Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

LH.

Na de behandeling van de eletriciteitsvoorziening in de Staten van Zeeland kwam aan de order een adres van grondverbruikers uit het „Vrije van Sluis".

Die beklaagden zich over het niet vervullen van de beloften bij de oprichting van de waterschap gedaan. Tot goed inzicht is het nodig te voren op te merken dat het „Vrije van Sluis" is ontstaan uit de samenvoeging van 76 polders in West-Zeeuws-Vlaanderen. Die samenvoeging is tot stand gekomen in 1941, dus ten tijde der bezetting. Zeker zeer ongunstig, omdat reeds van toen af er een zeker wantrouwen was. Toen is nog getracht door enige statenleden om de beslissing niet te nemen, ook van de zijde der S.G.P. is daaraan gewerkt, maar baat heeft dat niet gegeven. De samenvoeging kwam tot stand en de polders werden opgeheven. In de voorstellen was een uitvoerige berekening gegeven van de voordelen daaraan verbonden, ook ten opzichte van de waterschapslasten, welke, algemeen genomen, zouden verlagen. Ook zouden er verbeteringen komen in de afwatering enz.

Uiteraard is de toestand van de oorlog, de grote verwoestingen waaronder West-Zeeuws-Vlaanderefi te lijden heeft gehad, van ongunstige invloed geweest. Het was niet mogelijk om werken uit te voeren, en de lasten zijn niet verlaagd, maar sterk verhoogd. Bovendien gevoelt de ingelande zich te ver verwijderd van het bestuur. Er schijnt geen genoegzame invloed van de dadelijk belanghebbenden.

Toch kan de eenmaal genomen beslissing niet meer ongedaan worden gemaakt en moet worden getracht in de bestaande toestand verbetering aan te brengen. De klachten hebben niet geheel en alleen grond in de oorlogstoestand, maar ook wel daarin, dat het waterschap groot is geworden en daardoor het toezicht zo geheel anders ligt dan wel voorheen, toen de belanghebbenden er als het ware met de neus bij liepen. Ook schijnt er een grote verandering in het personeel te zijn geweest, wat niet bevordelijk is voor een goede werking.

Veel was hier voor de Staten niet te bereiken en na enkele opmerkingen is ten slotte het voorstel van Gedeputeerde Staten om het verzoek voor kennisgeving aan te nemen, aanvaard.

Na de vele besprekingen over de electriciteitsvoorziening en het bovengenoemde onderwerp, werden vele kleine zaken vlug afgedaan. Een voorstel dat zeer waarschijnlijk veel stof tot spreken zou hebben gegeven, namelijk het invoeren van een verbod tot verbouw van stekbieten en wintergerst, zulks behoudens ontheffingsmogelijkheden, werd door Gedeputeerde Staten teruggenomen „ter nadere overweging". Dat „nader" zal vermoedelijk wel enige tijd in beslag nemen zo het voorstel ooit nog te voorschijn komt.

Evenals steeds ondervond de begroting weer belangstelling en hebben verschillende leden daaraan hun krachten gegeven. Al kan een spreekrantsoenering niet bekoren, toch zou het niet onjuist zijn als de leden zichzelf enige beperking oplegden. Voornamelijk het spreken door verschillende sprekers van een fractie maakt 't aanhoren wel-erg dor, vooral als die alle onderwerpen nog eens aanroeren, onderwerpen, die reeds door een fractiegenoot behandeld zijn. Als voorbeeld kan daarvoor gesteld worden een der R.K.-leden, die de vergadering een tijd lang op rust stelde, want hij sprak en niemand luisterde.

In tegenstelling van de vorige begroting ^z ij n er ditmaal geen politieke beschouwingen gehouden. Niet dat het geheel zonder principe ging, want de Zondagsdiensten zijn weer aan de orde gekomen, en weer bleek het onderscheid tussen A.R. en S.G., daar de eerste aandrongen op Zondagsrust en de laatste op Zondagsheiliging. Diep ging het debat niet, want replieken zijn niet gehouden. De vergadering bleek daarin geen lust te hebben.

D? begroting was sluitend, steunende op de nog niet tot wet verheven maatregelen, voorgesteld naar aanleiding van het rapport van de Commissie-Oud. Uiting werd gegeven aan 't verlangen van de Staten om wat ruimer armslag te krijgen en wat meer middelen te worden toegewezen, 't Is nu te krap, en er moeten werken worden nagelaten welke zouden kunnen dienen tot verhoging van het welvaartspeil. Daarin bleken de Staten het eens te zijn. Uiteraard, hoe kan het anders in een zo getrof> ): n provincie, is ook gehandeld over tie schadevergoedings-regeling. Ook daarin zijn de Staten een van zin, al is er wel verschil, in de v^ijze waarop gedacht wordt tot een betgre toestand te geraken. Van de zijde der S.G. is aangedrongen op een regeling waarbij de schade is vergoed. Gewezen is op het grote onderscheid dat er wezen kan, ook bij gradueel verschil. Immers, een 'persoon welke lichaamsdelen moet missen, is toch in graad van hulpbehoevendheid geheel anders of het een pink dan wel een been betreft, en toch is het beide maar een deel, dus slechts gradueel verschil.

Uw Zeeuwse briefschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1948

De Banier | 8 Pagina's

BRIEF uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 januari 1948

De Banier | 8 Pagina's