instelling Gods.

Het getal der echtscheidingen neemt hand over hand toe en de vrije liefde gepropageerd, het droevig stelsel der revolutie.

Een andere zonde, die zich wreekt, is wel de beperking der geboorten.

Thans is een stijging waar te nemen wat het geboortecijfer betreft. In de jaren, die achter liggen, was op vele plaatsen de kinderbeperking vreselijk. Men zou zijn leven zelf wel regelen en.het leven zo inrichten, dat men niet gebukt ging onder de zorgen van het gezinsleven.

Bij de roomsen over het algemeen heeft men met grote gezinnen.

Daarin vooral ook moet de oorzaak gezocht worden, dat Rome ook in ons Vaderland met de laatste stemmingen zo vooruit ging.

Zou God Zijn geboden straffeloos laten overtreden?

God rekent wel af, ook in betrekking deze zaak, die algemeen geworden was, niet alleen bij de wereld, maar ook bij een groot deel van de belijders der Waarheid.

In het huis des rechtvaardigen is een grote schat.

Er is een schat in hun hart en daarom ook in hun huis. God opende het hart van Lydia en de troon des satans werd daarin terneder geworpen en Christus richtte Zijn Koninkrijk daarin op. God vernieuwt het hart van de uitverkoren zondaar. Christus komt door het geloof in dat hart wonen. De liefde wordt in dat hart uitgestort door de Heilige Geest. Het hart wordt bezet met de vreze Gods. Waar de genade Gods in het hart verheerlijkt is, daar bezitten zij een grote schat. De gerechtigheid Christi, de genade Gods en de inwoning des Heiligen Geestes zijn meer waard dan alles wat de wereld biedt. Ja, het is een rijkdom, die niet te evenaren is. De schat in het hart is daarom ook van zo veel betekenis, omdat niemand die schat kan stelen of roven. Wetende, zegt de apostel, dat gij in uzelve hebt een beter en blijvend goed in de hemelen.

Welgelukzalig zijn zij te noemen, in wier hart die schat is; ook in hun huis zal een grote schat zijn. Dat wil niet zeggen, dat er in het huis des rechtvaardigen geen zorgen en verdrietelijkheden kunnen zijn. O neen, denk maar zelfs aan het leven van Izak en Rebekka.

Wat een verdriet hadden die ouders niet van Ezau, die trouwde met vrouwen, die van de zuivere waarheid niet alleen vreemd, maar ook vijanden waren. De zorgen zijn het huisgezin van Jacob niet gespaard. Wat heeft David zijn deel er van gehad. En waartoe zal ik nog meerdere voorbeelden bijbrengen?

Toch is er in de huizen der rechtvaardigen een grote schat. God Zelf woont er in in Christus door de Heilige Geest. Christus was genood op de bruiloft te Kana in Galilea, waar Christus Zijn eerste teken gedaan heeft en Zijn heerlijkheid geopenbaard.

Christus verandert de wateren der verdrukkingen in de wijn van zalige zielsverheugingen voor degenen, die hun hope en verwachting op God mochten stellen.

Christus riep Zacheüs en Hij ging met hem in zijn huis om daar te blijven. Waar Christus intrek neemt, daar komt Hij om te verzoenen, om te reinigen, om te heiligen, om te zegenen, te bewaren, te troosten en te sterken. In zulk een huis hebben zij Christus als Profeet om te leren, als Priester om te reinigen en te bidden, als Koning om hen te regeren en te beschermen.

De Gever is Zelf de Schat.

Waar de vreze Gods is in een gezin, aar is ook huiselijk geluk. Gods i\'oord is er en daarom zulk een groe zegen. Gods genade in Christus ordt er waargenomen. De troon er genade is er opgericht, vanwaar llerlei genade afdaalt, maar zij ook ogen opKlimmen met al hun noden n behoeften. In zulk een huis is teredenheid. Over staking wordt aar niet gepraat. Men is verenigd et het brood huns bescheiden deels, n de stand, waar God hen in geplaatst heeft.

In zulk een huis zal de mode van de wereld niet zegevieren. Waar de godsvrucht is, daar is men ook gespeend aan alle pracht en praal der wereld. Het hoofddoel zal zijn, dat zij ook in hun huis God mogen ontmoeten, daar die gemeenschap toch meer waarde heeft dan al de pronk van de wereld.

Het was een voorrecht voor Jacob, dat eer Hij in Kanaan kwam. God die afgod ontdekte bij Rachel, die zij meegenomen had uit haars vaders huis. Was die afgod er ingekomen. God was er buiten gebleven.

Christus heeft geen gemeenschap met Belial en de gerechtigheid niet met de ongerechtigheid.

Waar de vreze Gods in een huis is, daar is ook geen verkwisting, maar is men matig en vlijtig. Daardoor neemt de bezitting toe, maar dat is niet alles. God zegent de woning des rechtvaardigen en die zegen maakt rijk.

Heeft men van het tijdelijke goed niet veel; hetgeen men heeft is genoeg en genoeg is veel.

Soms hebben de kinderen en kleinkinderen nog het voordeel van de schat, die was in het huis hunner ouders.

Zulk een huis wordt ook door God beveiligd. Het is toch de belofte in Psalm 91 : 10: U zal geen kwaad wedervaren en geen plaag zal uw tent naderen".

Wat is liefde een grote schat. De liefde is de band der volmaaktheid. Niets verteert meer het leven, dan haat en nijd; en het verwoest het huiselijk genot.

Waar liefde woont, gebiedt de Heer' de zegen; Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen. En 't leven tot in eeuwigheid.

Gr. R.

Ds. L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen